Menu

Premium

Preekschets 1 Korinthe 13:8-13 – Stille zaterdag of paasnacht

Stille Zaterdag

De liefde zal nooit verdwijnen. Profetieën zullen verdwijnen, klanktaal zal verstommen, kennis verloren gaan – want ons kennen schiet tekort en ons profeteren is beperkt. Wanneer het volmaakte komt zal wat beperkt is verdwijnen. Toen ik nog een kind was, sprak ik als een kind, dacht ik als een kind, redeneerde ik als een kind. Nu ik volwassen ben heb ik al het kinderlijke achter me gelaten. Nu kijken we nog in een wazige spiegel, maar straks staan we oog in oog. Nu is mijn kennen nog beperkt, maar straks zal ik volledig kennen, zoals ik zelf gekend ben. Ons resten geloof, hoop en liefde, deze drie, maar de grootste daarvan is de liefde.

1 Korinthe 13:8-13

Zie ook

Het eigene van de drie dagen van Pasen: onderweg met Paulus

In deze liturgieopzet voor de Drie Dagen van Pasen lezen wij woorden van Paulus. Zijn brieven zijn de oudste teksten uit het Nieuwe Testament. In die brieven zijn gedeelten te vinden waarin we Paulus als het ware recht in het hart kijken. Daar overdenkt hij wat er met Jezus gebeurde en wat dat voor hem en de gemeente betekent.

Iedere dienst in de Drie Dagen (die eigenlijk samen één dienst vormen) heeft haar eigen kleur of accent: op Witte Donderdag zijn we samen rond de tafel. Op Goede Vrijdag staan we stil bij het kruis: opgericht ooit en eens en nog en steeds. De dienst op Zaterdag is nog geen Paasviering. Het is de stilte van de Stille Zaterdag die hier aandacht krijgt. We blikken terug en vragen ons af wat de dood van die Ene met onze doop te maken heeft.

Op Paasmorgen klinkt dan het Paasevangelie, de eerste keer overigens dat er uit de evangeliën gelezen wordt. Het is aan de voorganger om te overwegen of daarover al van tevoren gecommuniceerd moet worden in het kerkblad.

In de hier geboden opzet is ervoor gekozen om iedere dag een eigen accent te geven. Dat accent blijkt uit de lezingen en de (korte) overwegingen. De verbinding tussen de diensten op de drie dagen wordt gelegd door 1) iedere dag een tekst van Paulus te lezen, meestal uit zijn Korinthe-brief; 2) iedere dag een gedeelte uit het Hooglied van de Liefde (1 Korinthe 13) een plaats te geven als liturgische tekst en 3) iedere dag één of meerdere coupletten van hetzelfde lied Zie ik ben met u uit Iona te zingen ( Liederen en gebeden uit Iona & Glasgow, gooi & Sticht 2003)

Als er op de verschillende dagen verschillende voorgangers voorgaan, is afstemming gewenst, zo niet vereist. In taal- en liedkeuze kan de eenheid van de viering van Drie Dagen ondersteund of juist ontkracht worden…

Over Paulus

In deze schetsen wordt 1 Korinthe 13 als kerntekst gekozen- als uitdrukking van Paulus’ lyriek. Vanuit die lyrische tekst lezen wij Paulus. Niet zozeer als theoloog, maar als iemand die zijn hart laat spreken en daarover probeert na te denken.

Omwille van de focus kies ik er ervoor om tijdens de drie dagen níet ook nog uit de evangeliën te lezen. Dat maakt het mijns inziens te vol en te veel. Tegelijkertijd kan de voorganger ervan uitgaan dat de kerkgangers op de drie dagen de highlights van iedere dag kennen. Het kan dus in de teksten die gesproken worden wel meedoen en de voorganger kan ernaar verwijzen. De keuze voor Paulus boven de evangeliën kan historisch verantwoord worden (de meeste teksten van Paulus zijn immers ouder dan de evangeliën) maar het valt te bezien of de geldigheid van dat argument gedeeld wordt. Mijn insteek is vooral: we weten hoe het gaat en wat er gelezen wordt. Deze keer doen we het anders, om zo een nieuwere, frissere blik te krijgen op wat er met Pasen (ook) gevierd wordt.

Over de liturgie

In deze schetsen volgt na iedere dag een ‘opzet voor de liturgie’. Daarin staat een voorbeeld van hoe de dienst er zou kunnen uitzien. Wie met deze opzet aan de slag gaat voor de Drie dagen, ontdekt hoeveel liederen in het Liedboek in de rubriek Drie Dagen van Pasen de klassieke verlossingstheologie volgen.

In de diensten tijdens de Drie Dagen wordt niet gepreekt. Als toch, dan op donderdag in een korte meditatie voor de maaltijd. Op de andere dagen zijn er wel enkele momenten waarop de voorganger een overwegende tekst kan plaatsen. In mijn ‘opzet voor de liturgie’ heb ik ze aangeduid als ‘plaatsbepaling. Met dat woord bedoel ik: waar zijn we en wat betekent dat?

