Vergaderopening: Waar het op aankomt – Micha 6:8

Kerntekst

‘Hij heeft u bekend gemaakt, o mens, wat goed is en wat de Here van u vraagt: niet anders dan recht te doen en getrouwheid lief te hebben, en ootmoedig te wandelen met uw God.’
Micha 6:8

Schriftlezing

Micha 6:1-8

Uitleg

Het is ten tijde van de profeet Micha met Israël helemaal mis. Ze hebben Gods Verbond geschonden door afgoden te gaan dienen en op grote schaal rijken te bevoordelen en armen te benadelen. Daarom dient God bij monde van Micha een aanklacht in bij zijn volk met daarbij de vraag, waaraan Hij dit wangedrag heeft verdiend? Hij heeft zich toch in de loop van Israëls geschiedenis altijd als een betrouwbare Bondgenoot gedragen…?

Het volk is kennelijk van deze aanklacht zo onder de indruk, dat het de vraag stelt, hoe de verhouding met God kan worden hersteld? Moeten ze Hem veel mooie en dure offers gaan brengen? Of stelt Hij het op prijs, dat van ieder gezin het oudste kind wordt opgeofferd?

De profeet maakt echter duidelijk, dat voor herstel van de goede verhouding met hun God iets heel anders nodig is. Het gaat om een verandering van hun gedrag en instelling zowel tegenover Hem als tegenover de mensen.

Deze verandering houdt in:

1. Recht doen en dus onrecht nalaten. Niet langer de rijken en de sterken bevoordelen ten koste van de armen en de zwakken. Deze verandering heeft vooral betrekking op ieders gedrag.
2. Trouw zijn en dus niet ontrouw. Deze verandering heeft betrekking op de gezindheid achter het gedrag. Wanneer mensen elkaar van harte trouw zijn, zullen ze elkaar werkelijk recht doen en dus goed terecht laten komen.
3. Ootmoedig of welwillend wandelen met God en dus niet hoogmoedig of eigenzinnig eigen gang gaan.

Dit derde aspect van de verandering is het meest wezenlijke. Pas wanneer mensen zich voor hun handel en wandel op God afstemmen, rekening houden met zijn beloften en opdrachten, zal dat goed doorwerken in rechtvaardige en betrouwbare onderlinge verhoudingen.

Overweging

De genoemde drie kenmerken zijn overal en altijd van wezenlijk belang. Zij vormen dan ook de kern van onze missionaire boodschap. Die houdt in, dat we zijn geroepen zowel onszelf als anderen op te roepen om recht te doen, trouw te zijn en van harte te leven met God. Deze oproep komt overeen met de door Jezus gegeven samenvatting van Wet en Profeten in Matteüs 22:37-40 en Marcus 12:29-31.

Om deze oproep geen vrome slag in de lucht te laten blijven is het nodig na te gaan waar er in onze maatschappij onrecht wordt gepleegd, waar mensen hebben te lijden onder ontrouw en welke afgod(en) wij in plaats van God dienen.

Gebed

God van recht en van trouw, wat een zegen, dat U mensen van oudsher hebt bekend gemaakt wat goed is en wat U van hen vraagt. Omdat wij zo gemakkelijk geneigd zijn onrecht te doen, ontrouw te zijn en onze eigen gang te gaan, bidden we, of U ons steeds weer tot uw heilzame orde wilt roepen. Wilt u ons in het missionaire werk inspireren om deze boodschap duidelijk door te geven in de kerk en in de wereld. Mogen daardoor mens en dier, maatschappij en schepping niet ten prooi vallen aan menselijk egoïsme, maar leven van Uw goede aanwijzingen.

Ter bezinning

Voor de concretisering van deze boodschap zijn de volgende vragen bedoeld:

1. Welke voorbeelden van onrecht herkent u in de hedendaagse maatschappij?
2. Welke voorbeelden van ontrouw herkent u?
3. Wat betekent de waarschuwing van Jezus voor u, dat God en Mammon als god van het geld niet tegelijk gediend kunnen worden (Matteüs 6:24)?