Zachtmoedigheid
Geloofstaal & cultuurtaal
Wie zacht van gemoed is, schikt zich gemakkelijk. Dat kan snel worden opgevat als een houding die in de volksmond ‘soft’ heet. Daarbij komen woorden naar voren als: zachtaardig, zachtzinnig of halfzacht. Een zacht figuur is iemand die slap is, toegeeflijk en meegaand, met wie je alle kanten op kunt. Dat staat lijnrecht tegenover een mentaliteit van opkomen voor jezelf, waarbij het bevechten van eigen rechten voorop komt te staan. In christelijk taalgebruik is ‘zachtmoedigheid’ meestal aanduiding van een mooie eigenschap. Het getuigt van moed om een ander mild te behandelen, in plaats van zich keihard op te stellen.
Woorden
De SV gebruikt in het Oude Testament ‘zachtmoedig’ als vertaling van het Hebreeuwse ‘anav en ‘zachtmoedigheid’ als vertaling van ‘anava. De NBG-51 heeft in plaats daarvan meestal ‘ootmoedig’ en ‘ootmoed’. In het Hebreeuws worden ‘anav en ‘ani, dat ‘arm, nederig, deemoedig’ betekent, door elkaar gebruikt. De Septuagint gebruikt het Griekse praxis, ‘zachtmoedig’, als vertaling van zowel ‘ani als ‘anav. Beide woorden hebben vaak een sociale betekenis, maar krijgen op den duur ook een religieuze dimensie. Met de ‘anaviem (meervoud van ‘anav) zijn oorspronkelijk ‘onbemiddelden’ bedoeld, mensen die onder sociale en economische druk verkeren. Gaandeweg werd het woord ook betrokken op mensen die aan God onderdanig of Hem toegenegen zijn.
In het Nieuwe Testament gaat ‘zachtmoe-dig(heid)’ terug op de Griekse woorden praus, prautès, praupathia. Ze worden gebruikt naast aanduidingen voor christelijke eigenschappen als epi-eikeia, ‘vriendelijkheid’ en tapeinos, ‘nederig’. Anders dan het Nederlands kent het Grieks geen duidelijk onderscheid tussen ‘ootmoedig’ (nederig) en ‘zachtmoedig’ (vriendelijk).
Betekenis in context
Oude Testament
Verdraagzaam
De meest zachtmoedige mens op aarde, zo wordt Mozes genoemd (Num. 12:3). Een opmerkelijke typering voor iemand die zo opvliegend kan reageren en scherp verwijtend kan spreken. Deze benaming wordt gegeven als zijn uitzonderlijke positie als woordvoerder van God is aangevochten door Mirjam en Aäron. Voorheen had Mozes nog het recht in eigen hand genomen, toen hij een Egyptenaar doodsloeg (Ex. 2:12). Nu zijn eigen persoon in het geding is, houdt hij zich stil. Hij laat zich niet verleiden tot zelfhandhaving en heeft de verwijten stilzwijgend verdragen. ‘Zachtmoedig’ tekent hier een houding waarbij iemand zich verdraagzaam opstelt, niet zijn eigen rechten bevecht maar die vooral in vertrouwen aan God overlaat. Het is dus meer dan een karaktereigenschap, het is een levenshouding geworden, die God in een jarenlange vorming bij Mozes heeft doen groeien.
In de verdrukking
Amos neemt het op voor de ootmoedige of zachtmoedige (Am. 2:7; 8:4) en ageert fel tegen uitbuiting en rechtsverkrachting. De zachtmoedige leeft onder sociale en economische druk. Hij staat machteloos tegenover de verdrukkers of onrechtvaardige structuren en kan vanuit zichzelf die positie niet veranderen. Als in de tijd van Amos de weg (levensgang) van de zachtmoedige omgebogen wordt, gaat het niet alleen over economisch of sociaal onrecht. De rechtvaardigen worden ook in hun gelovige levensstijl onderdrukt, profeten wordt het zwijgen opgelegd en nazi-reeërs wijn te drinken gegeven (Am. 2:12). Deze religieuze dimensie komt ook naar voren bij Sefanja. Het zoeken van de Here in de verdrukking is kenmerkend voor de houding van de zachtmoedige (Sef. 2:3). Ootmoedig zijn zij die hun recht zoeken bij God, die zijn verordeningen volbrengen en aan Hem gehoor geven (Sef. 2:3; vgl. Ps. 25:9). Ze worden in één adem genoemd met de gebrokene van hart (Jes. 61:1) en de verslagene van geest, die beeft voor Gods woord (Jes. 66:2).
