Vrede op aarde als agenda voor praktische theologie
Vrije Universiteit Amsterdam, 1 december 2023
Ik heb het boek van Stefan Paas1 twee keer kunnen lezen. Dat heeft voor- en nadelen. Een nadeel is dat je best wel veel tijd kwijt bent – het is namelijk best een dik boek geworden. En dan te bedenken dat er best veel mensen zijn die vooral zeggen wat ze allemaal missen in dit boek. Ik denk alleen maar: gelukkig! Hij zegt niet álles wat er te zeggen valt…
Maar een duidelijk voordeel van twee keer lezen is, dat je verrast kunt worden door pareltjes van zinnen. Ik ga niet mijn favoriete passages benoemen, dat is nergens voor nodig. Jullie hebben vast zelf ook heel mooie voorbeelden. En ik vind het ook een belangrijke eigenschap van een boek als dit. Dat je met een ingehouden glimlach op de bank of achter je bureau kunt zitten. Een boek over heil dat nooit een glimlach op de lippen brengt, of meer, is geen knip voor de neus waard denk ik stiekem.
Grip op een complex vraagstuk
Hij probeert met kennis, met begrippen, met theorieën, met het aandragen van talloze aspecten iets van grip te krijgen op dat complexe vraagstuk: wat betekent het nu, hier, om te geloven? ‘Wat betekent het om hier en nu God te aanbidden,’ schrijft hij. ‘Wat moeten we weten? Wat moeten we doen? Van wie kunnen we leren? Met wie of wat moeten we ons verbinden? Wat moeten we verliezen? Waar is God aan het werk?’ (177) Deze laatste vraag is voor een praktisch-theoloog een heel belangrijke. Vanuit dat vakgebied wil ik verder nog een aantal punten aandragen. Welke agenda levert dit boek voor Praktische Theologie, en wel voor concrete gemeenten? Dat is de vraag die ik graag wil stellen. Ik zie een agenda op drie lagen die op een eigen manier verbonden zijn met heil. Heil, of shalom, gaat over relaties, en ervaringen van heil raken drie lagen of drie soorten relaties.
Heil, of shalom, gaat over relaties
Persoonlijke band met God
De agenda voor praktische theologie ligt allereerst op het vlak van de individuele relatie met God. Voor velen is dat toch wel corebusiness van kerken: pastoraat. Paas laat zien dat inderdaad in het piëtistisch heilsdrama de persoonlijke band met God vooral een rol speelt. De verticale, individuele relatie tussen de gelovige en haar of zijn Redder. Ik herken wel iets van wat er nog aan ‘piëtistisch bekeringsdrama’ wordt opgevoerd. Hoewel ik eerder klassiek-vrijgemaakt ben groot geworden, dat wil zeggen: zonder al te veel individuele en piëtistische ervaringsgerichte geloofstaal, wilde ik in mijn studententijd iets van dat klassieke piëtisme ervaren – misschien wel omdat ik het totaal niet kende. Ook ik heb aan shocktherapie gedaan door in het door-en-door kerkelijke stadje Kampen als student de deuren langs te gaan. Totdat ik plotseling bij een professor aan de Oude Straat op de stoep stond. Hij nodigde mij vriendelijk uit, en we discussieerden zeker een uur over de Römerbrief van Karl Barth.
Mede hierdoor besefte ik: dit is niet de manier die mij past, en misschien ook niet bij deze tijd. En dat is allemaal tot daaraan toe. Maar de grote vraag die Paas stelt is, en die maakt dat zulke discussies in een veel breder perspectief komen te staan – die grote vraag is deze. Niet alleen of dat piëtistische heilsdrama bij mij past. Niet alleen of het wel bij deze tijd past. Maar of niet dat drama zelf een product is van een ontwikkeling, ooit, toen, daar of hier. En of dat dus niet veel meer ruimte en vrijheid biedt om nu, vandaag, hier te zoeken naar aspecten die samen een nieuw verhaal kunnen vormen.
Ook ik heb aan shocktherapie gedaan door in het door-en-door kerkelijke stadje Kampen als student de deuren langs te gaan
Door dit reddingsverhaal nadrukkelijk te plaatsen in haar historisch bepaalde context, licht Paas volgens mij terecht de beperkingen van dit narratief uit. Er valt een scherp licht op eenzijdigheden die de Westerse manier van geloven kenmerkten. Ook komen de worstelingen aan het licht die dit narratief vandaag oproept. We redden het niet met een goedkoop kruis of een gemakkelijk Golgotha. Paas’ nadruk op de lichamelijkheid, beleving, ‘echtheid’ van heilservaringen vind ik enorm waardevol en corrigerend. Praktische theologie, die reflecteert op geloofspraktijken, en probeert die te verdiepen en verrijken, heeft hier een opgave. Namelijk deze: plaats heilservaringen altijd in een breder kader dan alleen het persoonlijke. Hoe persoonlijk en uniek en individueel het ook is – tegelijk is het ook onderdeel van wie je geworden bent, onderdeel ook van de context. Dat helpt enorm om dat allerindividueelste geloof weer te verbinden met God de Schepper, met God die in Jezus zich vernederde, en met God de Geest die ongedacht werkt in dode plaatsen. Dat lijkt me corrigerend ten opzichte van een te eenzijdig beroep op ‘ervaring’.
