“Geloven is het loslaten van je eigenbelang”
Matthijs den Otter reageert op de vraag: waarom nu nog geloven?
Wetenschap, statistiek en cijfers domineren ons mens- en wereldbeeld. Wat heeft ‘geloof’ daar nog in te zoeken? En wat bedoelen we eigenlijk als we zeggen ‘ik geloof’? Waar geloof ik in? Hoe ziet geloof er voor mij uit? In deze serie vragen we jonge mensen naar hun blik op de vraag: waarom nu nog geloven? Lees hieronder de bijdrage van theoloog Matthijs den Otter.
Bij voorstelrondjes vertel ik wel eens over mijn Wikipedia-verslaving. Ik beken dan dat ik mijn dopamineshots haal uit rabbit holes over de Indo-Europese taalfamilie, de filosofie achter de bouw van de Bijlmer of het organogram van de Nederlandse bank. Verrassend vaak bekent iemand eenzelfde soort verslaving te hebben.
Daarmee vertegenwoordigen we de geest van het Westen, met haar zucht naar kennis. Feitenkennis welteverstaan. We willen steeds meer weten, misschien wel alles. En met AI vol in opkomst lijkt dat zowaar binnen handbereik te komen.
Tegelijkertijd willen we ook steeds minder weten: mensen verwijderen de NOS-app van hun telefoon omdat ze de dagelijkse stroom aan ellende niet meer trekken. We zitten daarmee in een spagaat tussen steeds meer en steeds minder willen weten.
Kan geloven ons daaruit bevrijden?
Steeds meer willen weten: kennis is macht
We hebben toegang tot steeds meer kennis. Waar je vroeger bij de brievenbus moest wachten op de krant en op de markt de roddels moest oppikken om bij te blijven, is online nu alles vindbaar. Met AI is dit in een stroomversnelling gekomen: ChatGPT-chef Sam Altman droomt van een model waarin AI alles van je weet en zo op alle levensvragen perfect op maat gesneden antwoorden kan geven. Dat voldoet aan een behoefte, want we willen steeds meer weten.
Kennis is macht, zoals filosoof Francis Bacon ooit zei.
Tegelijkertijd zijn er zorgen over die macht. Want bij wie ligt al die macht uiteindelijk? Als ons hele leven in data gevangen is, wordt de verleiding voor degenen met macht om die data te verkopen of te manipuleren bijvoorbeeld wel erg groot. En zijn de algoritmes van AI nu niet al getraind op basis van een samenleving die gericht is op macht en zelfverrijking?
De hang naar macht door kennis gaat al terug op Genesis. Of het nu de wens was om kennis van goed en kwaad te bezitten, of een toren te bouwen die tot de hemel rijkt en zo alles te beheersen, in Genesis is het de mens die alles wil weten. De mens is geneigd met kennis de wereld naar zich toe te trekken. Maar vervolgens gaat dat mis.
De mens is geneigd met kennis de wereld naar zich toe te trekken. Maar vervolgens gaat dat mis.
Steeds minder willen weten: ignorance is bliss
In onze tijd gaat ook veel mis. Zoveel, dat er ook een trend is om juist steeds minder te willen weten. “Ik denk dat we het bestaan momenteel ervaren op een schaal die ons hart eigenlijk niet aan kan. Genocide, klimaatverandering, verzwakkende democratische instituties, teloorgang van biodiversiteit: het gebeurt allemaal nu, in mijn wereld, en het past allemaal in mijn hoofd. Maar mijn kleine hart weet niet wat het met deze informatie aan moet,” schreef filosoof Marjan Slob recent in NRC. Een stroom aan leed bereikt ons elke dag, en steeds meer mensen mijden daarom het nieuws.
Ignorance is bliss, aldus dichter Thomas Gray. Het zalige niet-weten.
Begrijpelijk, maar ook zorgelijk. Want wie doet iets aan al die ellende als niemand ervan weet? Martin Luther King vond niet voor niets dat het zwijgen van de goede mensen gevaarlijker is dan de bruutheid van de slechte mensen.
Ook dit ‘minder willen weten’ zien we terug in Genesis. Vaak nadat er iets misgegaan is. Aan het begin van de bijbel ontkent Adam het eten van de verboden vrucht, een paar hoofdstukken later ontkent Kain dat hij weet waar Abel is, die hij zojuist vermoord heeft.
