Menu

Premium

Preekschets 1 Korinthe 13:4-6 – Witte donderdag

Witte Donderdag

De liefde is geduldig en vol goedheid.
De liefde kent geen afgunst, geen ijdel vertoon en geen zelfgenoegzaamheid. Ze is niet grof en niet zelfzuchtig, ze laat zich niet boos maken en rekent het kwaad niet aan, ze verheugt zich niet over het onrecht maar vindt vreugde in de waarheid.

1 Korinthe 13:4-6

Zie ook

Het eigene van de drie dagen van Pasen: onderweg met Paulus

In deze liturgieopzet voor de Drie Dagen van Pasen lezen wij woorden van Paulus. Zijn brieven zijn de oudste teksten uit het Nieuwe Testament. In die brieven zijn gedeelten te vinden waarin we Paulus als het ware recht in het hart kijken. Daar overdenkt hij wat er met Jezus gebeurde en wat dat voor hem en de gemeente betekent.

Iedere dienst in de Drie Dagen (die eigenlijk samen één dienst vormen) heeft haar eigen kleur of accent: op Witte Donderdag zijn we samen rond de tafel. Op Goede Vrijdag staan we stil bij het kruis: opgericht ooit en eens en nog en steeds. De dienst op Zaterdag is nog geen Paasviering. Het is de stilte van de Stille Zaterdag die hier aandacht krijgt. We blikken terug en vragen ons af wat de dood van die Ene met onze doop te maken heeft.

Op Paasmorgen klinkt dan het Paasevangelie, de eerste keer overigens dat er uit de evangeliën gelezen wordt. Het is aan de voorganger om te overwegen of daarover al van tevoren gecommuniceerd moet worden in het kerkblad.

In de hier geboden opzet is ervoor gekozen om iedere dag een eigen accent te geven. Dat accent blijkt uit de lezingen en de (korte) overwegingen. De verbinding tussen de diensten op de drie dagen wordt gelegd door 1) iedere dag een tekst van Paulus te lezen, meestal uit zijn Korinthe-brief; 2) iedere dag een gedeelte uit het Hooglied van de Liefde (1 Korinthe 13) een plaats te geven als liturgische tekst en 3) iedere dag één of meerdere coupletten van hetzelfde lied Zie ik ben met u uit Iona te zingen ( Liederen en gebeden uit Iona & Glasgow, gooi & Sticht 2003)

Als er op de verschillende dagen verschillende voorgangers voorgaan, is afstemming gewenst, zo niet vereist. In taal- en liedkeuze kan de eenheid van de viering van Drie Dagen ondersteund of juist ontkracht worden…

Over Paulus

In deze schetsen wordt 1 Korinthe 13 als kerntekst gekozen- als uitdrukking van Paulus’ lyriek. Vanuit die lyrische tekst lezen wij Paulus. Niet zozeer als theoloog, maar als iemand die zijn hart laat spreken en daarover probeert na te denken.

Omwille van de focus kies ik er ervoor om tijdens de drie dagen níet ook nog uit de evangeliën te lezen. Dat maakt het mijns inziens te vol en te veel. Tegelijkertijd kan de voorganger ervan uitgaan dat de kerkgangers op de drie dagen de highlights van iedere dag kennen. Het kan dus in de teksten die gesproken worden wel meedoen en de voorganger kan ernaar verwijzen. De keuze voor Paulus boven de evangeliën kan historisch verantwoord worden (de meeste teksten van Paulus zijn immers ouder dan de evangeliën) maar het valt te bezien of de geldigheid van dat argument gedeeld wordt. Mijn insteek is vooral: we weten hoe het gaat en wat er gelezen wordt. Deze keer doen we het anders, om zo een nieuwere, frissere blik te krijgen op wat er met Pasen (ook) gevierd wordt.

Over de liturgie

In deze schetsen volgt na iedere dag een ‘opzet voor de liturgie’. Daarin staat een voorbeeld van hoe de dienst er zou kunnen uitzien. Wie met deze opzet aan de slag gaat voor de Drie dagen, ontdekt hoeveel liederen in het Liedboek in de rubriek Drie Dagen van Pasen de klassieke verlossingstheologie volgen.

In de diensten tijdens de Drie Dagen wordt niet gepreekt. Als toch, dan op donderdag in een korte meditatie voor de maaltijd. Op de andere dagen zijn er wel enkele momenten waarop de voorganger een overwegende tekst kan plaatsen. In mijn ‘opzet voor de liturgie’ heb ik ze aangeduid als ‘plaatsbepaling. Met dat woord bedoel ik: waar zijn we en wat betekent dat?

Tenslotte: hoewel iedere dag hier als aparte eenheid behandeld lijkt, is het goed om het als geheel te beschouwen. Dat geldt voor de opmerkingen die soms bij de ene, maar evengoed bij de andere geplaatst hadden kunnen worden. Om die eenheid te onderstrepen, pleit ik van harte voor een orde van dienst die in één boekje wordt afgedrukt.

Witte Donderdag: Samen rond de tafel

Inleiding

Op donderdag vieren we natuurlijk het avondmaal. Daaraan voorafgaand wordt gelezen uit 1 Korintiërs 12. Daar gebruikt Paulus de metafoor van het lichaam. Dat zet de woorden die later klinken (dit is mijn lichaam, voor u gebroken) onder spanning. Als de gemeente het lichaam van Christus is, wat betekent het dan als zij de maaltijd viert? Betekent het dat zij ook zelf gebroken wordt, of moet worden?