Gemeenschappen van vrede
Maar er is nog een punt op onze agenda. Kerken moeten samen ontdekken hoe ze in de vrede moeten samenleven en samenwerken. Oefenplaatsen. Daarmee raak ik de tweede laag van elk heilsnarratief. Gemeenschap. Op twee manieren kan Paas’ boek gemeenschappen van vrede verder helpen. Het eerste punt is: rijke beschrijvingen. Thick descriptions. Want gemeenschappen moeten altijd weer gemeenschappen van vrede worden. Vrede stichten is weerbarstig werk. Vrede stichten roept soms eerder gevloek op dan lofprijzing. Daar eerlijk over zijn is belangrijk. Christelijke gemeenschappen die werkelijk in de buurt tot een zegen kunnen zijn, blijken bovendien schaars. De empirische onderzoeken van Andrew Hardy, Annemiek de Jonge en Hans Riphagen – om er maar drie te noemen – naar zulke gemeenschappen van hoop, laten een op z’n minst ambivalent beeld zien.2
Gemeenschappen van vrede zijn altijd ook gemeenschappen van onvrede of erger. Daarom is het ‘hoe’ van christelijke gemeenschappen, van kerken, zo belangrijk. Als praktisch-theoloog ben ik vooral daarin geïnteresseerd. Hoe doen ze dat nu, lokaal? Of, om het met Gregg Okesson te zeggen: ‘We moeten meer tijd besteden aan het bestuderen van lokale kerkgemeenschappen’.3 Daar ontdekken we de complexiteit van kerk-zijn en geloven, en het is in die complexiteit, die thickness zoals Okesson dat noemt, in de complexiteit van het gewone geleefde geloof samen met anderen, dat heil oplicht. Of beter: geeft God zijn heil. Op de dode plaatsen van het complexe leven. Iets hiervan zie ik terug in bijvoorbeeld de podcasts van Elbert Smelt, zoals recent de serie Heilige Huisjes.4 Het zoeken naar dikke verhalen van geloven is namelijk een van de meest krachtige manieren om gemakzuchtige succesverhalen tegen te gaan. Dikke verhalen zijn hét middel om een simpel recept, elke oneliner, iedere zogenaamd sterke man, kortom: elke aardse verlosser of aardse verlossing te ontmaskeren. Wie de omweg van de rijke beschrijvingen wil afsnijden verzandt in een moeras van idealisme en goedkope genade.
In de complexiteit van het gewone geleefde geloof licht het heil op
Gemeenschappen van vrede vragen om rijke beschrijvingen. En dat betekent dan ook iets voor leiderschap. Die complexe gemeenschappen vragen om leiders die expliciet commitment hebben voor zo’n weerbarstige community. Het onderhandelen, navigeren, leiden van complexe en fluïde gemeenschappen vergt bijzondere skills. Méér dan alleen pastorale een-op-eengesprekken, en veel meer exposure. Het is moeilijk om de wensen van Robert Doornenbal die hij al in 2012 ophaalde bij verschillende opleidingen, werkelijkheid te laten worden.5 Werk aan de winkel. In de Master Church and Mission geeft Paas in elk geval een voorbeeld door een module te besteden aan leiderschap.6
Gemeenschappen van vrede vragen om rijke beschrijvingen
Tot slot
Hoe leer ik om vredestichter te zijn? Ik leer het als ik de controle kwijtraak, schrik van mijzelf, door de ander op wie ik eerst neerkeek ‘uitnemender te achten dan mijzelf’. ‘Het is hier waar we aangeraakt kunnen worden door genade. Zo ervaren wij de God die vlees werd,’ schrijft Paas (hoofdstuk 1). Maar die ervaringen an sich, die dode plaatsen op zichzelf, hoeven geen heilservaring te worden. De mensheid lijdt genoeg, op een onvoorstelbaar grote schaal en tegelijk is dat lijden allerindividueelst. Niet vanzelf wordt lijden tot zo’n dode plaats. Het helpt wanneer de gemeenschap van christenen, dat is de kerk, zich oefent om samen die ervaringen te delen, te benoemen. Dat wij erop verdacht zijn dat waar wij het niet verwachten, God komt. Daarom – en ik herhaal wat vele anderen al zeiden – wil ik pleiten voor gezamenlijke oefenplekken.7 Plaatsen van vrede, van oefenen in vrede, in omgaan met weerbarstigheid.
