Menu

Premium

Kringviering: Ontregelen

Een wandelaar op pad

Beoogde datum: 3 juni 2018
Beoogd gebruik: kringviering of huiskamerviering
Thema: De sabbat is er voor de mens

Bij Deuteronomium 26:5-11 en Marcus 2:23 – 3:6

De sabbat is er voor de mens, en niet de mens voor de sabbat (Marcus 2:27).

Zie ook

Uitgangspunten bij thema en teksten

Elke vorm van samenleven heeft regels nodig, juist om wat goed en kwetsbaar is te beschermen. Maar elke politicus, rechter of opvoeder weet dat een strikt ‘regels zijn regels’ niet hanteerbaar is. En voor je het weet gaan zulke regels een eigen leven leiden en draait het alleen nog om die regels zelf. ‘Leefregels die bedoeld waren als goede begrenzing van een kostbare ruimte, kunnen zomaar worden tot het traliewerk van een kooi, waardoor de ruimte geen plek van vrijheid meer is, maar een gevangenis’ (P. van Veldhuizen). Misschien is er in de viering ruimte om voorbeelden uit het eigen leven en samenleven met elkaar te delen.

Vandaag gaat het over de sabbat als ‘heilige ontregeling’ van ons leven. Een geschenk van God – om het leven als geschenk van God te kunnen vieren. In de ‘tien woorden’ volgens Deuteronomium 5 wordt het sabbatsgebod in verband gebracht met de bevrijding van het volk uit slavernij (anders dan in Exodus 20, waar het sabbatsgebod in het teken staat van de zevende dag van de schepping). Het thema ‘vrijheid’ in relatie tot de sabbat komt in deze viering terug. Het is de link tussen de Evangelielezing en de lezing uit Deuteronomium. Geef jezelf, elkaar en alles wat leeft de ruimte om de vrijheid die God je geeft te vieren. Die vrijheid moet beschermd worden en daar zijn regels voor nodig. Maar let op, zegt Jezus, ‘de sabbat is er voor de mens, en niet de mens voor de sabbat’.

Deuteronomium 26 is de afsluiting van een lange lijst regels en voorschriften voor het leven in het nieuwe land. Het is een geloofsbelijdenis die nog eens kort samenvat waar het in al die regels uiteindelijk om gaat. Net als bij het sabbatsgebod wordt herhaald hoe God het volk heeft bevrijd uit slavernij en heeft geleid naar de overvloed van melk en honing. Om dat te symboliseren, moet de eerste opbrengst van het land aan God worden opgedragen. Daarna mag er gefeest worden. Bedenk dat het leven op aarde een geschenk van God is. Dan ontstaat er ruimte om met elkaar het goede leven te vieren.

In de liederen en gebeden komen noties terug als vrijheid, ruimte maken, het leven vieren als geschenk en delen in Gods overvloed.

Liturgie

Teksten die de voorganger uitspreekt zijn cursief gezet.

Openingslied

  • NLB 65:1 en 6

Opening

Onze hulp is in de naam van de Eeuwige
die hemel en aarde gemaakt heeft.

Genade en vrede van God onze Vader
en van Jezus Christus, onze Heer.
Amen

Kyrie en gloria

  • We vieren uw belofte van overvloed en vrede
    in een wereld waar honger en oorlog heerst.
    We horen de belofte van vrijheid
    in een wereld vol onderdrukking en terreur.
    We spreken over geloof en hoop
    te midden van twijfel en wanhoop.
    We beleven vreugde en verbondenheid
    te midden van angst en verraad.
    We vieren de belofte van liefde en leven
    in een wereld van haat en dood.
    We vieren we de belofte van de levende Christus,
    van redding en vernieuwing,
    te midden van zonde en verval.
  • Samen bidden we: NLB 367d
  • Gloria: NLB 304

Beeldmeditatie bij een schilderij van Van Gogh

Vincent van Gogh maakte verschillende schilderijen van korenvelden, vaak met veel licht, warmte en kleur. Eén van deze schilderijen is Korenveld bij zonsondergang dat hij in 1888 schilderde in Arles.

Kijk naar de kleuren die Van Gogh gebruikt, naar de zon (vaak symbool voor het goddelijke), naar het contrast tussen het graanveld en de stad met de fabrieken erachter, naar de twee figuren aan de rand van het veld. Welke sfeer of welk gevoel roept het schilderij bij je op?

