Vier feest, je bent bevrijd
Tijdens Poerim herdenken joden de redding van het joodse volk door Ester en Mordechai. Het is een uitbundig feest, waarbij mensen verkleed naar de synagoge komen. En het gaat verder dan dat: Poerim nodigt je uit om na te denken over wie je wilt zijn en wat je de wereld kunt geven.
Het boek Ester staat in de Hebreeuwse Bijbel. Maar elke keer als we het in de synagoge met Poerim lezen, valt het me weer op: God komt in het hele verhaal niet voor. Ester gaat over mensen. Mensen die joods zijn, die te maken krijgen met vervolging. Als het Poerim is, komen we prachtig uitgedost in verkleedkleren naar de synagoge. Dan lezen we met elkaar het hele boek. We lezen over de bevrijding van de vijanden van de joden ten tijde van Mordechai en Ester. En we voelen ons veilig, want buiten waakt de marechaussee over ons. We maken herrie door met een ratel flink rond te draaien als de naam Haman klinkt. Want we hebben genoeg van het kwaad en durven hoorbaar in beweging te komen. Het lijkt ons met de hele gemeenschap gemakkelijk af te gaan om met vreugdevolle geluiden de slechterik te stoppen.
Wie willen we zijn?
Het Poerimfeest kunnen we ook ervaren als een innerlijke bevrijdingsdag. We komen verkleed in een zelfgekozen kostuum; we kiezen een rol uit een zelfbedacht verhaal. Wie willen we, in moreel opzicht, zijn in deze wereld? Welke droom willen we volgen, welke waarden vinden we belangrijk? Ik vind het heerlijk om me te verkleden en in een rol te stappen; het geeft me vreugde. Vier feest, je bent bevrijd. Dat is ook de opdracht die Ester ons meegeeft. De kleding van de persoon die ik uitbeeld, voelt als een beschermende huid. Maar in het dagelijks leven heb ik die verhullende verkleedkleren niet aan. Durf ik voor mijn religie, mijn waarden en mijn idealen uit te komen als het moeilijk wordt?
Zwijgen of spreken
Ook Mordechai bevindt zich eerst in een ontkennende fase. Tegen Ester zegt hij, als zij naar het koninklijk paleis wordt overgebracht, dat zij maar niets van haar achtergrond bekend moet maken. Dat raakt me. Hetzelfde hoorde ik mijn vader tegen mij zeggen in mijn jeugd, als ik bij een vriendinnetje ging spelen: zeg het maar niet dat je een joodse achtergrond hebt. De oorlog bleef diep verborgen in hem zitten. Hij wilde niets meer met de religie te maken hebben, want in de buitenwereld is het niet overal veilig voor joden. In het boek verandert Mordechai echter van gedachten; hij wil dat Ester zich uitspreekt. Hij wakkert het vuur aan bij haar om op te staan tegen het onrecht dat haar volk zal worden aangedaan.
Ester hoort de roep van haar gemeenschap. Zij maakt mij er ieder jaar weer van bewust dat als je het appel van de ander werkelijk hoort, je vanzelf in beweging komt. Dan gaat je levensenergie stromen. Dat ervaar ik ook in mijn vrijwilligerswerk. Mordechai spreekt mij moed in. Mocht religie in een ontmoeting ter sprake komen, dan zal ik mij blijven uitpreken over mijn joods zijn.
Wat kun jij betekenen?
In dat appel dat Mordechai op Ester doet, hoor ik toch ook iets van God. Ik hoor Zijn eerste vraag aan de mens daarin doorklinken: ‘Adam, waar ben je?’ Waar sta je voor, wat zijn je idealen, wat kun je betekenen voor de wereld? Is je primaire vraag ‘Wat kan de wereld mij geven?’ of: ‘Wat kan ik de wereld geven?’ ‘Wie alleen zichzelf redt’, schrijft rabbijn Jonathan Sacks in Een gebroken wereld heel maken, ‘redt zelfs zichzelf niet’. Die verliest zijn mens-zijn te midden van anderen.
Petra ter Berg is geestelijk verzorger (www.demamah.nl).
De voorschriften voor het poerimfeest zijn te vinden in Ester 9:20-32. Hier lezen we ook over de feestmalen die worden gehouden, de lekkernijen die worden gedeeld en de geschenken die gegeven worden aan de armen. Koekjes die traditioneel gegeten worden bij Poerim zijn Hamansoren, driehoekige gefrituurde koekjes, rijkelijk bestrooid met poedersuiker.