Menu

Premium

Kringviering: Uitzien naar de Mensenzoon

Bij Lucas 21:25-31

Beoogde datum: 2 december 2018 (1e zondag van Advent)
Beoogd gebruik: kringviering of huiskamerviering
Thema: Uitzien naar de Mensenzoon

Zie ook

Uitgangspunten bij thema en teksten

De lezing uit Lucas op deze 1e advent bergt een groot contrast in zich.

De evangelist laat zien dat hij met beide benen in de wereld staat. Hij kijkt naar de wereld en gebruikt daarbij teksten uit de profeten. Tegelijkertijd en te midden van de kosmische chaos roept Lucas de lezers op niet bij de pakken neer te gaan zitten maar zich op te richten, hun hoofd omhoog te heffen, want dit is de tijd dat de verlossing komt.

Liturgie

  • Orgelspel

  • Aansteken paaskaars

  • Bemoediging

Onze hulp is de naam van de Heer
die hemel en aarde gemaakt heeft

  • Groet

Genade en vrede voor ons
van God de Vader
van Jezus Christus de Heer
in gemeenschap met de heilige Geest

  • Aanvangslied: NLB 25a

Woorden ter inleiding op de dienst bij de 1e advent:
We staan aan het begin.
Niet alleen aan het begin van een nieuwe dag
maar aan het begin van een nieuw kerkelijk jaar.
Deze eerste zondag van advent draagt de naam:
Ad te, Domine, levavi:
Mijn ziel til ik naar U omhoog!

We bereiden ons in de komende vier adventsweken voor op de komst van Christus in deze wereld.
Iedere nacht hoe donker ook wordt doorbroken door het Licht van God.
Het begin is klein, één kaars gaat branden.
Waar licht is, hoe klein ook, is het donker geweken.

  • Aansteken van de eerste adventskaars

Kaarsenlied: NLB 461

  • Kyriegebed
    iedere intentie wordt, nadat de voorganger heeft gezegd ‘daarom zingen en bidden wij’ afgewisseld met het zingen van NLB 301g of NLB 301a.

Vol verwachting zien wij uit naar het Licht dat komt.
Daarom roepen we tot U om ontferming vanwege allen die leven in het donker,
voor wie tasten in het duister op de weg door het leven,
voor wie zoekt naar houvast.
Daarom zingen en bidden wij:

Vol verwachting zien we uit naar de komst van de Mensenzoon.
Daarom roepen we tot U om ontferming vanwege allen die niemand hebben,
voor wie eenzaamheid de harde werkelijkheid van elke dag is.
Daarom zingen en bidden wij:

Vol verwachting verlangen we naar de Vredevorst.
Daarom roepen we tot U om ontferming vanwege allen die de vrede niet kennen,
die bang zijn dag en nacht,
die op weg gaan om veiligheid te vinden, maar geen rust vinden.

Daarom zingen en bidden wij:

Met heel ons hart zien we uit naar de komst van Jezus uw Zoon,
Met heel ons hart zien we uit naar het einde van de nacht
en verwachten we het licht dat over ons opgaat.
Komt tot ons Heer, uw wereld wacht. Amen

  • NLB 601

  • Gebed van de zondag

Goede God,
U die een vriend wilt zijn
Voor allen die eerbied hebben voor uw naam,
laat de tijd komen
waarin uw beloften vervuld worden.

Zend Hem in ons midden
door wie wij staande blijven
als horen en zien ons vergaat
en de wereld wankelt
onder geweld en onrecht.

Vandaag en alle dagen die komen.
Amen.

  • Schriftlezing

Lucas 21:25-31, waarna NLB 462

  • Uitleg en verkondiging

Gemeente van onze Heer Jezus Christus,

We staan op een kantelpunt in de tijd. In deze adventstijd speuren onze ogen de horizon af. We stellen ons de vraag: Is er al ergens sprake van het Licht dat komt. Kunnen we al ergens, al is het nog maar in de verte, iets bespeuren van de dag die gloort? Voelen we al dat er een nieuwe tijd op het punt staat te beginnen? Een tijd waar velen op deze aarde en wij met hen reikhalzend naar uit kijken.

