Menu

Basis

Jezus is overwinnaar

De hemel op aarde van vader en zoon Blumhardt

Vader Johann Christoph en zoon Christoph Friedrich Blumhardt waren twee Lutherse predikanten – we schrijven eind 19de, begin 20ste eeuw. Vader en zoon hadden in hun tijd grote invloed op zowel pastorale als sociaal-politieke bewegingen. De Duitse plaatsjes Möttlingen en Bad Boll trokken vele protestanten die kwamen voor een (gebeds)genezing, handoplegging en een pastoraal (biecht)gesprek. Bleef vader Blumhardt de kerk trouw, zoon Blumhardt werkte het laatste deel van zijn leven als socialist. Beide Blumhardts droegen, ieder op eigen manier, bij aan het realiseren van de hemel op aarde. ‘Jezus werd de Overwinnaar’.

J.Chr. Blumhardts jonge jaren

J.Chr. Blumhardt [J.Chr.] kwam uit een eenvoudig milieu. Zijn vader was bakker en melkhandelaar en later houtmeter te Stuttgart. J.Chr. werd geboren op 16 juli 1805, in de oorlogsjaren waarin Napoleon Europa terroriseerde. Het waren ook de nadagen van het 18deeeuwse rationalisme. Het was de tijd die alles verwachtte van het menselijk handelen; de jaren van de algehele vrijheid van denken voor de mens. De Bijbel werd alle goddelijkheid ontzegd.

Toen hij twaalf jaar oud was, had J.Chr. de Bijbel reeds twee keer geheel gelezen en op zijn veertiende jaar koos hij voor de theologie. Zijn vooropleiding was een gymnasium in Schönthal en na vier jaar ging J.Chr. naar de Universiteit van Tübingen. Zijn basis was het geloof in de goddelijke openbaring. Nadat zijn vader was overleden, hielp J.Chr. zijn moeder aan geldelijke inkomsten door vertaalwerk in het Engels te verrichten.

In 1829, J.Chr. was toen 24 jaar oud, eindigde zijn studietijd. Hij werd hulppredikant te Dürrmenz. Het ambt was de vervulling van al zijn gaven en verlangens. In Bazel ontmoette hij zijn oom, die verbonden was aan het Evangelische Missionsgesellschaft Basel. Hij wist J.Chr. te winnen voor de zendingsschool, aan welke instelling hij docent Hebreeuws werd. In Wengen stichtte J.Chr. een eigen gemeente en daardoor breidde Gods rijk zich uit. Hier ging hij de nood van de wereld zien, verstoken van de boodschap van het Koninkrijk Gods. J.Chr. was zielzorger, priester en geestelijk rodekruissoldaat ineen. In Bazel leerde J.Chr. ook zijn vrouw kennen, Doris Köllner. Zij verheugde zich op een leven in Gods wijngaard, en een landelijke pastorie.

In het voorjaar van 1837 werd J.Chr. hulppredikant in Iptingen, een gemeente van 790 zielen. Er was daar op dat moment een diepe kloof tussen pastorie en gemeente. Een groep had zich afgescheiden van deze gemeente: de zogenaamde separatisten. De leden van deze afgescheiden gemeente zagen zich als de lijfgarde van de Heiland, doopten hun eigen kinderen, predikten het celibaat, weigerden de eed af te leggen en de militaire dienstplicht. Maar J.Chr. won de Iptin-gers en de separatisten voor zich.

Op 31 juli 1838 deed J.Chr. Blumhardt zijn intrede in zijn nieuwe gemeente: Möttlingen een klein, achteraf boerendorpje in Württemberg, aan de noordelijke uitlopers van het Zwarte Woud met een kerkelijke gemeente van ongeveer vijfhonderd mensen. Er hadden twee voortreffelijke predikanten gewerkt: ds. Machtolf en ds. Chr.G. Barth. Machtolf stichtte een grote christelijke uitgeverij in Calw, gespecialiseerd in schoolen leesboeken. Het dorpje Möttlingen kende een dode vroomheid of spiritualiteit, een machinale kerkelijkheid en verstands-christendom. J.Chr. Blumhardt kon niet goed preken en maakte geen onderscheid tussen vromen en afvalligen, terwijl zijn voorganger Barth met zijn gemeenteleden de krant las en besprak. Het zendingsveld van Doris was de keuken, soep voor armen en zieken in de gemeente.

