In steeds meer gemeenten worden uitvaarten niet alleen meer geleid door de predikant of kerkelijk werker, maar ook door gemeenteleden. Hoe heeft deze ontwikkeling zich ingezet?
‘Onze doden begraven’
Ouderlingenblad 2021, nr. 9
Dit artikel is een gratis introductie op het themanummer van Ouderlingenblad over 'Onze doden begraven' (2021, nr. 10; 1129). Onderaan het artikel vind je de andere bijdragen uit het nummer. Ben je benieuwd naar andere nummers van Laetare? Bekijk dan alle artikelen.
Ter inleiding
Een uitvaart is een emotioneel en indringend gebeuren, dat de laatste tijd steeds meer ook persoonlijk en uniek moet zijn. Ook de kerkelijke uitvaart is sterk veranderd. Wat is nog het onderscheid met een seculiere uitvaart? Vragen voor dit themanummer, hier de inleiding.
Dit voorjaar was ik als predikant in korte tijd bij meerdere uitvaarten betrokken. Toen ik na afloop van een van die begrafenissen weer naar huis fietste, mijmerde ik daar nog wat over na. Het viel me op dat de wensen van nabestaanden steeds specifieker worden. Waar je voorheen een min of meer vaststaand script had, komt het nu regelmatig voor dat over elk onderdeel overlegd (en soms onderhandeld) moet worden.
Kruispunten in het leven
Het zal ermee te maken hebben dat je op de kruispunten van het leven steeds vaker mensen ontmoet met weinig kerkelijke betrokkenheid. Op zo’n moment komt de kerkelijke traditie, met allerlei gegroeide gebruiken, in contact met mensen die soms van toeten noch blazen weten. Regelmatig maak ik mee dat de kinderen (en kleinkinderen) nog wel weten te vertellen dat het geloof voor moeder (en oma) heel belangrijk was, maar wat het dan betekende kunnen ze niet aangeven. Daarom is het fijn als er een dominee bij is (‘dat zou ze zeker gewild hebben’), maar, zo gaat het in één adem door: ‘maakt u het niet te zwaar’…
Werk van barmhartigheid
Al eeuwenlang wordt het begraven van de doden gezien als één van de zeven werken van barmhartigheid: manieren waarop de kerk betrokkenheid en barmhartigheid betoont aan hen die behoeftig zijn. Zes van de zeven werken zijn gebaseerd op de woorden van Christus in Matteüs 25. Later is daar nog een zevende werk aan toegevoegd: het begraven van de doden. De zorg ging niet alleen uit naar de nabestaanden, maar ook de overledene zelf werd met de nodige aandacht omringd. Overigens gaat het om meer dan het verzorgen van de uitvaart: het is het bijstaan van zieken en stervenden, mensen in hun rouw en verdriet nabij zijn.
Veranderingen
In de loop van de tijd zijn er allerlei veranderingen opgetreden in de manier waarop vorm werd gegeven aan het afscheid. Voorheen kende een uitvaartdienst vaak een vaste opzet: er werden enkele liederen gezongen, één of twee mensen spraken een persoonlijk woord, en de voorganger las uit de Bijbel, hield een overdenking en bad voor de familie.
Al die elementen hebben nog altijd hun plek, maar intussen is geen enkele uitvaart meer hetzelfde. De wensen van de betrokkenen worden steeds specifieker. Zo is het zoeken naar het juiste evenwicht om aan alle betrokkenen (de overledene, de nabestaanden, de kerkelijke praktijken en de voorganger) recht te doen. En dat in de snelkookpan van een kort tijdsbestek, met alle emoties die met het verlies en afscheid gepaard gaan.
Inhoud
In dit themanummer willen we verschillende aspecten belichten. Om te beginnen schrijft Wim Weren over hoe er in bijbelse tijden werd omgegaan met verlies en verdriet. Welke gebruiken waren er rondom het afscheid? Welke rituelen kende men? Hoe was de zorg voor stervenden georganiseerd? Vervolgens maakt Piet Schelling een rondwandeling door de cultuur, en beschrijft hij verschillende uitingen van omgang met de dood die je in kunst, muziek, films en romans tegenkomt. Die verbeelding kan ons verder helpen in het overdenken van onze eigen sterfelijkheid. Naast de cultuur is er ook aandacht voor de natuur. De wensen rondom uitvaarten worden steeds specifieker. Het is maatwerk geworden. Het derde artikel, geschreven door Janieke Bruin, gaat over veranderende gebruiken rondom de uitvaart. Ga je altijd mee in wat gevraagd wordt, of zijn er ook verzoeken waar je niet aan kunt of wilt voldoen? En waarom dan? Hoe vind je daarin met elkaar een weg?