Tenslotte: hoewel iedere dag hier als aparte eenheid behandeld lijkt, is het goed om het als geheel te beschouwen. Dat geldt voor de opmerkingen die soms bij de ene, maar evengoed bij de andere geplaatst hadden kunnen worden. Om die eenheid te onderstrepen, pleit ik van harte voor een orde van dienst die in één boekje wordt afgedrukt.

Stille Zaterdag – samen rond de doop

Deze dienst is geen Paaswake, waarin de opstanding al gelezen en bezongen wordt. Vanwege het karakter van deze Drie Dagen kies ik ervoor om het ‘wachten’ of het ‘uithouden in/met de dood’ te thematiseren. Ik denk dat dat een heel herkenbaar thema is, dat voor veel mensen dichterbij komt dan de Paasjubel.

Van Paulus klinkt in deze dienst een gedeelte uit Romeinen 8, 18-25 en 31-39. Het zijn woorden die de protestantse traditie hebben gekleurd. Het is de ‘zekerheid van het geloof’. Maar die betekent niet dat alles wat gebeurt niet zijn weerslag heeft op de mensen die het overkomt. Deze zaterdag bepaalt ons erbij dat de dood er is en wat zij teweegbrengt. Het zet ons midden in de werkelijkheid van zovelen: dat mensen die je lief en dierbaar zijn, sterven. Het is nogal anders om over leven door de dood heen te spreken, als de dood zich écht aandient. Betekent dat wij lichaam van Christus zijn, dat het zó verder gaat: in ons? Betekent dat in de zwakte Gods kracht ligt, dat wij dus dankbaar moeten zijn om wat ons overkomt?

Of is het allemaal zinloos, zoals Romeinen 8 ons ook voorhoudt (v20). Waar is de hoop?

De Stille Zaterdag is ook de dag waarop je ‘terughaalt’ wat er was: het is het verzamelen van de (bouw-) stenen die eerder, op Donderdag en Vrijdag, zijn neergelegd. Waar wij eerder nog konden hopen of geloven dat de liefde het wel zou redden, bepaalt deze dag ons bij de keiharde werkelijkheid van alledag. Het is ook de dag waarop de opstanding van de hoop nog uitstaat – zou het wel, komt het wel? Het is de dag bij uitstek van de condition humaine: “maar wij bevinden ons op de lange dagreis van de zaterdag. Tussen lijden, eenzaamheid, onuitsprekelijke ellende aan de ene kant, en de droom van de bevrijding, van wedergeboorte, aan de andere kant… De begrippen en vormen in het spel van de metafysische verbeelding, in het gedicht en in de muziek, die getuigen van pijn en hoop, van het vlees waarvan men zegt dat het naar as smaakt, en de van de geest waarvan men zegt dat het de smaak van vuur heeft, zullen altijd die van de sabbat zijn. Ze zijn ontstaan uit het oneindige wachten van de mensen. Hoe zouden we zonder deze begrippen en vormen ons geduld kunnen bewaren?” George Steiner in Het verbroken contract, [vert. van Real Presences, Bert Bakker 1990, p 239]. Als alles je uit handen is geslagen: alle verwijzingen naar toekomst of verleden zijn afgebroken, hoe houd je het dan vol?

In deze dienst vindt de doopgedachtenis plaats, die in deze context een vernieuwing van de belofte is: verbinden wij ons opnieuw aan de weg van geloof, hoop en liefde? De zaterdag laat ons zien waar die weg toe leidt, of beter: waar die weg niet toe leidt. Als wij ons in de doop opnieuw verbinden aan Christus, verbinden wij ons aan wat is. Aan de werkelijkheid van alledag. Met al haar wanhoop en hoop, met al haar betekenis en gebrek aan betekenis. In de doopgedachtenis keren wij terug naar het begin, naar de oorsprong van ons geloof. En natuurlijk echoot aan het water de stem van de Ene die uit het water de wereld tevoorschijn riep. Zou die herinnering de basis kunnen zijn voor de toekomst die verwacht wordt? Ook op deze dag klinken woorden uit 1 Korinthe 13, nu met de klemtoon dat de liefde nooit zal vergaan. Dat is de ‘uitweg’ die hier gekozen wordt: de weg van de liefde. Die zich verbindt aan wat is, zoals het is. Omdat het, inderdaad, liefde is.

Opzet voor Stille Zaterdag

  • Zingen: Psalm 116:1 en 2

  • Gebed

  • Zingen: Ik zoek u in den blinde, NLB 853

  • Lezing van Romeinen 8:18-25

  • Orgelspel: wenn ich einmal soll scheiden, uit: matthäuspassion, bwv 244, J.S. Bach (1685-1750)

  • Vervolg-lezing uit Romeinen 8:31- 39

  • Stilte

  • zingen: Tijd van vloek en tijd van zegen, NLB 845

  • Plaatsbepaling, een overdenking

  • Zingen: In u zijn wij begrepen, NLB 351

    Doopgedachtenis

  • Ondertussen zingen wij: De aarde is vervuld, NLB 650

  • 1 Korintiërs 13, 8 -13

  • Zingen: Zie ik ben met u (Iona)

  • Gebed

  • Zingen: Wees gij mijn toevlucht, NLB 263

  • Zending en zegen

Wellicht ook interessant

Nieuwe boeken