Gebedsgenezing en vergeving

Rond 1842-1843 brak een nieuwe fase in het leven van J.Chr. Blumhardt aan. In het dorpje Möttlingen stond een armelijk huis, bewoond door twee broers en drie zusters Dittus, allen ongehuwd. Zus Gottliebin was 24 jaar oud. Ze had een lange ernstige ziekte achter de rug en liep mank. Haar ouders waren vrome mensen, leerlingen van ds. Machtolf. Gottliebin werkte als dienstmeisje in verschillende huizen. Wat gebeurde, tartte alle verbeelding. Zij viel flauw onder het uitspreken van een gebed, hoorde in het familiehuis geluiden en zag een (overleden) vrouw in haar kamer. Met enkele gemeenteleden ging J.Chr. naar haar toe. Gottliebin ervoer onzichtbare wezens, werd naar een ander huis overgebracht en leed aan krampen en duivelse machten. J.Chr. Blumhardt pakte bij zo’n aanval haar stijve handen vast en trok haar vingers in een biddende houding, terwijl ze bewusteloos raakte. J.Chr. fluisterde haar in het oor: ‘Vouw je handen en bid: Heer Jezus help me!’ Enkele ogenblikken later ontwaakte Gottliebin. Ze sprak de biddende woorden van J.Chr. na en alle krampen hielden op. Toen Gottliebin tot rust was gekomen, wist ze niet meer wat er was gebeurd. De hemel was voor haar weer even terug op aarde.

De wapens van J.Chr. waren bidden en vasten. Wat J.Chr. zag en hoorde was meer dan hij kon dragen. De vrienden van J.Chr. zeiden: ‘Bemoei je niet met deze vrouw, er is niets aan te doen.’ Die vrienden gaven Gottliebin op, maar J.Chr. was herder-pastor en vocht. Gottliebins ziekte – epilepsie, vallende ziekte? – duurde voort, maar kende wel perioden van rust. Van tijd tot tijd greep de boze haar echter weer aan, met ruw geweld of verfijnde angsten. In de nacht van 27 op 28 december 1843 kwam de overwinning. Onder langdurig en onmenselijk luid schreeuwen, is de boze geest toen uit haar gevaren. Zij ervoer: Jezus is overwinnaar. De hemel kwam op aarde, de duivelse machten werden bedwongen.

Onder onmenselijk schreeuwen is de boze geest uit haar gevaren

Na de periode waarin Gottliebin Dittus het werk van Blumhardt senior bepaalde, meldde zich een man bij de pastorie van J.Chr. die om vergeving vroeg, om zalig te worden. Blum-hardt legde deze man de handen op, waarop de man schuld bekende en zijn levensballast in de studeerkamer van Blumhardt legde en achterliet. De man wilde van Blumhardt zelf de verkondiging van de vergeving van zijn zonden horen. J.Chr. sprak hem in naam van de Heiland vrij van schuld. Het personeel van de pastorie had echter bezwaren tegen ‘dat roomse gedoe’, de biecht. Omdat evenwel J.Chr. zelf zich steeds weer verdeemoedigde voor God, kon hij naast de schuldige mens staan en met hem tot Jezus gaan. Een situatie forceren door preek of gebod was J.Chr. vreemd. In zijn binnenkamer voor God zijn schuld uitspreken volstond voor hem, een ander had daar niets mee te maken.

Ik verbind mij met het verlangen naar een nieuwe tijd

Vergever der zonden

Na enige tijd bemerkte J.Chr. Blum-hardt dat mensen met wie hij gebeden had, bevrijd waren van lichamelijke kwalen. J.Chr. durfde de nadruk te gaan leggen op de vergeving van zonden oftewel ‘absolutie’. Een handoplegging was een onschuldige handeling, schonk rust aan het gemoed en oefende invloed uit op de gezondheid. Zondevergeving en genezing waren aan elkaar verwant. Hoe oprechter de vergeving, hoe groter de genezing en dus hoe meer hemel op aarde. De zieken ervoeren iets, vooral de zwaarmoedigen. J.Chr. Blumhardt verwachtte alles van de werking van Gods Geest. Hij zag ziekte als een daad van God tegenover onze daad: de zonde. Voor Blumhardt stonden twee dingen vast: alles komt van God en alle ziekte vindt zijn oorsprong in de zonde of in de zondige natuur van de mens. Blumhardt zag de Heiland vóór alles als de Vergever der zonden. Met nadruk waarschuwde J.Chr. Blum-hardt tegen elke, ook de vroomste, vorm van zogenaamde gebedsgenezing die alleen maar was gericht op herstel van het zieke lichaam. De apostelen werden toegerust met de gaven te prediken en te genezen, De aanraking van Jezus aan blinden en lammen was niet meer dan een uiterlijk middel, een middel om de hemel op aarde te realiseren.