In een anekdotisch artikel ‘het briefje van oma’ schrijft Erica Hoebe over het spanningsveld waarin je als voorganger terecht kunt komen: oma, voor wie het geloof heel belangrijk was en die haar wensen rondom de uitvaart genoteerd heeft, en de (klein)kinderen, die daar niets mee hebben. Daar sta je dan als pastor. Wat doe je? Is er onderhandelingsruimte? Hoe voer je zo’n gesprek? Voorheen was het leiden van een uitvaartdienst voorbehouden aan de predikant. De laatste tijd komt het vaker voor dat een kerkelijk werker of ambtsdrager in een uitvaartdienst voorgaat, of dat gemeenteleden dit doen. Hildegard Faber biedt in haar artikel een verkenning hiervan en gaat in op de toerusting van vrijwilligers.
Het contact met de familie loopt doorgaans via de voorganger. Daarbij is de gemeente lang niet altijd in beeld. Daarover schrijft Mathilde Meulensteen. Toch heeft ook de gemeente een plek: in het bezoeken van en de (praktische) zorg voor nabestaanden. De gemeente gedenkt de gestorvenen, in de eredienst, in nieuwsbrieven worden ze vermeld. Ook klinken de namen op de gedachteniszondag. De nabestaanden worden uitgenodigd om die dienst bij te wonen.
Zeker op de kruispunten in het leven (geboorte, huwelijk, overlijden) lijkt de kerk steeds meer dienstverlener te worden. Het zijn de momenten waarop regelmatig een beroep op de kerk wordt gedaan, ook door mensen die verder niet kerkelijk betrokken zijn. Is het daarbij ‘U vraagt, wij draaien’, of heeft de kerk ook een eigen stem, die moet klinken? Henk de Roest schrijft over dat spanningsveld. De zorg voor de doden is in de loop van de eeuwen steeds meer bij de overheid ondergebracht. Toch heeft de kerk hierin ook nog altijd een stem. Zo neemt de diaconie in Amsterdam uitvaarten voor haar rekening van daken thuislozen. Daarin komt de kern van kerk-zijn naar voren: investeren in wat niets oplevert, maar dat toch doen omdat de waardigheid van mensen hierom vraagt. Een praktijkverhaal, geschreven door Hanna Wapenaar.
Het is een mooie afsluiting van wat dit nummer beoogt: zonder aanzien des persoons zorgen voor wie geen helper heeft. Daarbij gaat het niet alleen om de concrete daad van het begraven, maar klinken ook woorden van hoop en leven, in het licht van de Opgestane.
Roelof de Wit is als predikant verbonden aan de Hervormde Gemeente te Ermelo. Hij is lid van de redactie van Ouderlingenblad.
Lees meer uit dit nummer van Ouderlingenblad
Hildegard Faber
Hanna Wapenaar
Ook mensen die alleen in het leven staan, komen te overlijden. In Amsterdam werkt de straatpastor, om die mensen te begeleiden in leven en sterven. Voor hen worden – sobere en goedkope – gemeentelijke uitvaarten verzorgd. Ook worden de gestorvenen door de levenden elk jaar herdacht.
Henk de Roest
Een uitvaart is een emotioneel en indringend gebeuren, die tegenwoordig ook steeds meer persoonlijk en uniek lijkt te moeten zijn. Kerkelijke en seculiere uitvaarten zijn soms moeilijk van elkaar te onderscheiden. Wat maakt het afscheid eigenlijk tot een kerkelijke uitvaart?
Wim Weren
Vóór we gaan beschrijven en nadenken over hoe wij omgaan met sterven en begraven, luisteren we eerst naar de Bijbel. Wat weten we in dezen over de bijbelse tijd? Hoe wordt over sterven en begraven, maar vooral over God en het leven, en een mogelijk na-dit-leven, gedacht en geschreven…?
Piet Schelling
Over het sterven en de dood denken en praten we meestal niet makkelijk. In de geschiedenis, in de cultuur, hebben vooral kunstenaars wel altijd hún gedachten in beelden weergegeven. Daarnaar kijkend en luisterend komen we op eigen gedachten… en woorden…
Janieke Bruin-Mollenhorst
In de afgelopen decennia is er veel veranderd bij uitvaarten in Nederland. Die veranderingen zijn zichtbaar op verschillende niveaus. In dit artikel passeren enkele trends de revue, én worden kritische vragen gesteld bij de ‘persoonlijke uitvaart’ van tegenwoordig.
Mathilde Meulensteen-Rink
Als een gemeentelid overlijdt, verliest de gemeente (ook) een broer of zus. Net als de (echte) familie heeft de gemeente dan ook te rouwen, te herdenken en het verdriet te verwerken. Hoe doen we dat – in kleine en grotere gemeenten, in deze tijd en met onze mogelijkheden?
Erica Hoebe-de Waard
Wie bepaalt de inhoud van de dankdienst voor het leven van een geliefde die is overleden? Mag je, vóór je dood al, je wensen kenbaar maken en erop vertrouwen dat je nabestaanden hier zorg voor dragen? Of heb je daar niets over te zeggen, en zijn het de nabestaanden die bepalen hoe de dankdienst ingevuld wordt?