De angst om het fout te doen en daarop afgerekend te worden, speelt ook vandaag nog. Zo blijkt uit onderzoek van M.D. Granger en G.N. Price dat fundamentalistische christenen minder snel een natuurwetenschappelijke opleiding volgen, omdat ze denken dat te veel kennis uiteindelijk tot straf leidt in het hiernamaals. Ze baseren zich daarbij op Genesis.
‘Niet willen weten’ draait om het gewicht van de verantwoordelijkheid. De ellende van de ander die ons aanstaart en die confronteert. Die we niet onder ogen durven zien. We zijn dan geneigd de wereld van ons af te duwen, om niet te hoeven weten.
Maar dan gebeurt er uiteindelijk niks.
‘Niet willen weten’ draait om het gewicht van de verantwoordelijkheid
Kennis om er zelf beter van te worden
We zitten dus klem. Steeds méér willen weten kan leiden tot machtsgrepen en manipulatie, maar steeds minder willen weten geeft het risico dat we wegkijken daar waar het nu al fout gaat. Een tussenvorm dan, tussen weten en niet weten? Ook dat loopt vaak niet goed af. Zo beschrijft Sander Schimmelpenninck in zijn boek De domheid regeert de politieke trend om onwetendheid te veinzen voor politiek gewin. Het slechtste van twee werelden. Eerst doen alsof je alles weet en daarmee de macht naar je toetrekken, maar vervolgens niets oplossen en je van de domme houden over de feiten.
Alles om er zelf beter van te worden.
Die focus op het zelf, op persoonlijk gewin, is volgens mij de kern van het probleem. We zitten in een systeem waarin kennis individueel gemaakt is. Als een strategie om de ander af te troeven en zo zelf de macht te krijgen. Maar ook met het gevolg dat onze individuele schouders bezwijken onder de last van de hele wereld, waardoor we onze ogen sluiten. Onderliggend voelen we angst. Angst om zelf de boot te missen, om achter te lopen. Of om je geconfronteerd te zien met je eigen falen.
Die focus op het zelf, op persoonlijk gewin, is volgens mij de kern van het probleem
Van weten naar springen
En daar schuilt volgens mij de meerwaarde van het christendom. Een traditie die allereerst gaat over geloof, en niet over feitenkennis. Niet voor niets kent het christendom grote namen als Pascal en Kierkegaard die spreken over een sprong: uiteindelijk is er altijd een punt waarbij je nog niet weet hoe de zaken er precies voor staan, maar waar je wel in actie komt, omdat dat het goede is om te doen. In navolging van Jezus, die het ultieme niet-weten aanging en riep: “Mijn God, waarom heeft U mij verlaten?”
Geloven is daarmee niet de wereld naar je toetrekken, ook niet van je afduwen, maar het loslaten van je eigenbelang.
Daarmee kun je enerzijds loslaten om steeds méér te willen weten, omdat je lot niet meer afhankelijk is van je eigen kennis. Het leven is geen individuele concurrentiestrijd waarin je anderen moet aftroeven. Maar ook het steeds minder willen weten kun je loslaten. De sprong wagen betekent immers dat we onze ogen niet sluiten voor onrecht, maar verantwoordelijkheid nemen voor het lijden van de ander. Tegelijk hoeven we die last niet volledig op onze eigen schouders te dragen. Zoals Alain Verheij het in zijn paasverhaal samenvatte: het christendom draait om het durven erkennen dat het slechter gaat met de wereld dan we kunnen vrezen, maar dat het beter wordt dan we kunnen hopen.
Geloven is kennis, maar dan een niveautje dieper. Het is kennis gecombineerd met vertrouwen. Het goede doen, ook al weten we de uitkomst niet. Misschien kan iemand dit nog even op Wikipedia zetten?

Matthijs den Otter is bestuurskundige, theoloog en metaldrummer. Hij werkt als adviseur inclusie en het tegengaan van radicalisering en polarisatie bij de gemeente Utrecht, en promoveert aan de VU Amsterdam op de rol die geloof in het hiernamaals speelt bij fundamentalisten.
PRE-ORDER: Waarom nu nog geloven?
Op 30 oktober 2025 verschijnt het nieuwe boek Waarom nu nog geloven? van theoloog Alister McGrath. In dit boek laat McGrath zien dat geloof geen zwakte is, maar een krachtig instrument om betekenis te vinden en verbondenheid te creëren. In een tijd waarin wetenschap domineert, wordt geloof vaak weggezet als een relict uit een bijgelovige tijd: primitief, vreemd, zelfs gevaarlijk. Maar juist nu het leven verwarrender is dan ooit en samenlevingen steeds meer uiteenvallen, blijkt het verlangen naar iets groters van onschatbare waarde.