Hoe leer ik om vredestichter te zijn?
Oefenplaatsen om dingen af te leren en aan te leren. Zelf vermoed ik dat de praktijken van schuldbelijdenis en prediking, van Schriftlezing en gebed, van samen zingen en luisteren, het jaar aan jaar beginnen bij Advent en dan de gang door het jaar weer oppakken – kortom, dat liturgie8 hiervoor nog steeds een belangrijke en veilige bedding kan zijn. Natuurlijk niet die éne specifieke vormgeving van toen en daar, van hier en nu. Maar wel die idee van het vormgeven van en zoeken naar verwoording en verworteling van onze ervaringen in dat grote geheel van liederen en teksten uit traditie en Schrift. In die ruimte vinden we verbinding met onze cultuur, met de kerk overal wereldwijd, de kerk van toen en daar en hier en nu.9
Hans Schaeffer is hoogleraar Praktische Theologie aan de Theologische Universiteit Utrecht
Noten
1 Stefan Paas, Vrede op aarde. Over heil en redding in deze tijd (Utrecht: KokBoekencentrum, 2023).
2 Johannes Riphagen, Church-in-the-Neighbourhood: A Spatio-Theological Ethnography of Protestant Christian Place-Making in the Suburban Context of Lunetten, Utrecht ([s.l.]: [s.n.], 2021); Annemiek de Jonge, Als een madeliefje tussen de straatstenen: soteriologische en ecclesiologische opvattingen van practitioners in evangelicale missionaire gemeenschapsvorming (Amsterdam: Buijten & Schipperheijn, 2022); Andrew R. Hardy, An Ordinary Mission of God Theology: Challenging Missional Church Idealism, Providing Solutions (Eugene, Oregon: Wipf & Stock, 2022).
3 Gregg Okesson, A Public Missiology: How Local Churches Witness to a Complex World (Grand Rapids: Baker Academic, 2020), 247.
4 Zie hiervoor: https://www.eo.nl/podcasts/heilige-huisjes.
5 R.J.A Doornenbal, Crossroads: An Exploration of the Emerging-Missional Conversation with a Special Focus on ‘missional Leadership’ and Its Challenges for Theological Education (Delft: Eburon, 2012).
6 Zie hiervoor: https://tukampen.nl/1-jarige-master-theologie/church-and-mission/.
7 Roel Kuiper, Hans Schaeffer, en Klaas Koelewijn, De kerk als oefenplaats. Pleidooi voor een vernieuwende manier van kerkzijn (z.p.: Kerk2030, 2021), www.kerk2030.nl; James Kennedy en Pieter Vos, red., Oefenen in discipelschap: de gemeente als groeiplaats van het goede leven (Zoetermeer: Boekencentrum, 2015); S. Stoppels, Oefenruimte: gemeente en parochie als gemeenschap van leerlingen (Zoetermeer: Boekencentrum, 2013); Herman Paul en Bart Wallet, Oefenplaatsen: tegendraadse theologen over kerk en ethiek (Zoetermeer: Boekencentrum, 2012).
8 James K.A. Smith, Desiring the Kingdom: Worship, Worldview, and Cultural Formation (Grand Rapids: Baker Academic, 2009); James K.A. Smith, Imagining the Kingdom: How Worship Works (Grand Rapids: Baker Academic, 2013); Vgl. hiervoor ook Hans Schaeffer, Kerk om te vieren. Praktisch-theologische reflecties op kerkzijn (Kampen: Summum Academic, 2019).
9 Een van de belangrijkste verwoordingen hiervan hebben de Lutherse kerken ons gegeven in het zgn. Nairobi-statement (1996). Met vier herkenbare woorden formuleren ze de ruimte en de spanning waarin liturgie staat: zij is tegelijk transcultureel, contextueel, counter-cultural, en cross-cultural (https://worship.calvin.edu/resources/resource-library/nairobi-statement-on-worship-and-culture-full-text/ – bezocht op 6/12/2023).
Stefan Paas.
Vrede op aarde. Heil en redding in deze tijd. Utrecht: Kokboekencentrum, 2023. 368 pp. €29,99. ISBN 9789043540070
Themapagina over heil en redding
In zijn nieuwe boek Vrede op aarde onderzoekt theoloog en hoogleraar Stefan Paas hoe de christelijke boodschap van heil en redding voor de samenleving van nu relevant is. Het christelijk geloof vertelt een verhaal over God die goede plannen heeft met ons en met de schepping. Het is een verhaal vol hoop, troost, vergeving en blijdschap. Hoe kan dit verhaal zo verteld worden in een postchristelijke samenleving dat het mensen raakt?