Zingevingsschaarste
Maandag, Theologenblog-dag. Deze week opent Jan Martijn Abrahamse de week met de vraag of de westerse cultuur wel bestand is tegen schaarste.
„’Consuminderen’ vraagt niet alleen om een pragmatische invulling, maar ook om een teleologisch perspectief.”

Jan Martijn Abrahams
Nederland maakt voor het eerst in lange tijd weer schaarste mee. Beperkt natuurlijk, maar toch. Af en toe lege schappen in de supermarkt, bouwmaterialen die nauwelijks leverbaar zijn, en vooral lange wachttijden op alles met chips. Ook op de arbeidsmarkt zijn er grote tekorten. Werkgevers hebben de grootste moeite om de roosters gevuld te krijgen. Je kunt geen winkel binnenlopen of je wordt via een poster gevraagd om er te komen werken. Maar het meest in het oog springt natuurlijk onze energieschaarste: gastekorten, overbelasting op het elektriciteitsnet, en benzineprijzen die de pan uit rijzen.
“Wij maken keuzes in schaarste hier,” sprak Mark Rutte veelzeggend tijdens de laatste Algemene Politieke Beschouwingen. Wat tijdens de debatten vooral naar voren kwam is de enorme sociale kloof die door de energiecrisis wordt blootgelegd. ‘Energie-armen’ kopte de NOS deze week. Want het navrante is natuurlijk dat juist de mensen met de dikkere portemonnees de energiecrisis veel minder voelen. Zonnepanelen, waterpompen, en Tesla’s kom je een stuk minder tegen in de sociale huur. Terwijl Amsterdamse yuppen er geen ‘koffietje’ minder om drinken, las ik ergens, mensen in een economische zwakkere positie letterlijk in de kou zitten.
Onze huidige ervaring van schaarste is een reality check na jaren van toenemende overvloed
De crisissen hebben ons versneld laten zien dat ons systeem niet houdbaar is. Als het gaat om de intensieve landbouw, ons consumentisme of ons energieverbruik. We hebben te lang geleefd alsof de put geen bodem heeft. Onze huidige ervaring van schaarste is een reality check na jaren van toenemende overvloed. Eten bij een all you can eat restaurant, winkelen bij IKEA, en kleding kopen bij Primark.
Psycholoog Ben Tiggelaar schreef onlangs in de NRC over de vreemde ‘rechtmatigheid’ waarmee consumentengedrag wordt ingekleed. De ‘you’re worth it’-achtige verkoopstrategieën, zeg maar. Het is diezelfde individualistische taal die ons ook de verhalen heeft ontnomen om onze levenspatronen om te gooien, vanwege zoveel gebieden op deze wereld waar leven nu al onmogelijk is geworden. Mogelijk zien we het nut en de noodzaak van een andere politiek en een ander systeem nog wel in, maar om daar zelf ook de bijpassende keuzes in te maken, is vaak een ander verhaal.
Het dubbele verdwijnen van de hemel
De schaarste betoont zich daarom nog het meest in onze omgang met crisis. Ons gebrek aan grotere en verbindende verhalen die betekenis geven aan ons leven nu, zodat we onze levens niet langer waarde geven door vermeerdering (bezit, geld, positie); waar komt die vreemde standaard, dat elk kind het verder schopt dan diens ouders eigenlijk vandaan?
De vanzelfsprekendheid van economische groei verhoudt zich lastig tot het probleem van schaarste. Waarom zou ik mijzelf moeten beperken voor een ander, zeker voor iemand aan de andere kant van de wereld die ik niet eens ken? Laat staan voor toekomende generaties die niet eens bestaan. ‘Consuminderen’ vraagt niet alleen om een pragmatische invulling (‘de tering naar de nering zetten’), maar ook om een teleologisch perspectief: een betekenisgevend verhaal gevuld met waarden en deugden die het de moeite waard maken.
Het ontbreekt mensen aan een overkoepelende zin in het leven, en men is daar ook niet naar op zoek
De toenemende platheid van ons bestaan – voor christenen net zo goed – berooft ons wat dat betreft van zo’n perspectief om ‘schatten te verzamelen in de hemel’; dat wil zeggen, dingen doen of laten (!) zonder dat het ‘mijn persoon’ in dit leven voordeel of winst oplevert. Taede Smedes schreef afgelopen week nog over het dubbele verdwijnen van de hemel op website Volzin: “Ik denk dat het percentage kinderen dat vandaag in Nederland geboren wordt en in zijn leven nooit iets te horen krijgt over God, godsdienst of geloof, minstens zo groot is als het percentage dat nooit de Melkweg zal zien.”[1]
John Lennon heeft gelijk gekregen: “Imagine there’s no heaven. It’s easy if you try.” Secularisatie, in de zin van de wending naar het saeculum, resulteert in grote zingevingsschaarste. Het onderzoeksrapport Buiten kerk en moskee van het SCP van afgelopen maart bevestigt deze trend nog maar weer eens: in toenemende mate ontbreekt het mensen aan een overkoepelende zin in het leven en zijn ze daar ook niet naar op zoek. Zin valt samen met hier en nu, met hoe ik mij voel, hoe het met mij gaat, wat mijn mogelijkheden zijn, etc.
