Menu

Basis

De krachtbron van Thekla

Het verlangen naar het paradijs

Al bij het ontstaan kende het christendom een leefwijze die nogal afweek van wat gangbaar was binnen de cultuur van die dagen. Sommige stromingen zetten zich scherp af tegen de Griekse en Romeinse cultuur en leefpraktijk. Er was een duidelijk besef van anders zijn. De christelijke leefwijze kende radicale trekken.

Wat betreft de verhouding tot bezit bijvoorbeeld, maar ook in de omgang met seksualiteit. In christelijke kring groeide een grotere terughoudendheid tegenover seksualiteit. Seksualiteit als zodanig werd niet bestreden, maar zelfbeheersing en respect voor de ander zetten de toon. Het christelijk ideaal was de staat van maagdelijkheid, die de kringloop van het sterfelijke leven doorbreekt. Men verlangde naar de oorspronkelijke status als mens: de mens in het paradijs en hierover gaat het verhaal van Thekla, dat is te vinden in de Handelingen van Paulus en Thekla. Dit verhaal is door de kerk beschouwd als apocrief: bij het vaststellen van de overleveringen over Jezus Christus, is dit geschrift afgevallen. De Handelingen van Paulus en Thekla beginnen na diens bekering op weg naar Damascus. Via Jeruzalem reisde Paulus naar Antiochië. Het verhaal speelt zich af in de tweede eeuw rondom de stad Ikonium in Klein-Azië, waar hij rondtrekt en Gods woord verkondigt in een huisgemeente:

‘Zalig de zuiveren van hart, want ze zullen God zien. Zalig die hun lichaam kuis bewaren, want ze zullen een tempel van God worden. Zalig die zich beheersen, want God zal met hen spreken (…) Zalig het lichaam van de maagden, want zij zijn welgevallig aan God en de beloning voor haar kuisheid zal niet ontgaan (…).’

Brandstapel

Onder het gehoor van Paulus zit Thekla. Zij wordt geraakt door zijn woorden:

‘Terwijl Paulus deze woorden sprak te midden van de gemeente in het huis van Onesiforus, zat een jonge vrouw, Thekla genaamd, een dochter van Teoklia en de verloofde van een zekere Tamyris, aan het venster van het naburige huis. Dag en nacht luisterde ze naar Paulus’ verkondiging, zoalshij sprak over kuisheid, over het geloof in Christus en het gebed. Ze week niet van het venster, maar overgelukkig kwam ze tot geloof.’

Haar moeder en haar verloofde maken zich ernstige zorgen. Ze laten Paulus in de gevangenis zetten, in de hoop dat Thekla tot inkeer komt. Thekla zoekt Paulus op in de gevangenis en raakt nog meer in de ban van zijn persoon. Paulus wordt daarop verbannen en Thekla veroordeeld tot de brandstapel. Zoekend naar steun denkt ze Paulus te zien in de menigte, maar het is Christus die zich als Paulus heeft verkleed. Door een wonder kan het vuur haar niet deren. Ze wordt vrijgelaten. Onmiddellijk gaat ze op zoek naar Paulus, die langs de weg van Ikonium naar Dafne met een paar volgelingen zit te bidden voor het behoud van Thekla. Paulus is verbijsterd haar levend te zien.

Vervolgens knipt Thekla haar haren af en kondigt aan dat ze met Paulus zal meereizen. Ze vraagt om de doop, maar Paulus houdt het af: ‘Je bent jong en mooi. Wie weet wat je nog aan beproevingen te wachten staat.’

Wilde dieren

Paulus en Thekla reizen naar Antiochië. Daar aangekomen staat de beproeving hen op te wachten. Alexander, de gouverneur van de stad, valt voor Thekla en wil haar ter plekke bezitten. Thekla roept Paulus om steun, maar die beweert dat hij haar niet kent en verdwijnt uit beeld. Dus verdedigt Thekla zichzelf en zet Alexander letterlijk in zijn hemd. Vernederd in het openbaar laat hij haar oppakken en veroordelen tot de wilde dieren. Thekla smeekt of zij dan toch tenminste ter bescherming van haar maagdelijkheid niet naar de gevangenis hoeft. Dat gebeurt: ze wordt ondergebracht bij Tryfena, een rijke vrouw wier dochter gestorven is. Tryfena begeleidt haar naar het stadion, alwaar de vrouwen de kant van Thekla lijken te hebben gekozen – zelfs de vrouwelijke dieren helpen Thekla.