De wereld in, de kerk uit

Zoon Christoph Friedrich Blumhardt (1842-1919) werd gezien als de door God gezondene, die de boodschap van God bracht. Christoph beïnvloedde religieus-socialisten als Leonard Ragaz en Hermann Kutter, en later de bekende protestantse theologen Karl Barth en Eduard Thurneysen. De geschriften die Christoph naliet waren doorgaans prekenbundels. Hij richtte zich tot de massa die niet gestudeerd had en van theologie geen verstand.

Het leven van Christoph kunnen wij niet begrijpen zonder dat van zijn vader. In ons land was er de neiging om de vader ten koste van de zoon te verheffen en de zoon was zonder zijn vader en diens bijzondere levensgeschiedenis een niet te begrijpen figuur. Het levensverhaal van vader Blumhardt speelde zich af in Mött-lingen, alhoewel hij de laatste jaren van zijn leven doorbracht in Bad Boll, daar zette hij het werk van Möttlingen voort. J.Chr. stierf op 25 februari 1880 in Bad Boll.

Zoon Christoph volgde zijn vader op en zette zijn werk voort. Bad Boll bleef een centrum van zielzorg, een toevlucht voor iedereen die vermoeid en belast was. Bad Boll mocht geen stain-de-weg voor het komende Koninkrijk Gods worden. Een nieuw tijdperk begon. De piëtistische vroomheid die vader Blumhardt als een gevaar had gezien maar waarvan hij toch nooit helemaal was losgekomen, werd door de zoon uitgebannen. De vorst der duisternis met wie Blumhardt sr. gesproken had en op wie hij de overwinning had behaald, gold niet langer als de eigenlijke tegenstander van het Rijk Gods: dit werd nu de mens zelf. Het vertrek van vader Blumhardt uit Möttlingen naar Bad Boll, betekende dat hij met de zaak waarvoor hij streed de wereld in trok, de kerk uit. In de kerk werd het hem te benauwd. Men dacht er te klein over God. Zo baande hij het pad voor zijn zoon. De kerkelijke mensen lopen altijd langs dezelfde wegen, terwijl men toch voelen en tasten kon, dat God andere wegen wilde gaan. Blumhardt sr. zei: ‘Niet de kerk, maar het Koninkrijk! Niet het christendom, maar Christus.’ Het christendom was een werelds verschijnsel geworden.

De concrete toepassing van dit nieuwe inzicht was Blumhardts jr. keuze voor het socialisme en zijn toetreden tot de sociaaldemocratie. Vanaf 1899 was hij bezig met sociale vragen. Ergens tekende hij op: ‘De Heiland wil in de grond der zaak de sociale vraag oplossen.’ Jezus is meer sociaal dan religieus. De socialisten waren, als het er op aankwam, profeten. Wij leven, aldus Blumhardt jr., in de tijd van het proletariaat. ‘Juist die zogenaamd goddeloze mensen werken vaak in de wijngaard, zij zijn niet kerkelijk en doen alsof zij geen godsdienst hebben, maar is dat geen godsdienst wanneer men zich daarvoor inspant, dat de mens tot zijn recht komt?’

Het proletariaat als instrument

Blumhardt jr. zag God bij de zogenaamde goddelozen en herkende het werk van God ook daar waar God als het ware incognito optrad. In het werk der socialisten deed God zijn werk. Ook al geloofden zij niet aan Christus, zij moesten toch Zijn wil doen. Het proletariaat was een instrument in Gods hand, waarmee God de christenheid opnieuw aan de waarheid van Zijn Rijk herinnerde. De komst van het socialisme betekende voor alles een oproep tot bekering. Is het voor God te rechtvaardigen dat kerk en christendom een bondgenootschap sloten met de oude wereld, terwijl de onkerkelijken en de goddelozen strijden voor een nieuwe wereld, een hemel op aarde?

In juni 1899 woonde Blumhardt jr. te Göppingen een volksvergadering bij. Daar werd geprotesteerd tegen een wetsontwerp dat het verenigingsrecht van arbeiders beperkte. Blumhardt jr. had eigenlijk niet de bedoeling gehad lid van de partij te worden. In een vergadering van de sociaaldemocratische arbeiderspartij op 24 oktober 1899 sprak hij: ‘Ik verbind mij met het verlangen naar een nieuwe tijd, niet met de partij; alleen de wil van Jezus geldt, namelijk dat de wereld moet worden omgewenteld.’