Verwachtingsvol
In Psalm 37 roept David op niet jaloers te zijn op het succes van goddelozen en zich niet kwaad te maken over bedrijvers van ongerechtigheid. De zachtmoedige beërft uiteindelijk het land (Ps. 37:11). Passend bij zo’n levenshouding is dat hij het recht niet in eigen hand neemt, maar zijn leven in Gods hand legt. Hij zoekt zijn geluk bij Hem, is stil voor Hem, wacht op Hem en ziet naar Hem uit (Ps. 37:2-10).
Die verwachtingsvolle houding van de zachtmoedige komt ook elders in de psalmen tot uitdrukking (Ps. 22:27). God lijkt de ootmoedige te vergeten (Ps. 9:13, 19), maar Hij ziet niet aan hem voorbij. De zachtmoedige wacht op de bevrijding en de ondergang van de goddeloze (Ps. 10:12) en heeft vertrouwen dat God gehoor zal geven (Ps. 10:17). Het hoeft dan ook geen verbazing te wekken dat ‘zachtmoedigheid’ voorkomt naast het ‘vrezen van God’ (Spr. 15:33) en ‘hoog tegen Hem opzien’ (Spr. 18:10-12). Uiteindelijk blijkt God dat vertrouwen niet te beschamen; Hij neemt het – tot diens vreugde – op voor de zachtmoedige in het gericht, maar doet de goddeloze omkomen (Ps. 147:6). Jesaja wijst vooruit naar de koning die dat gaat waarmaken (Jes. 11:4).
Nieuwe Testament
Levenshouding
In de Bergrede prijst Jezus de zachtmoedige gelukkig, omdat die de aarde zal beërven(Mat. 5:5). Ook hier wordt geen karaktertrek getekend maar een levenshouding aangeprezen, zoals ‘arm van geest’ (Mat. 5:3). Tegen de achtergrond van Psalm 37:11 komt de verwachting naar voren: de zachtmoedige verovert de wereld niet door geldingsdrang, machtsuitoefening of eigengerechtigheid, maar wacht op een erfenis uit Gods hand. Niemand komt het Koninkrijk binnen op eigen kracht of door geweld.
Jezus de zachtmoedige
De profetie van Zacharia 9:9 gaat in vervulling als koning Jezus komt als een zachtmoedige, nederig rijdend op een ezel (Mat. 21:5). Het gebruik van een ezel is tekenend, omdat het een transportdier is en geen machtsmiddel in de strijd. Jezus vraagt aandacht voor Zichzelf als vredekoning die zachtmoedig oordeelt, onrecht verduurt en de overwinning behaalt aan een kruis (vgl. Kol. 2:14v). Niet door geweld, maar door zijn Geest (Zach. 4:6). Hij vertrouwt Zich volledig toe aan het recht van zijn Vader. Zijn zachtmoedigheid blijkt uit het feit dat Hij geen persoonlijke vergelding zoekt – ondanks wat mensen Hem aandoen – maar hen mild tegemoet treedt.
Jezus noemt Zichzelf ook zachtmoedig (Mat. 11:29) als Hij ieder uitnodigt zijn juk op zich te nemen en rust te vinden bij Hem. Zijn juk is zacht, omdat Hij hard is opgetreden tegen de zondelast, zodat wet en dood geen angst aanjagen.
Vrucht van de Geest
Zachtmoedigheid is een van de vruchten van de Geest, komt voort uit liefde en komt voor naast trouw en zelfbeheersing (Gal. 5:22). Het is geen meegaande toegeeflijkheid, maar een voluit rekening houden met een ander, wat de nodige zelfbeheersing vraagt. Deze vrucht groeit tegen de verdrukking in en kost ook strijd in het gevecht met het zondige ik (Gal.5:16-21). Omdat het een vrucht is van de Geest, heeft geen mens die van zichzelf. Ze wordt verleend aan wie zich door de Geest laat leiden, langs de weg van het gebed.