Schriftlezingen

  • Gebed: DB 1 p.407: ‘Gij, die geen vreemde voor mensen wilt blijven…’

Kindermoment

Schriftlezing

  • Deuteronomium 26:5-11
  • NLB 311
  • Marcus 2:23 – 3,6
  • NLB 827

Overdenking (zie onder)

Lied bij de gebeden en gaven

    • NLB 365:1, 2, 6 en 7
  • Gebeden

    • Dankgebed voor de goede gaven die we uit Gods hand ontvangen: ‘God van Abraham, Izaak en Jacob …. gerechtigheid, vrijheid en vrede’ (fragment van DB1, p.263, n.20)
    • Gebed om vrijheid: ‘Maak ons vrij als vogels, God’ (DB1, p.828, n.154)
    • Gebedsintenties voor de wereld waarin we leven…
    • Gebedsintenties voor de mensen met wie we ons leven delen…
    • Stil gebed
    • Onze Vader

    Collecte

    Slotlied

    • NLB 978:1, 2 en 4

    Zegen

    • ‘Dat je de weg mag gaan die je goed doet’ (NLB p.1335)

    Overdenking

    Een arme in nood mag bij de bakker een brood stelen. Met die uitspraak haalde de Bredase bisschop Muskens ooit het nieuws. Natuurlijk, stelen mag niet, maar bij schrijnende armoede is het soms te rechtvaardigen. Wat als je honger hebt en je geen andere oplossing ziet om jezelf en je kinderen te voeden? Het ‘broodje van Muskens’ is nog altijd een begrip.

    De regel en de uitzondering. Gaat het daarover in onze Evangelielezing? De leerlingen van Jezus plukken onderweg aren, op de sabbat, en Jezus laat dat gebeuren. Het leidt tot grote verontwaardiging onder de Farizeeën. De religieuze regels voor de sabbat waren heel duidelijk. Er was precies vastgelegd wat wel en niet mocht. Werken mag onder geen beding en aren plukken valt onder werken. Met die regels ga je niet schipperen. Je kunt er niet zomaar je eigen draai aan geven. De sabbat is een heilige dag, door God zelf ingesteld. Overtreding van de regels moet daarom zwaar worden bestraft. Vertelt de tora ons niet dat een man die op sabbat houtjes sprokkelt op bevel van de Heer wordt gestenigd [Numeri 15, 30v]?

    Die paar aren waren dus niet maar een pietluttigheid. De Farizeeën tillen er zwaar aan en de leerlingen van Jezus zullen er ook niet schouderophalend bijgestaan hebben. Als gelovige joodse mensen wisten ze heel goed hoe belangrijk het sabbatsgebod was. Ze hadden die aren geplukt omdat ze hongerig waren. Dat wordt er niet bij verteld (in het Matteüsevangelie wel), maar het blijkt uit het antwoord dat Jezus geeft aan de Farizeeën. Hij beroept zich op David. Toen de mannen van David honger hadden, gaf hij toestemming om in het huis van God van de toonbroden te eten. Nood breekt wet. Als je honger hebt, mag je van heilig brood eten en zelfs het strikte sabbatsgebod overtreden.

    Maar Jezus voegt er nog iets aan toe. ‘De sabbat is er voor de mens’, zegt hij, ‘en de mens niet voor de sabbat.’ Daarmee zegt hij niet alleen iets over de uitzondering die de regel bevestigt (honger is zo’n uitzondering), maar ook iets over de betekenis van de sabbat. Het gaat niet om de vraag wat er wel of niet mag, maar om de vraag wat het leven dient. Jezus is niet gekomen om de geboden af te zwakken of af te schaffen, ook het sabbatsgebod niet. Hij benadert de geboden vanuit liefde en menselijkheid. Dat wordt nog eens duidelijk als hij op sabbat de man met de verschrompelde hand geneest en het conflict met de Farizeeën zich verscherpt. ‘Wat mag je op sabbat doen: goed of kwaad? Een leven redden of het vernietigen?’

    De sabbat is er voor de mens. Hoe dan? In het bijbelboek Deuteronomium wordt het sabbatsgebod verbonden met de Exodus, het grote verhaal van God die het volk bevrijdt uit de slavernij. Sabbat heeft dus te maken met bevrijding. En met de voortdurende zorg dat je jezelf en anderen niet opnieuw een slavenjuk oplegt. De sabbat is een heilige dag, een geschenk van God, een pas op de plaats, een heilige onderbreking van het leven. Een dag die ons gewone dagelijkse doen ontregelt. Een dag die gewijd is aan de God die ons bevrijdt. Een dag van rust en vrijheid, voor mens en dier. Zo’n rustdag was uniek in de wereld van toen en ook in de wereld van vandaag.

