Menu

Basis

Erbij horen én doorknippen

Drie mensen vertellen over momenten en rituelen die voor hen heilig werden.
iStock.com/Lolostock

‘Mag ik ook?’

Ineens zat ze op zondagmorgen achterin de kerkzaal van het verpleeghuis. Ik kende haar niet goed, ze had altijd een beetje afstand gehouden. Na die zondag kwam ze vaker en op een dag raakten we aan de praat. Ze vertrouwde me toe: ‘Ik vind het zo fijn in de kerk.’ Na een korte stilte kwam het verhaal eruit. Vroeger was ze als kind jaloers op haar vriendinnetje die naar de kerk ging. Eén keer was ze met haar mee geweest, maar haar ouders vonden het niet goed. Later ging ze ook weleens naar de kerk, maar het was haar niet vertrouwd, ze had het gevoel er niet bij te horen. Na haar trouwen ging ze niet meer, maar haar leven lang bleef het haar trekken. Religieuze programma’s op televisie voedden haar geloof, maar ze bleef een toeschouwer.

Nu, in het verpleeghuis durfde ze het heel voorzichtig aan om naar de kerk te gaan. Al snel was ze een vertrouwd gezicht en kreeg ze contact met andere kerkgangers. Maar als ik haar sprak, vertelde ze dat ze toch het gevoel had er niet bij te horen. Weer duurde het even voordat ze me kon vertellen waarom: ‘Iedereen is gedoopt en ik niet’, zei ze. Voor haar was de doop iets wat ze had gemist en nooit meer kon inhalen. Voorzichtig spraken we erover; ze kon het niet geloven: ‘Mag ík ook?’

Een paar maanden later haalde ze het in. In besloten kring. Diep ontroerd beantwoordde ze de belijdenisvragen, daarna werd ze gedoopt. 92 jaar was ze, een levenslang verlangen werd vervuld, nu wist ze dat ook zij erbij hoorde.

Tanja Viveen-Molenaar is geestelijk verzorger bij Vivium Zorggroep, verhalenverteller en redactielid van Open Deur.

iStock.com/1317417228-Lincoln-Beddoe

‘Altijd en overal kan ik er terecht’

Richard trad op zijn 21e toe tot de Rooms Katholieke Kerk. Wat hem vooral aanspreekt in het katholieke geloof is het ritueel en sacrament van de eucharistie. ‘Mijn vader was niet gelovig, mijn moeder was van oudsher katholiek maar zij deed er niet zoveel meer aan. Hoogstens met Kerst ging zij met haar moeder, mijn oma dus, naar de kerk en dan ging ik wel eens mee.

Maar ik was niet gedoopt, had de communie niet gedaan en ook het vormsel niet. In mijn studententijd en later speelde het geloof toch weer meer een rol. Ik ging op zoek en sprak met meerdere pastoors, want mijn geaardheid speelde een rol in mijn overweging: ik wilde weten wat God ervan vond. Maar de meeste pastoors gaven een vrij ongeloofwaardig antwoord op mijn vragen, terwijl in mij het verlangen naar de Communie steeds aanwezig was. Uiteindelijk sprak ik een priester die me zei dat dit een onderwerp voor mijn eigen geweten was. Ik werd katholiek, liet me dopen, ontving het heilige Vormsel en de eerste Heilige Communie.

Voor mij zijn twee aspecten van het katholieke geloof vooral belangrijk: Het bijzondere van de aanwezigheid van en verbondenheid met Jezus door het brood en de wijn, dat je altijd bij hem terecht kunt. En het feit dat je bij iets groters hoort zoals de katholieke kerk en haar rituelen: overal ter wereld, waar ik ook op reis ga, kan ik terecht bij dezelfde eucharistie en dat geeft een gevoel van thuis zijn.’

Richard is psycholoog.

iStock.com/Richard Villalon

Heilig gehannes met mijn trouwring

Vorig jaar gingen wij uit elkaar. Een heilig gebeuren. Scheiden is een soort omgekeerd ritueel. Hoe doe je dat, ‘goed’ uit elkaar gaan? Wat doe je met de ringen bijvoorbeeld: doe je die zomaar af? Waar laat je ze? Maak je er iets anders van? Doe je dat samen of ieder voor zich?

Veertien jaar daarvoor hadden we elkaar de ringen omgedaan. In een kerk. Daar hebben we ons ja-woord gegeven. Maar ondanks de zegen, kwam wat toen begonnen was tot een einde. Op een bankje stelden we elkaar de vraag: Moeten we dit nog willen? Nee, het was beter van niet.

Zelf had ik de behoefte om de ringen niet zomaar af te doen. Innerlijk was ik op zoek naar een goed moment en een goede manier, die recht zouden doen aan het symbolische karakter. Toen ik na een weekend thuiskwam, bleek dat we daar anders over dachten. Ik zag dat ze haar ring al ‘zomaar’ had afgedaan. Dat overviel mij. In een flits dacht ik, dan wil ik de ring ook afdoen. Mijn vingers zijn een beetje krom, dus dat ging niet zomaar. Dan maar met een tang doorknippen, ging er door mij heen. Ik kon niet genoeg kracht zetten. Kordaat en doortastend als ze is, heeft ze mij toen geholpen. Met een enkele knip knipte ze mijn ring door. Op maandagmorgen. Gewoon.

Ergens ook wel mooi, dat zij hem doorknipte. Voor mij op het moment zelf, maar nu ook achteraf, toch een waardevol, heilig moment.

Bart Niek van de Zedde is geestelijk verzorger bij Cordaan en redactielid van Open Deur.


Wellicht ook interessant

Nieuwe boeken