En we realiseren ons vandaag, na het lezen van dit gedeelte van Lucas, dat met de komst van de Mensenzoon, de hele wereld op zijn kop komt te staan. Niets blijft bij het oude, alles wordt anders: alle vastigheden in het leven, alles waaraan je gewend bent.
De overgang van het oude naar het nieuwe vergelijkt Lucas met barensweeën. Een heftige en pijnlijke tijd die voorafgaat aan en deel uitmaakt van de geboorte. Te midden van het tumult van de tijd moet de gemeente voor wie Lucas schrijft dit voor ogen houden. Hoe beangstigend het ook is, uiteindelijk zal het nieuwe komen, de Mensenzoon verschijnen.

Maar tot het zover is gaat het er heftig aan toe. Lucas beschrijft in dit tweede deel van de apocalyptische rede wat hij ziet gebeuren. Hij doet dat met de woorden van de profeten. Niet om de toekomst te voorspellen, dat doen profeten per definitie niet. Hij neemt ze bij de hand om de tijd waarin hij leeft te lezen en te duiden.

Het zijn donkere tijden, zware tijden, opnieuw.

Eerder werd er gesproken over de verwoesting van de stad Jeruzalem en van de tempel. En we denken terug aan de tijd eeuwen geleden dat het volk Israël in ballingschap naar Babel werd weggevoerd. Hoe de koning van de Chaldeeën de muren van Jeruzalem omver had laten halen. Dat hij opdracht gaf alle grote gebouwen in de stad in brand te steken. Ook de tempel, het huis van God ontkwam er niet aan er blijft niets van over.

De evangelist Lucas schrijft nadat de stad en de tempel in het jaar 70 opnieuw verwoest zijn. Weer ligt alles in puin, niet alleen de stad en tempel. De crisis die voorafgaat aan de komst van de Mensenzoon omvat de hele schepping. Werkelijk, alles is in rep en roer. Zon en maan en sterren en de zee, ze wankelen.

De hele orde, die God heeft aangebracht in de kosmos, valt weg. De hele schepping, waar Genesis 1 een loflied op zingt, die in den beginne werd geschapen en waarin alles op zijn plaats is gezet, wankelt. De aarde vervalt in chaos, keert terug naar de wanorde van voor de schepping.

Wat hier gebeurt gaat ons bevattingsvermogen te boven. Niet blijft zoals het was. Niets is meer vanzelfsprekend. Alles waar je blind op kon vertrouwen is verdwenen. Het gewone ritme van het leven wordt heftig door elkaar geschud. Dat laat geen mens onberoerd. Mensen worden/zijn radeloos. Enorme angst overvalt hen. Mensen voelen zich machteloos. Niemand heeft nog grip op wat er gebeurt. Misschien herkent u dat: wij worden overvallen door angst als het leven op zijn kop staat. De schrik kan ons om het hart slaan als je je houvast dreigt te verliezen door wat je in je persoonlijke leven meemaakt. Als ziekte het vertrouwen in je lichaam aantast. Als je bestaanszekerheid aan het wankelen wordt gebracht door het verlies van je werk.

Als de aarde, de grond onder je voeten, beeft en je (levens)huis scheuren vertoont en onbewoonbaar verklaard wordt. Als relaties met anderen zo verstoord zijn en ingenomen posities dermate vastliggen dat er geen beweging in zit en geen toenadering mogelijk lijkt. Als alles je bij de handen afbreekt, je uit koers raakt en angst je leven binnensluipt: hoe kun je dan, te midden van de crisis, het vertrouwen bewaren dat God door alles heen niet loslaat wat Zijn hand eenmaal is begonnen? Blijft God zich bekommeren om zijn mensen die in grote nood verkeren?

Het gaat om onze blikrichting, die is bepalend voor wat we zien. Leggen we ons neer bij de feiten en buigen we ons hoofd? Of heffen we het hoofd op, om te speuren of ergens al de wereld daagt waar mensen waardig leven mogen en elk zijn naam in vrede draagt, zoals Lied 601 (NLB) zingt?