Dit sluit aan bij de uitspraak van Jakobus dat er wijsheid van boven nodig is om zachtmoedig te kunnen zijn (Jak. 3:13). Dat vergt verkregen inzicht en zelfbeheersing en staat tegenover bittere jaloezie en zelfzucht. Een zachtmoedige geest staat onder invloed van God de Heilige Geest. Petrus noemt die zachtmoedige geest een kostbaar sieraad van de christin die weet te incasseren en geen toevlucht neemt tot verbaal geweld en bedrog (1 Petr. 3:4). In de geloofsverantwoording van de hoop die een christen in zich heeft, past een houding van zachtmoedigheid en eerbied tegenover God. Zachtmoedigheid rekent in alle mildheid met de ander en oefent geen dwang uit. Het getuigt ook van eerbied voor God die alleen tot inkeer brengt.
We vinden zachtmoedigheid terug in een rij van christelijke eigenschappen die stuk voor stuk zelfbeheersing vragen: nederigheid (Ef. 4:2), innerlijke ontferming, goedheid, geduld (Kol. 3:12), godsvrucht, geloof, liefde en volharding (1 Tim. 6:11).
De juiste houding bij vermaning
Een zachtmoedige instelling komt regelmatig ter sprake in de context van vermaningen. Paulus zet in 2 Korintiërs 10:1 de toon van de vermaning met een beroep op de zachtmoedigheid en vriendelijkheid van Jezus Zelf. In zijn eerste brief staat een zachtmoedige benadering tegenover de harde aanpak van de roede (1 Kor. 4:21). Als de gemeente terugkomt op haar harde onbillijke kritiek op Paulus, kan zij rekenen op een milde houding van zijn kant. Hij wil zich niet in het bijzonder laten gelden.
Paulus roept op tot een soortgelijke benadering, als hij in Galaten 6:1 de christelijkegemeente aanspoort iemand die op een overtreding betrapt is, terecht te wijzen in een geest van zachtmoedigheid. Veelzeggend voegt hij eraan toe: ziende op uzelf. De bedoeling zal zijn: niet overmoedig, laat staan hoogmoedig. Pastoraal is zijn opmerking aan het adres van Timoteüs, dat ook dwarsdrijvers in zachtmoedigheid bestraft moeten worden (2 Tim. 2:25). Dat is bepaald niet slap of meegaand, want zij hebben de waarheid tegenover zich. Het pastoraal vermaan moet er altijd op gericht zijn dat de ander tot inkeer komt en de waarheid van het evangelie gaat erkennen. Door een zachtmoedige benadering houdt Timoteüs rekening met de realiteit van een zwak inzicht, stelt hij zich verdraagzaam op en oefent hij geduld. Wie zich zachtmoedig opstelt, rekent in alle mildheid met de ander en oefent geen dwang uit.
Kern
Zachtmoedig zijn is meer dan een karaktereigenschap. Het tekent een levenshouding die vol verwachting vertrouwt dat God vroeg of laat het recht zal doen zegevieren. Het getuigt niet van slapheid of meegaand, futloos gedrag. Integendeel, er is moed voor nodig om anderen mild te benaderen, het recht niet in eigen hand te nemen en geen kracht te zoeken in geldingsdrang of vergelding. Het houdt voluit rekening met God en met de ander, door geen harde dwang uit te oefenen, maar zachte drang. Het moet groeien tegen de verdrukking in. Zachtmoedigheid bevrijdt van hoogmoed, hardvochtigheid en hooghartigheid. Deze levenshouding is alleen te leren van Koning Jezus, die deze perfect heeft uitgedragen en voorgeleefd. Brutalen hebben de halve wereld, maar zacht-moedigen zullen de aarde beërven.
Verwijzing
Zie voor verwante en/of aanvullend te bestuderen woorden: armoede, gerechtigheid, nederigheid.