Wie zou Blumhardt jr. kunnen verwijten, dat hij zijn geloof verloochende toen hij zich bij de socialisten voegde? Christus werd gezonden tot tollenaren en zondaren. Hij heeft ook twaalf proletariërs tot zijn discipelen gemaakt. Deed Blumhardt jr. niet hetzelfde als Christus? De socialisten werden zijn bondgenoten en hij werd hun vriend omdat zij, met de ellende in de maatschappij voor ogen, getuigden: zo mag het niet langer. Met de liefde van God ging Blumhardt jr. de wereld der socialisten binnen. In het streven van de sociaaldemocratie ziet Blumhardt jr. iets van Christus, want ook Christus wilde een wereld waarin gerechtigheid en waarheid, liefde en leven, alles doordringen. ‘In de geest van Christus maakte ik,’ aldus Blumhardt jr., ‘mij één met dit streven. Vreest niet. Gelooft veeleer, dat de tegenwoordige tijd meer dan een andere geroepen wordt om het Rijk van God naderbij te brengen.’ Een discipel van Christus kan zich heel goed verbinden met de sociaaldemocraten, ja nog veel beter dan met andere partijen. Jezus is een vriend van tollenaren en zondaren. Dat betekent een aanklacht tegen de verburgerlijkte kerk, een getuigenis tegen alle menselijke ongerechtigheid en voor de gerechtigheid van God.

Teleurstellingen

Blumhardt jr. werd gekozen tot lid van de Württemberger landdag, waarin hij zes jaar zitting had. Hij ervoer iets van Jezus’ woord tot Johannes de Doper gericht: ‘Aan de armen wordt het evangelie gepredikt.’ Door Blumhardt jr. werd de Christus verkondigd, die Zijn Rijk doet komen – de hemel op de aarde – en de strijd aanbindt tegen de oude wereld van nood en ellende. Met hart en ziel heeft Blumhardt jr. onder de socialisten gewerkt, in gehoorzaamheid aan God die hem een woord voor die generatie had gegeven. Blumhardts jr. toetreden tot de sociaaldemocratie was een prediking van de liefde Gods tot de wereld met een daad. Hij predikte op een tot dan toe ongekende wijze de genade van God, die goddelozen tot Zijn kinderen aanneemt. Blumhardt jr. heeft na zijn overgang tot het socialisme heel veel doorgemaakt. Bad Boll liep leeg en veel vrienden werden hem ontrouw. Het kerkelijk bestuur eiste dat hij afstand zou doen van de titel van predikant der Württembergse landskerk, de kerk liet hem los.

Blumhardt jr. erkende dat ook het socialisme het Koninkrijk van God niet bracht. Het socialisme behoorde tot de wereld die voorbijging en bracht niet de wereld van Jezus Christus: de hemel op aarde. Door allerlei teleurstellingen ging Blumhardt zijn hoop steeds meer en uitsluitend op God stellen. Blumhardts jr. taak werd nu: dragen, wachten, uitzien, bidden.

Literatuur:

-J.J. Buskes, De beide Blumhardts, een strijd om het Koninkrijk Gods, Baarn, z.jr.

-W.A. Plug, Möttlingen, Baarn, z.jr., 2de druk. -Bernard Schipper, Vluchtheuvel bij hoog water,

Landgoed de Hezenberg: een bewogen geschiedenis, Zwolle 2012, 2de druk.

-J.A. Schreuder, Uit het leven en werk van Johann Christoph Blumhardt, ’s-Gravenhage, z.jr.

-J.C. Schreuder, De overwinningsgedachte bij Johann Christoph Blumhardt, Kampen, 1957.

De Hezenberg

Ds. W.A. Plug (1900-1974) bracht na de Tweede Wereldoorlog het geestelijk erfgoed van Möttlingen naar Nederland en bouwde dit verder uit. Vader en zoon Blumhardt inspireerden o.a. de bekende Amsterdamse predikanten dr. J.J. Buskes en prof. dr. E.L. Smelik en hebben ook de charismatische beweging in ons land beïnvloed. De Leidse hoogleraar dr. H. Berkhof wees het komende Rijk Gods als 19e eeuwse vernieuwing in de theologie aan en koppelde deze aan de beide Blumhardts.

De spiritualiteit van vader en zoon Blumhardt leeft in ons land nog altijd voort op De Hezen-berg, een Overijssels landgoed in Hattem. Hier is vanuit de christelijke-Blumhardtiaanse achtergrond aandacht voor (specialistische) GGZ, geeft men pastorale begeleiding, o.a. aan mensen die kampen met een groot verdriet of zich afvragen: ‘Wat moet ik met mijn leven en waar is God eigenlijk?’ Ook organiseert De Hezenberg retraites om stil te staan bij het eigen leven en ruimte te bieden voor bezinning op dat wat van belang is voor ieder mens.

Wellicht ook interessant

Nieuwe boeken