Ad te, Domine, levavi. ‘Tot U hef ik mijn leven op’ is de naam van deze eerste zondag van Advent. Ik richt mijn leven op God die mij tot leven heeft geroepen en mij het leven geeft. Onze verlossing komt dichterbij, de vrede is niet meer ver. Jezus wakkert in de korte gelijkenis van de vijgenboom onze hoop daarop aan. Het uitlopen van de bladeren is meer dan een teken dat de zomer in aantocht is. Ze wijzen ook op een tijd van vrede en zorgeloosheid, zoals de tijd onder het bewind van Salomo . Die toekomst komt dichterbij en breekt zich baan in de Mensenzoon. Zoals Hij van ons is weggegaan bij zijn hemelvaart, zoals Hij aan ons zicht werd onttrokken, zo komt Hij ook tot ons terug. De Opgestane nadert op een wolk. Hij, die door de dood is heengegaan en is opgewekt, komt ons van de andere kant tegemoet.

In Hem komt de grote zomer.
In Hem daalt hemelse vrede neer, als morgendauw,
op de hardvochtige werkelijkheid van deze aarde.Hij zelf is de vredevorst.
Naar Hem zien we uit, vol verwachting, deze adventstijd en alle dagen van ons leven.

Amen.

  • Muziek

  • NLB 451

  • Gebeden: dankgebed, voorbede, Onze Vader

Goede God,
In hoopvolle verwachting zien we uit naar Jezus uw Zoon
dat Hij intrek mag nemen in deze wereld
zodat Uw wereld een plek mag worden waar mensen in vrede met U en met elkaar kunnen leven.

U die niet woont in huizen van hout en steen,
maar die in mensen wilt wonen, woon in ons met uw Geest.

U Herder van onze ziel roep ons weg uit de chaos,
ellende en matheid en raak onze veerkracht aan.

Zodat wij als gemeente de weg bereiden voor de komst v
an Jezus en een spoor van hoop,
licht en warmte trekken hier op de plek waar we wonen.

U die onze Trooster wilt zijn en alle tranen wilt afwissen,
we bidden voor mensen die verdriet hebben, voor wie mishandeld en vernederd worden.

We bidden voor wie geen tranen meer hebben,
geen uitweg meer zien, geen uitweg meer lijken te hebben.

U die onze Herder wilt zijn, we bidden voor mensen die dolen over deze aarde,
verstrikt in netwerken van mensenhandel, slavernij en uitbuiting.

Voor hen met wie we ons verbonden weten dichtbij en ver weg:
voor wie ziek is en opziet tegen een operatie,
voor wie in afwachting is van uitslagen,
voor wie een weg zoekt om verder te kunnen,
voor wie afscheid moet nemen van het leven,
voor wie rouwen om wie hen lief is.

Hoor ook naar ons als wij u in de stilte van dit moment voorleggen wat er in ons leeft:

Stilte

  • Onze Vader

Onze Vader die in de hemelen zijt,
uw naam worde geheiligd;
uw Koninkrijk kome;
uw wil geschiede,
gelijk in de hemel als ook op de aarde.
Geef ons heden ons dagelijks brood;
en vergeef ons onze schulden,
gelijk ook wij vergeven onze schuldenaren;
en leid ons niet in verzoeking,
maar verlos ons van den boze.
Want van U is het Koninkrijk
en de kracht en de heerlijkheid
tot in eeuwigheid.
Amen.

  • NLB 435

  • Zegen

De genade van onze Heer Jezus Christus
en de liefde van God
en de gemeenschap van de heilige Geest
zij met ons allen.
Amen.

  • Orgelspel

Ideeën voor een moment met kinderen

Neem een dode tak of een bloembol mee en praat met de kinderen of de mogelijkheid bestaat dat deze tak, bloembol op enig moment tot bloei komt. Een mooi lied daarbij is ‘In de bloembol is de krokus’, NLB 982.

In deze tijd van het jaar verlangen veel mensen al naar de lente en halen bloembollen in huis die daarnaar verwijzen:

Krokussen, hyacinten, amaryllissen. Er is een nieuwe lente op komst, in de knop aanwezig, maar nog niet zichtbaar.

Een liturgische schikking met allerlei bloembollen zou een mooie verbeelding van dat verlangen naar een nieuwe tijd kunnen zijn.

Bronnen

  • NLB

  • DB I

Wellicht ook interessant

Nieuwe boeken