Wie zijn wij, en wat is onze plek?

In elke generatie zijn er mensen die zichzelf en anderen vragen: ‘Mens, waar ben je?’ Met het stellen van deze vraag, en met de daden die daaruit volgen, gaan zij het onrecht te lijf en streven zij heelheid na.
Bij het ontwaken dankte ik wederom de Altijd Aanwezige Koning van de Wereld. Hij bracht, zoals het gebed zegt, ‘mijn ziel terug in mij, in mededogen’. Met dit dagelijkse dankgebed plaats ik mijzelf in het bijbelse perspectief: de mens is geschapen als het evenbeeld van God, om de wereld te bewerken en te bewaren. Tegelijk is het waar dat Adam en Eva verdreven zijn uit het paradijs, omdat zij ongehoorzaam aten van de vrucht van de boom van onderscheidende kennis, en daarvoor geen verantwoordelijkheid namen.
Wij mensen mogen er zijn
De vraag van God aan Adam, ‘Ajeka, waar ben je, mens?’ trilt onbeantwoord na in alle tijden. Wanneer wij de ogen naar de hemel heffen en vruchteloos trachten de sterren te tellen, naderen we de conclusie dat wij, zoveel duizenden jaren later, met de resultaten van de verworven kennis, misschien wel de enige mensen zijn in het miljarden maal miljarden lichtjaren grote universum.
Dit besef van ultieme eenzaamheid kan leiden tot verstening. Daarentegen is het gekoesterde Joodse dankgebed een burcht van hoop: wij mensen mogen er zijn. Het is zoals de weerbaarheid van de messiaanse tijd, waarin een einde zal komen aan moord en verderf.
Verborgen rechtvaardigen
Gematria is de studie van Hebreeuwse letters in combinatie met getallen. Deze studie werpt licht op de betekenis van het woord Ajeka, ‘waar ben je’. De som voor dit woord is 36. Als we het getal 36 omzetten in letters, krijgen we lamed vav (de getalswaarde van de lamed is 30 en die van de waw is 6). Dit geeft aan dat er in elke generatie 36 verborgen rechtvaardigen zijn, die niemand als zodanig herkent, ook zijzelf niet. Door hun daden van verantwoordelijkheid houden zij de wereld in stand.
Het karakter van deze rechtvaardigen wordt verduidelijkt door aartsvader Abraham die de strijd met God aangaat. Geconfronteerd met de mededeling dat de door en door slechte steden Sodom en Gomorra zullen worden vernietigd, durft Abraham het aan om te zeggen: ‘Zal de Rechter van heel de aarde geen recht doen, door de misschien aanwezige rechtvaardigen in de stad te laten ondergaan met de onrechtvaardigen?’
De verklaarders wijzen er op dat in deze tekst een letter, de joed, ontbreekt in het woord voor ‘rechtvaardigen’. De betekenis daarvan is dat de rechtvaardigen in de slechte stad aangetast zijn door de onrechtvaardigheid van deze stad. In wezen stelt Abraham aan de Altijd Aanwezige de wedervraag ‘Ajeka, waar bent U?’ Ja, Sodom en Gomorra zijn vernietigd, want er waren niet eens tien door de stad aangedane, maar intact gebleven, rechtvaardigen te vinden.
Ondanks dit alles, zijn keer op keer, generatie na generatie, mensen opgestaan die – naar de woorden van Remco Campert – de vraag Ajeka aan zichzelf stelden. Vervolgens stelden zij deze vraag aan anderen. Zo gingen zij onrechtvaardigheid te lijf.
Gedreven naar het schemerlicht van de gebroken wereld
Deze rechtvaardigen bevinden zich niet in een ivoren toren, maar middenin de brandende stad. Het gaat om Israëli’s en Palestijnen en oneindig velen, wijzelf, voorbij grenzen, die van deze grote minuscule aarde een paradijs zullen maken. Zijn wij in wezen niet uit het paradijs, maar naar het schemerlicht van de gebroken wereld gedreven, om daar met vallen en opstaan heelheid na te streven?
Tommy Wieringa’s pleidooi ons in te zetten voor een programma van ‘optimisme zonder hoop’, om ons weerbaar te maken en immuun voor de teleurstellingen die ons wachten, raakt mij. Het planten van een boom – hoe nietig ook – is een betekenisvolle stap.
Ik wil daartegenover, of liever daarnaast, mijn ervaringsfeit stellen: het nastreven van een goed doel vanuit een zo zuiver mogelijke intentie zal heel vaak het gestelde doel niet bereiken. Echter, het zal een ander, waarschijnlijk voor ons niet zichtbaar, goed doel wel helpen bewerkstelligen. De intentie in zichzelf is en blijft vruchtbaar.
Vrede door onze daden
Mijn vrouw en ik werden tweeëntachtig jaar geleden gered door rechtvaardigen uit de volkeren. Zij hebben voor ons hun leven op het spel gezet. Elke dag mogen wij vertederd worden door het glimlachen van onze achterkleinkinderen in Israël.
Zo roept Ajeka het dwarse gebed weer in mij op: ‘Moge Uw gebed om vrede vervuld worden door onze daden’.
Awraham Soetendorp (geboren in Amsterdam, 1943) was van 1968 tot 2008 rabbijn van de Liberaal Joodse Gemeente in Den Haag. Hij schreef het boek ‘Levenslessen van een rabbijn’ (2023).