De klassieke lezingen uit de evangeliën van Witte Donderdag wijzen ons naar de instelling van het avondmaal (of naar de voetwassing). Maar de viering op donderdag is onlosmakelijk verbonden met de Maaltijd. Jezus herlaadt de oude Pesachmaaltijd hier met een nieuwe betekenis: het wordt een gedachtenismaaltijd – een manier, een ritueel waarmee de gemeente zich opnieuw op Jezus’ weg en leven kan concentreren. Tegelijk lijkt het breken van het brood en het uitschenken van de wijn ook in zichzelf een verwijzing te zijn naar wat Jezus te wachten staat. Zoals het brood gebroken wordt, zo zal zijn lichaam gebroken worden.

In 1 Korintiërs 12 noemt Paulus de gemeente het lichaam van Christus.

Daardoor krijgt de maaltijdviering een nieuwe lading: zoals het breken van het brood verwees naar het breken van Christus’ lichaam zo verwijst het ook naar het breken van de gemeente. Het breken van het lichaam was niet alleen eens en ooit, maar gaat ook over hier en nu, over de gemeente. In de eerste Korinthebrief stelt Paulus de spanningen aan de orde die in die gemeente leven. En dan schrijft hij ook nadrukkelijk over de viering van de maaltijd van de Heer (hoofdstuk 11) en de samenkomsten van de gemeente. Hij beklaagt zich erover dat er niet echt gedeeld wordt, dat de onderlinge verbondenheid en daarmee gepaard gaande verantwoordelijkheid ver te zoeken zijn.

In het volgende, twaalfde, hoofdstuk zet Paulus hoog in: bij de Geest die de gemeente leert wie zij is en wat zij moet doen. Dan roept hij het beeld van het lichaam op, waarin ieder lid zijn eigen en bedoelde plaats heeft. Zonder één van die leden gaat het niet. ‘Welnu, u bent het lichaam van Christus’, zegt hij dan. De vraag dringt zich op of die beide betekenissen van het woord lichaam aan elkaar verbonden mogen worden. Daarover zegt Gnilka: [es] ist zu beachten daß der “Leib Christi” eine doppelte Bedeutung gewinnt [Theologie des Neuen Testaments, HKNT -suppl 6, Herder 1994, 121/122].

In Paulus’ eigen weergave van de instelling van het avondmaal (1 Kor 11:23-25) zet hij nadrukkelijk in bij de actuele aanwezigheid van de Heer in de maaltijd; in de deelname daaraan wordt Jezus present. In zijn kritiek op de gemeente van Korinthe wordt duidelijk dat de maaltijd voor Paulus tweeledige betekenis heeft: enerzijds richt zij de deelnemers op de verbondenheid met Christus, anderzijds ook op de onderlinge verbondenheid.

Bij voorkeur wordt de maaltijd op deze dag gevierd in een kring – zodat de onderlinge verbondenheid zichtbaar wordt. Vlak voor brood en beker rondgaan, klinken er stemmen uit die kring. Zij lezen ieder een gedeelte 1 Korinthe 13, 4 -6. Dat hoofdstuk over de liefde is het ‘kroonstuk’ van Paulus’ denken en dichten over Jezus. In de viering van de Drie Dagen komt die tekst dan ook telkens terug. In deze opzet kies ik ervoor om ze te laten klinken op het meest eigene van iedere dag: op donderdag bij de maaltijd, op vrijdag aan de voet van het kruis en op zaterdag bij de doopgedachtenis. Daarmee krijgen ze een dubbele signaalfunctie: hier gaat het om!

Voorafgaande aan deze dienst wordt aan drie kerkgangers gevraagd of zij bereid zijn om een korte tekst te “declameren”. Zij staan in de kring, en spreken die tekst luid uit:

  • De liefde is geduldig en vol goedheid.

  • De liefde kent geen afgunst, geen ijdel vertoon en geen zelfgenoegzaamheid.

  • Ze is niet grof en niet zelfzuchtig, ze laat zich niet boos maken en rekent het kwaad niet aan, 6ze verheugt zich niet over het onrecht maar vindt vreugde in de waarheid.

Liederen over het lichaam

Om voor elkaar te zijn uw oog en oor (NLB 973), of Wij zullen één van ziel zijn lichaam worden (in het Verzameld Liedboek van Oosterhuis als Wij zullen Jood en Griek zijn lichaam worden); over de verbondenheid met Christus: zie ik ben met u (uit Iona). Ubi Caritas sluit prachtig aan bij de maaltijd én de woorden uit 1 Korinthe 13 en kan dus heel goed gezongen worden tijdens de rondgang van brood en beker; Liefde eenmaal uitgesproken (NLB 791)

Opzet voor Witte Donderdag

  • Opening

  • Zingen: Psalm 116: 1,2 en 4

  • Gebed om ontferming

  • Uit de bijbel: 1 Korintiërs 12, 12-18 en 24-27)

  • Zingen: Om voor elkaar te zijn, NLB 973

  • Uit de Bijbel: 2 Korintiërs 3, 2-6

  • Zingen: Wij zullen één van ziel zijn lichaam worden

  • Overdenking

  • Zingen: Zie ik ben met u (Iona)

De viering van de maaltijd

  • tafelgebed (gebruik bij de instellingswoorden / anamnese de woorden uit 1 Korinthe 11, 23-26)

  • In de kring klinkt 1 Korinthe 13, 4 -6

  • Rondgang van brood en beker, tijdens de rondgang zingen: Ubi caritas, NLB 568A

  • Slotlied: liefde eenmaal uitgesproken, NLB 791

Wellicht ook interessant

Nieuwe boeken