Baken van hoop
Kaarslicht doet iets met ons: het geeft houvast en hoop. In het leven van alledag, maar juist ook als het gaat om leven en dood, branden we kaarsen – omdat we geloven dat het licht sterker is dan de duisternis.
Kaarslicht doet iets met ons: het geeft houvast en hoop. In het leven van alledag, maar juist ook als het gaat om leven en dood, branden we kaarsen – omdat we geloven dat het licht sterker is dan de duisternis.
Door een goed gesprek kun je je ‘als nieuw’ voelen. Je gesprekspartner stelt vragen waardoor je aan het denken wordt gezet. Of hij vertelt je iets, en ineens valt het kwartje. Je kunt behoefte hebben aan zo’n gesprek dat je verder helpt. Dit is het geval bij Nicodemus.
Als we duiken of snorkelen, zijn we even bij ze te gast. Maar niet voor lang, want het blijft hun wereld, onder water. Vissen: we observeren ze, vangen ze, eten ze. En we lezen over ze, misschien omdat we iets willen grijpen van die wonderlijke wereld.
Veel christenen stellen zich God voor als Vader, Zoon en Geest. Eén God, bestaande uit drie personen. Dit brengt met zich mee dat God niet alleen is; Hij is relatie en verbinding in Zichzelf. Een mysterie, niet in woorden te omschrijven.
In het evangelie van Marcus lezen we dat Jezus eerst verscheen aan Maria uit Magdala. Een vrouw die Hem volgde en voor Hem zorgde. Ze was erbij toen Jezus zijn laatste adem uitblies.
Na een lange periode van vage klachten en even vage aannames was er ineens een arts die de juiste diagnose stelde: een chronisch-progressieve ziekte die over niet al te lange tijd onherroepelijk zou leiden tot de dood.
Ze slaakt een diepe zucht en kijkt zichzelf aan in de spiegel. Het valt niet mee om te zingen en tegelijkertijd in de spiegel te kijken of het wel goed gaat. ‘Rechtop zweven, de vleugels langzaam bewegen en stralen, stralen, stralen!’ had dirigent Michaël gezegd. Nog een keer probeert ze het: ♪♪ Glo-o-o-o-ria, vrede op aarde voor alle mensen van goede wil ♪♪.
‘Als het babietje maar gezond is!’ of ‘We zijn nog gezond, dus we hebben niks te klagen’: het zijn zinnetjes die je regelmatig hoort. Want we weten allemaal: gezondheid is een groot goed.
Ze schrikt als ze het zichzelf hoort zeggen: ‘Hoe lang nog?’ Ze is er het type niet naar om te klagen. Niet klagen, maar dragen, heeft ze altijd geleerd, en bidden om kracht. Gewoon doorgaan, vooruit kijken en doen wat je hand vindt om te doen. Zo staat ze in het leven.