‘Thekla werd uit de handen van Try-fena overgenomen. Ze werd ontkleed en kreeg een lendenschort en werd het stadion ingeduwd. Leeuwen en beren werden op haar losgelaten. Maar een grimmige leeuwin die aangestormd kwam, ging aan haar voeten liggen. De menigte vrouwen slaakte een luide kreet. Nu liep er een berin op haar af. Maar de leeuwin stortte zich op de berin en verscheurde haar. Daarna rende een leeuw, die tegen mensen was afgericht op haar af. Hij was het eigendom van Alexander. De leeuwin bond de strijd met hem aan en kwam samen met hem om. Toen jammerden de vrouwen nog meer, omdat ook de leeuwin, haar verdedigster, gestorven was.’

Oog in oog met de dood besluit Thekla dat ze zichzelf moet dopen en kiest daarvoor het bassin met de robben uit. De robben overleven het niet, Thekla door een wonder wel:

‘Daarop dreven ze veel wilde dieren naar binnen. En zij stond rechtop, haar armen uitgestrekt in gebed. Toen ze haar gebed had beëindigd, keerde ze zich om en zag een groot bassin vol water. Ze zei: “Nu is het ogenblik gekomen om me te wassen.” Ze wierp zich in het water en zei: “In de naam van Jezus Christus doop ik mij op mijn laatste dag.” Bij het zien daarvan barstten alle vrouwen en het hele volk in tranen uit en zeiden: “werp jezelf niet in het wa-ter.” Ook de gouverneur weende bij de gedachte dat een zo grote schoonheid door robben verslonden zou worden. Zij wierp zich dus in het water in de naam van Jezus Christus. Door een gloed van een bliksemflits dreven de robben dood op het water. Om haar heen was een wolk van vuur, zodat de wilde dieren haar niet konden bereiken en men haar niet naakt kon zien.’

Alexander is zo onder de indruk dat hij haar tenslotte vrij laat en allen loven God. Dan rest Thekla nog één ding: op zoek naar Paulus.

‘Maar Thekla verlangde naar Paulus en liet hem overal zoeken. En haar werd gemeld dat hij in Myra was. Toen nam ze dienaren en dienaressen, schortte haar kleed op en plooide het zoals mannen een mantel dragen en vertrok naar Myra. Daar trof ze Paulus aan terwijl hij het woord van God sprak, en zij ging bij hem staan. Hij was stomverbaasd toen hij haar zag. Zij zei tegen hem: “Ik heb het bad ontvangen, Paulus. Want hij die met jou samenwerkte in dienst van het evangelie heeft ook mij de kracht gegeven om mij te dopen.” Thekla stond op en zei: “Ik ga naar Ikonium.” Paulus antwoordde: “Ga, en onderwijs het woord van God”.’

Ze heeft Paulus niet langer meer nodig en kan op haar eigen geloof varen. Dan trekt ze verder naar Seleucië waar ze velen door het Woord van God heeft verlicht.

U vraagt zich misschien af of Paulus en Thekla werkelijk in elkaars gezelschap zijn geweest. Daarop weten we het antwoord niet. Maar we mogen wel aannemen dat dit verhaal gebaseerd is op een oeroude verering rondom Thekla. Daarover lezen we in het reisverhaal van Egeria, een pelgrim uit de vierde eeuw. Zij bezocht de stad Seleucia in Isaurië, waarop een heuvel de kerk van de heilige Thekla staat:

‘Toen ik daar in de naam des Heren was aangekomen, deed ik een gebed bij het graf van de martelares en las geheel de Handelingen van de heilige Thekla.’

Literatuur:

De Handelingen van Paulus en Thekla, in: A. Klijn, Apocriefen van het Nieuwe Testament, Kampen, 1984.

Als pelgrim naar het heilige land – De pelgrimage van Egeria in de vierde eeuw, vertaald door F. Ledegang, Kampen, 1991.

Wellicht ook interessant

Nieuwe boeken