Vergaderopening: Tussen de kandelaren – Openbaring 1:13

Kerntekst
‘en te midden van de kandelaren iemand als eens mensen zoon…’
Openbaring 1:13
Schriftlezing
Openbaring 1:9-20
Uitleg
De openbaring van Johannes is een boek vol ingewikkelde taal. Veel mensen hebben de neiging er maar niet aan te beginnen. Het boek lijkt vol dreiging en angst. Toch zou je deze openbaring kunnen typeren als een boodschap van troost. Troost en bemoediging voor de verdrukte gemeenten, die lijden onder de vervolgingen.
In hoofdstuk 1 zien we Johannes, uitkijkend over de zee. Hij is verbannen naar Patmos en de zee scheidt hem van de gemeenten in Klein-Azië, het huidige Turkije. Daar ligt zijn hart. Op een bijzondere dag (‘dag des Heren’) hoort hij een luide stem. Als hij zich omdraait ziet hij een indrukwekkende verschijning. ‘Als eens mensen zoon.’
Hij valt als dood voor zijn voeten, maar wordt gerustgesteld: ‘vrees niet’. Niet bang zijn. Ik ben het. Het is Jezus Christus zelf, die deze openbaring aan Johannes schenkt. Christus, die, zo lezen we, in volle heerlijkheid zich beweegt ‘tussen de kandelaren’. De zeven gouden kandelaren zijn symbolen. Zoals de zevenarmige menorah in de tempel symbool was van het volk Israël, zo ‘staan’ deze zeven kandelaren voor de zeven gemeenten in Klein-Azië (en voor de gemeente wereldwijd en van alle plaatsen en tijden). Christus is de Aanwezige, Hij is trouw en betrokken bij al zijn volgelingen.
Overweging
Als je alle verhalen hoort en alle cijfers tot je door laat dringen, kun je ontmoedigd raken over de kerk in West-Europa. Teruggang, leegloop, mensen, die ‘afhaken’. Ze voelen zich niet gezien, niet serieus genomen. Ze zien de relevantie van het Evangelie niet (meer). De verhalen liegen er niet om. Als betrokken kerkenraadslid of meelevend gemeentelid kun je er ontmoedigd van raken. Zelf doe je erg je best, je loopt je het vuur uit de sloffen, maar het tij lijkt niet te keren.
Dan kan het goed zijn eens stil te staan bij Gods zorg en betrokkenheid voor de gemeente. Het is zijn kerk. Christus tussen de kandelaren. Christus Aanwezig. Dat betekent niet, dat we nu wel op onze lauweren kunnen rusten (eerder: integendeel!). Het kan wel helpen om vol goede moed door te gaan. ‘Zolang Hij doorgaat, ga ik ook maar verder…’ zei iemand eens.
Christus’ aanwezigheid is geen garantie: in hoofdstuk 2:5 wordt de gemeente van Efeze vermaand. ‘Als je je niet bekeert, verwijder Ik je kandelaar…’ Dan betekent dat het einde van de gemeente. Christus’ Aanwezigheid nodigt uit tot vertrouwen én heilige ernst. Tot moedige volharding. Leven uit genade én je serieus afvragen: waarin zouden wij ons moeten bekeren?
Zo kunnen we leven als gemeente. In hetzelfde boek Openbaring wordt dat leven in het teken gezet van de Grote Toekomst: een nieuwe hemel en een nieuwe aarde. Gods Koninkrijk dat komt.
Gebed
Jezus Christus,
Wij roepen U aan, mensenzoon tussen de kandelaren,
U, de levende Heer, Aanwezig, ook vandaag,
Wij danken U dat we mogen weten dat de gemeente van U is,
Dat de kerk door U zelf gebouwd wordt.
Help ons dan telkens weer voor U neer te vallen
Zoals Johannes deed.
We danken U voor de grootse perspectieven die U ons
schenkt,
Van een nieuwe hemel, een nieuwe aarde
Uw Koninkrijk dat komt.
Help ons om te volharden en te vertrouwen,
Ook vandaag,
Amen.
Ter bezinning
‘Zullen we overleven? Niet als we ons vast blijven klampen aan dingen die geen toekomst hebben, de macht van het getal, het succes, de populariteit, de gevestigde bolwerken. Niet als we stoer en zelfverzekerd zweren bij traditionele parolen of modieuze kretologie. Niet als we zelfgenoegzaam de ernst van de crisis overschreeuwen. Niet als we vluchten in de organisatie of het management. Voor de toekomst van de christelijke gemeente komt het erop aan ons te keren tot Christus. “Tot God wilt u begeven, zijn heilzaam Woord neemt aan.” Dat is het geheim van de kerk op haar weg door de eeuwen heen. “Neem het Woord weg en er is geen geloof meer. Neem haar geloof weg en er is geen kerk meer” (W. van ’t Spijker).
Overleven of overwinnen?: het geloof in de gekruisigde en opgestane Heer overstijgt dit dilemma. Want dit geloof gaat gepaard met de hoop. In de ballingschap van onze tijd mogen we hoopvol uitzien. Omdat we mogen weten: onze Heer, die gekomen is, komt.’
(A. Noordegraaf in Kernteksten over de toekomst, Kampen 1994, 59-60.)
Deze vergaderopening is eerder verschenen in ‘Er voor staan’, onder redactie van Aart Peters en Arie Romein. Bekijk alle vergaderopeningen.