    Die rust en vrijheid, zo’n heilige onderbreking, moet je bewaken en begrenzen – door er regels voor af te spreken en daar niet achteloos mee om te gaan. Alleen, voor je het weet gaan zulke regels een eigen leven leiden en draait het om die regels zelf. Zoals zo vaak als we wat kostbaar en kwetsbaar is willen bewaken. Denk aan het leerlingvolgsysteem in het onderwijs. Wat ooit bedoeld was om iedere leerling passende ondersteuning te geven, is een dwingend systeem geworden dat leerlingen opzadelt met toetsdruk en leerkrachten met een tijdvretende papierwinkel. Of denk aan de vele protocollen in de zorg, ooit bedacht om cliënten en medewerkers te beschermen, maar vaak ontaard in een administratieve rompslomp. Leefregels die bedoeld waren als goede begrenzing worden een traliewerk. Vrijheid wordt tot dwang. Als regels niet meer het leven dienen, maar alleen nog de regels zelf, dan is het goed om terug te gaan naar de vraag waar het ook al weer om begonnen was. Dan is het goed als er iemand is die ontregelt. Een bisschop die zegt dat een arme best een brood mag stelen en daarmee zegt dat de economie er is voor de mens en de mens niet voor de economie. Een rabbi in het wuivende graan, die zijn leerlingen aren laat plukken op sabbat, en ons terugbrengt bij waar het sabbatsgebod ook al weer om begonnen was.

    De tekst die we lazen uit Deuteromium is de afsluiting van een lange lijst regels en voorschriften voor het leven in het nieuwe land. Het is een geloofsbelijdenis die nog eens kort samenvat waar het in al die regels uiteindelijk om gaat. Menswaardig leven en samenleven. Net als bij het sabbatsgebod wordt herhaald hoe God het volk heeft bevrijd uit slavernij en het heeft geleid naar de overvloed van melk en honing. Om dat te symboliseren, moet de eerste opbrengst van het land aan God worden opgedragen. Daarna mag er gefeest worden. Er valt pas iets te vieren als we beseffen dat de overvloed die de aarde voortbrengt een geschenk van God is en iedereen (ook de vreemdeling) daarin kan delen.

    De sabbat, als heilige ontregeling van ons dagelijks leven, is een geschenk van God, om het leven als geschenk van God te kunnen vieren. In de overvloed van het rijpe koren noemt Jezus zich ‘Heer van de sabbat’. Hij wil ons geen nieuw slavenjuk opleggen, maar ons bevrijden van wat ons knecht en verslaafd maakt. In de vrijheid die hij ons voorleeft kun je tot bloei komen. Laten we ons door hem ontregelen?

    Ideeën voor een moment met kinderen

    • Gebruik het kindermoment ‘Jij moet niks’ over ‘moeten en mogen’. Waar gaat het op de rustdag echt om?
    • Een andere mogelijkheid is het kindermoment ‘Omdat het zo hoort’, met een gedicht en vragen over regels en rituelen thuis. Mag daar wel eens van afgeweken worden?
    • Voor wat oudere kinderen staat er in Zorg dat het je goed gaat van Karel Eykman en Margreet de Heer een verhaal over een brugklasser die in de stress schiet omdat ze voor haar moeder een boodschap moet doen, terwijl ze nog zoveel te doen heeft voor Frans en Engels en aardrijkskunde en ook nog naar haar vriendin moet om afspraken te maken over het buurtonderzoek dat ze samen moeten doen (p36: ‘Niksen is nuttig’). Uiteindelijk laat ze de boel de boel en loopt ze zonder doel de deur uit, de straat op, het park in, waar ze van alles ziet dat haar anders ontgaat (‘Je maakt nog eens wat leuks mee als je niet aan het stressen bent’). Het levert onverwacht veel op voor haar buurtonderzoekswerkstuk. Een verhaal als dit kan aanhaken bij eigen ervaringen van tieners en een gesprek over ‘keuzestress’ in hun leven en over de vraag wat ‘moet’, waar het om gaat in je leven.

    Wellicht ook interessant

    Nieuwe boeken