Menu

Basis

De kracht van rituelen

Heilige momenten kunnen op allerlei plekken ervaren worden en zijn niet gebonden aan vaste christelijke kerkelijke rituelen. Twee voorbeelden: een celreiniging in de gevangenis en een avondgebed in de moskee.

Goede woorden op kwade dagen

Gevangenissen zijn vaak pakhuizen van verdriet. Mensen die zijn ingesloten worstelen met hun schuldgevoelens en zijn afgesneden van hun dierbaren. Dan loopt de spanning wel eens zo hoog op dat iemand zelfmoord pleegt. Het zijn gebeurtenissen die altijd veel impact hebben, op nabestaanden, op medegedetineerden en bewaarders. Als de overledene door de rijksrecherche is meegenomen voor verder onderzoek blijft een lege cel over. Je hoeft niet bijgelovig te zijn om je te realiseren dat het moeilijk is om zo’n cel weer onbevangen te bewonen.

Als christelijke geestelijk verzorgers hebben we daarom een ritueel bedacht. De dag na de zelfmoord worden gedetineerden en bewaarders uitgenodigd voor een celreiniging. We staan dan met elkaar in de deuropening van de cel; de dominee en Rooms-Katholiek pastor gaan de cel binnen en besprenkelen de muren met water. We spreken daarbij de hoop uit dat deze muren die zoveel wanhoop en verdriet gezien hebben, weer beschutting mogen brengen voor de volgende bewoner en dat deze cel weer een plek van vrede mag worden. Daarna leest een van de aanwezigen een psalm of een gedicht. We sluiten af met een zegen voor iedereen die heeft meegedaan. Meestal laten we daarna de celdeur open en zetten midden in de cel een bos bloemen. Soms is er een schaal waar mannen briefjes kunnen achterlaten. ‘Rust zacht’, ‘We vergeten je niet’… Die briefjes kunnen later aan de nabestaanden worden gegeven. Zo proberen we samen weer de moed te vinden om door te gaan.

Folly Hemrica is theoloog en redactielid van Open Deur. Zij werkte o.a. als justitiepastor en straatpastor.

iStock.com/Robert-Hoetink

Samen bidden als één lichaam

Een collega, bekeerd tot de islam, had mij meegevraagd naar de Blauwe Moskee in Amsterdam-West voor het (langste) avondgebed, in de Ramadan, de vastenmaand. Het enige wat ik daar kon verstaan, was af en toe het woord ‘parkeerwachten’. De rest van de letterlijke betekenis van de woorden die klonken, ging aan mij voorbij. En toch – ik voelde aan alles waar het om ging. En ik voelde mij verbonden, gedragen; kon opgaan in het gebed.

We waren de enige twee kaaskoppen. Hij bekeerling, ik christen van huis uit. Te midden van andere mannen. En toch – ik voelde mij zo welkom. We begonnen achteraan. We sloten aan. Voetje-aan-voetje. We knielden en bukten. Samen. Ik volgde de bewegingen van de anderen. En iedere keer dat er iemand voor ons de rij verliet, gebaarden anderen dat we de rijen moesten sluiten. Zo bewogen we ons langzaam naar voren. Gaandeweg voelde ik mij opgaan in de beweging van de groep. Opstaan, knielen. Voorover. Opstaan. Mijn hoofd draaien. Over de ene schouder. Dan weer over de andere schouder. We baden samen. Voorbij alle verschillen waren we als één lichaam. Ik voelde mij daarin gedragen. In contact. Zoals ik mij nog nooit in een kerk heb gevoeld.

Bart Niek van de Zedde is geestelijk verzorger bij Cordaan en redactielid van Open Deur.


Wellicht ook interessant

Nieuwe boeken