Menu

Basis

Gesprekken op maandag

Schrijfster Vonne van der Meer wilde meer weten over de katholieke sacramenten. Wat betekenen die?

Ooit leerde ik dat een sacrament ‘een teken en een zegel’ is. Het teken benoemt het zichtbare: een handeling die je kunt zien. Het zegel geeft aan dat er een diepere betekenis achter schuilgaat, die van God uitgaat – het woord ‘zegel’ geeft aan dat God een verbond ‘bezegelt’ met degene die een sacrament ontvangt. Dat ontvangen kan een intense beleving zijn. De protestantse kerk kent twee sacramenten die heilig zijn: de Doop en het Avondmaal. De Katholieke Kerk kent er zeven.

Voetstappen in de rij

Vonne van der Meer nam op oudere leeftijd de beslissing om naar de kerk te gaan. Ze schrijft: ‘Het was een jarenlang proces, niks plotseling, geen bliksemschichtinzicht’. Ze voelde zich tot kerk en God aangetrokken. Eerst in Ierland, later in Naarden stapte ze een kerk binnen, waar ze geraakt werd door de liturgie. Graag wilde ze alle gebaren en formuleringen in de mis leren kennen. Later kreeg ze het verlangen om zich te laten dopen en ter communie te gaan. Ze wilde heel graag ‘een van de voetstappen worden die een rij vormden om de communie te ontvangen. Voetstappen die er al waren voordat ik geboren was en die nog zullen klinken wanneer ik er niet meer ben.’ In de mis waarin ze op 42-jarige leeftijd werd gedoopt, werd ze ook gevormd en ontving ze voor het eerst de communie.

Vanuit een verlangen naar verdieping sprak ze onder andere met pastoor Nico de Gooijer. Ze vroeg hem om alle zeven sacramenten die de katholieke kerk kent uit te leggen en wisselde met hem van gedachten over de betekenis ervan. Het werd een boekje: Gesprekken op maandag, over de sacramenten.

iStock.com/Denis Burkin

I De doop

Vroeger werd een kindje dat geboren werd zo snel mogelijk gedoopt, vanuit het idee dat het kind verloren zou gaan als het zou sterven voor het gedoopt was. Tegenwoordig gaat het anders. De pastoor praat met de ouders over de betekenis van de doop: er wordt gevierd dat er nieuw leven is en dat het kind bij de mensengemeenschap en bij de kerkgemeenschap hoort. De naam van het kind wordt uitgesproken en de wens dat het gerespecteerd zal worden. De ouders wordt gevraagd of zij alles zullen doen voor het kind. De peter en de meter beloven namens de gemeenschap de ouders te helpen.

II De eucharistie

De eucharistie is een gastmaal waarin je wordt gesterkt en waarin je alvast een voorsmaak krijgt van wat je, over dood en leven heen, hoopt te mogen ontvangen. De één legt de nadruk op het offer, de ander op de maaltijd. Belangrijk is dat je deelt: het voedsel, je tijd, je aandacht. Je zit er niet voor jezelf. Augustinus zegt: ‘Ontvang wat je al bent en word steeds meer wat je ontvangt: lichaam van Christus.’

III Het vormsel

Het vormsel is een zalving op het voorhoofd met gewijde olie en de handoplegging door de bisschop terwijl hij zegt: ‘Ontvang het zegel van de Heilige Geest.’ Het is eigenlijk een vervolg op de doop. Je hoort er niet alleen bij, er wordt ook iets van je verwacht. Tegelijkertijd mag je verwachten dat de gemeenschap om jou heen staat en dat de Geest je draagt.

IV De priesterwijding

Priester word je voor je leven. Het is een heel proces van verschillende wijdingen. Bij de uiteindelijke priesterwijding lig je aan het begin van de mis op je buik op de stenen kerkvloer. Dat staat voor volkomen overgave. Na de handoplegging word je gezalfd en krijg je de opdrachten mee: de mis opdragen en de biecht horen, je belooft gehoorzaamheid en krijgt de vredeskus.

V Het huwelijk

Het kernmoment bij het huwelijk is de trouwbelofte. Het paar geeft elkaar de rechterhand en spreekt voor de gemeenschap, familie, vrienden, kerk en God de trouwbelofte uit. Met een kus wordt het verbond bevestigd. Dan worden de ringen gezegend en uitgewisseld, daarna de huwelijkskaars ontstoken.

VI De biecht

De biecht heeft te maken met het feit dat je iets gedaan hebt waardoor je faalt, je verbreekt de band met Christus en stelt jezelf hiermee buiten de gemeenschap. Hoe kom je daar dan weer bij? Nadat je de intentie hebt uitgesproken om het niet meer te doen, krijg je de zegen, de absolutie, zodat je weer verder kunt.

VII De laatste sacramenten

De ziekenzalving is ontstaan vanuit de gedachte dat God ook daar is waar de mens lijdt. De pastoor leest gebeden, zalft handen, hoofd, oogleden en lippen en betrekt degenen die eromheen staan erbij. Het leven van degene die stervende is, komt voorbij – wat hij of zij allemaal gedaan en betekend heeft. De zalving is bemoediging, teken van kracht.

Het zijn heilige momenten die gestalte krijgen in de sacramenten. Van der Meer beschrijft nog zo’n heilig moment. Bij de requiemmis van Nico de Gooijer wordt het In paradisum gezongen, het raakt ‘alsof niet alleen de gestorvene de kerk uit wordt gedragen, maar wij allemaal even worden opgetild. Mogen de engelen u geleiden naar het paradijs (…) en moge u met Lazarus, eens een arme, de eeuwige rust ontvangen.’

Tanja Viveen-Molenaar is geestelijk verzorger bij Vivium Zorggroep, verhalenverteller en redactielid van Open Deur.


Wellicht ook interessant

Nieuwe boeken