Menu

Premium

Wegwezen jullie!

Bij Lucas 4,14-21 en Jesaja 61,1-9

Bij de kassa in de super staat een lange rij. Jos en Hans staan achteraan, ze hebben alleen maar een flesje en een zakje chips. Vooraan in de rij staan een paar oude mensen te praten. Ze zijn boos en een mevrouw huilt. Dat schiet niet op. Na een eeuwigheid zijn de jongens aan de beurt. De oude zeurpieten staan nog in de winkel. Ze zeuren niet alleen, ze zijn echt boos en verdrietig. Het probleem is dat ze uit hun huis moeten omdat het hele Lindeplein wordt gerenoveerd. Huizen afgebroken, nieuwe gebouwd en andere huizen opgeknapt. Iedereen moet eruit. De huilende mevrouw wil niet. ‘Ik ga nog liever dood,’ zegt ze. Jos en Hans weten ervan. Ze weten ook dat iedereen na een half jaar weer terug mag in zijn huis, of in een nieuw huis. Maar de boze mensen geloven dat niet, ze mopperen maar door: ‘Wegwezen jullie! Dat werd er tegen ons gezegd.’ ‘Ik kende die man niet eens.’ ‘Ze luisteren niet naar ons.’ Jos gaat zich er mee bemoeien. ‘Mevrouw, mevrouw,’ zegt hij, ‘ik heb goed nieuws. Het is helemaal niet waar. Mijn vader werkt bij de gemeente en die heeft het uitgelegd. Iedereen die hier wil blijven wonen, heeft voor de zomer een nieuw huis.’ Een man is nog steeds kwaad. ‘Ik heb veertig jaar op nummer 13 gewoond,’ bromt hij. ‘Ik blijf!’ ‘Tja,’ zeggen de jongens, ‘dan moet u het zelf maar weten.’ Jos en Hans begrijpen er niets van. Het lijkt ze juist leuk om in een nieuw huis te wonen, in een buurt met allemaal vrolijke mensen. Die mensen krijgen het voor niks, wat willen ze nog meer?

Wellicht ook interessant

Nieuwe boeken