Een alternatief verhaal
David Wootton beschrijft in zijn boek Power, Pleasure, and Profit (2018) hoe het verlichtingsparadigma de Westerse cultuur blijvend heeft veranderd door met name het centraal zetten van het individueel menselijk verlangen, dat nooit voldoening zou vinden. De cultuur is veranderd met het wegvallen van externe of ‘buitenaardse’ doelen (een finis ultimus en Summum Bonum) en deugden. Wanneer macht, genot en winst doelen op zichzelf worden, dan is het eindeloos; deze kennen immers geen grenzen.
Een scherp tegengeluid kwam ik laatst tegen in het apologetisch geschreven boek De Vrolijke Veganist (2013) van Floris van den Berg. Hij dringt aan op een drastische herziening van ons consumptie gedreven systeem en houdt een ferm pleidooi voor ‘totaal vegan-lifestyle’. Schaarste vraagt niet alleen om consuminderen, maar ook om een nieuwe houding tegenover de natuur en de dieren, zo pleit hij.
Er is veel in zijn boek dat te waarderen valt: zijn kritiek op de voedselindustrie, dierenwelzijn, en de uitbuiting van de aarde. Tegelijk hult hij zijn pleidooi uitdrukkelijk in een uitdrukkelijk seculier en individualistisch jasje. Zijn enige morele criterium is John Stuart Mills’ schadebeginsel (‘do no harm’). Wat dat betreft begeeft Van den Berg zich niet ver van het consumentisme: het is je koop- en eetgedrag die je (morele) identiteit bepaalt. Religie is vooral onderdeel van het probleem. Koele ratio en harde wetenschap vormen de oplossing.
Een christelijk perspectief
Gelukkig is er vanuit de christelijke theologie toenemende aandacht voor een alternatief verhaal over hoe om te gaan met deze wereld die we delen met zoveel andere levende wezens. Er zijn talloze initiatieven ontstaan vanuit stichtingen als A Rocha en Groene kerk,om een alternatief te bieden voor de platte homo economicus die alles omzet in financiële winst en verlies.
Wie zich verwondert, komt niet snel tekort
Wat mij betreft begint zo’n alternatief verhaal met verwondering. De verwondering over het leven dat doet opzien naar de sterrenhemel in het diepe besef van de eigen kwetsbaarheid en fragiliteit te midden van een bruisende natuur en een overweldigende dierenwereld (lees Psalm 8). Het menszijn is dan niet slechts een individueel ontwikkelingsproject met als enige vereiste dat een ander mens of dier daarvan geen schade ervaart. Een christelijk perspectief beziet deze wereld en al haar bewoners als een collectief waarin wederzijdse afhankelijkheid en zorg vooropstaat. Het vermijden van schade is dan te minimaal.
Juist tijden van schaarste vragen om mensen die delen. Delen getuigt van het bewustzijn dat we afhankelijke wezens zijn. Het is bijzonder hoopvol dat veel kerken te hulp zijn geschoten bij het dragen van de energiekosten van ‘energie-armen’. Laten we tegelijk de rest van de schepping niet vergeten en met dezelfde zorg ook onze levensstijl onder de loep nemen: waar kan ik minderen? wat kan ik laten of delen? hoe kan ik mijn leven zo vormgeven dat er genoeg is voor iedereen en alle levende wezens geëerd worden als schepselen van God? Want wie zich verwondert komt niet snel te kort.
Jan Martijn Abrahamse is docent-onderzoeker systematische theologie en ethiek aan de Christelijke Hogeschool Ede en aan het Baptisten Seminarium in Amsterdam. Van hem verschenen bij KokBoekencentrum Breekbaar halleluja (2018) en samen met Adriaan Baan, Stanley Hauerwas (2022).
Noot
[1] Zie https://volzin.nu/zijn-we-nog-in-staat-om-diepgang-te-ervaren/.
Leestip: Geloof en een hoop zonnepanelen
Geloof en een hoop zonnepanelen van Kees Posthumus is een praktisch boek om je eigen leven én je kerk te verduurzamen. Overal in Nederlandse kerken zijn mensen op zoek naar een meer duurzame manier van leven. Want wie gelooft in een scheppende God, wil voor de prachtige schepping zorgen en deze bewaren als een kostbaar geschenk voor volgende generaties, ter ere van de Schepper. De weg naar een duurzame wereld vraagt om een lange adem, om theologie en inspiratie, en om navolgbare voorbeelden. In dit boek vind je het allemaal, in de vorm van reportages en interviews, recepten en verhalen, gebeden en praktische tips.