Menu

Premium

Preekschets bij 1 Petrus 1:17-21 – voor de 2e zondag na Pasen

En aangezien u hem die iedereen beoordeelt naar zijn daden, zonder aanzien des persoons, Vader noemt, moet u tijdens uw leven als vreemdeling ook ontzag voor hem hebben. U weet immers dat u niet met zoiets vergankelijks als zilver of goud bent vrijgekocht uit het zinloze leven dat u van uw voorouders had geërfd, maar met kostbaar bloed, van een lam zonder smet of gebrek, van Christus. Al voor de grondvesting van de wereld is hij door God uitgekozen, en nu is hij, aan het einde van de tijd, verschenen omwille van u. Door hem gelooft u in God, die hem uit de dood heeft opgewekt en hem laat delen in zijn luister, zodat uw geloof tevens hoop is op God.

1 Petrus 1: 17-21

Uitleg

Bredere context Nadat Petrus in de verzen 3-12 duidelijk heeft gemaakt dat zijn lezers door Jezus’ overwinning op dood en graf mensen-met-perspectief zijn, geeft hij in de verzen 13-16 aan dat hun rijke toekomstverwachting een manier van leven vraagt die daarbij past. Hij noemt dat in vers 15 en 16 een ‘heilig leven’. Heilig heeft niet te maken met je terugtrekken uit de wereld, maar betekent dat je juist het gewone, volle leven van elke dag toewijdt aan God. Er klinkt hier een echo van Leviticus 19, waarin ook de heiligheid vertaald wordt in concrete geboden, waarin de liefde tot God en de naaste voelbaar wordt. Daarin onderscheiden christenen zich van hun medeburgers. Heilig is dus een positief begrip, dat tegelijk het eigene, het ‘vreemde’ van de gelovige typeert.

Vers 17 In dit aan God gewijde leven is het gebed onmisbaar. Gehoorzame kinderen leren bidden. Bidden is Vader zeggen tegen God. Dat hoort bij het anders-zijn van christenen. Zij staan nu open voor God. Dit bidden is niet vrijblijvend. Deze Vader is namelijk ook Rechter. Hij beoordeelt ieders leven onpartijdig, zonder te discrimineren of voor te trekken. Als je Hem Vader noemt, betekent dat dus niet dat je een voorkeursbehandeling krijgt. Je daden worden kritisch bekeken. Dat (be)oordelen staat in de tegenwoordige tijd: deze rechter houdt elke dag zitting. De hoofdzin van vers 17 is dat je ontzag voor God hebt. Dat herinnert aan de oudtestamentische ‘vreze des Heren’. In vrezen zit niet het element van angst, wel van ontzag, groot denken van God. Dat typeert het leven-als-vreemdeling, als mensen die door hun bekering anders zijn dan anderen, andere zaken belangrijk vinden. In het volgende vers wordt dat vorige levenspatroon een zinloos, doelloos leven genoemd. Dat is de lezers nu vreemd geworden. Hun leven krijgt zin omdat het nu gewijd is aan God

Vers 18 en 19. Petrus werkt dit verder uit door twee verschillende manieren van leven tegenover elkaar te zetten. Het nieuwe leven met respect voor God en het vroegere leven als een doelloos bestaan. De christenen hebben gebroken met het leven van de voorouders, de traditie. Dit is opvallend omdat de traditie ‘heilig’ was. Ze zijn losgekomen van die traditie, met al z’n gebruiken en rituelen, door losgekocht te worden. Loskopen of vrijkopen is een term die ook door Paulus wordt gebruikt ( 1 Korintiërs 6:20 en 7:23, Galaten 3:13 en 4:5). Het kan slaan op vrijkoop van slaven of krijgsgevangenen. Het heeft ook oudtestamentische connecties (Jesaja 53, paaslam) zonder dat Petrus op een bepaalde tekst of situatie teruggrijpt. Centraal staan twee dingen: er is een enorme prijs voor die loskoop betaald (zonder te vermelden aan wie!) en die prijs was het bloed van een smetteloos lam. Dat lam is Christus, al door Johannes de Doper als zodanig aangewezen (Johannes 1: 29 en 36). Dat lam is door God zelf ter beschikking gesteld. Petrus zelf heeft in Handelingen 3 gezegd (tegen een verlamde) dat de naam van Jezus Christus kostbaarder is dan zilver of goud. De waarde van het leven van de lezers wordt dus bepaald door de hoge prijs die voor hen op tafel is gelegd. Die maakt hun leven kostbaar.

Vers 20: Petrus gaat terug naar voor het ontstaan van de wereld. Toen al heeft de Vader zijn Zoon aangewezen als dat offerlam. Dat Jezus nu verschenen is, impliceert dat Hij altijd al bestond, als Zoon van de Vader. Toen al uitgekozen door God om zijn offer voor ons te brengen. Bij God is dus niet alleen voorkennis maar ook voorbestemming. Opvallend is de sprong die Petrus maakt: van de voortijd naar het einde van de tijd, zoals hij zijn eigen dagen aanduidt. De laatste periode van de geschiedenis is ingegaan. Ook opvallend is de aanduiding: omwille van u. God werkte naar een doel toe (vergelijk ook vers 10-12). God was al die tijd van voorbereiding gericht op de verlossing van zijn gemeente.

Vers 21: alles wat God doet door Jezus loopt hier op uit: geloof in God. Geloof als een vertrouwensrelatie. Dat geloof heeft ook een inhoud. Kern daarvan is de opstanding van Jezus. Zie de schets bij 1 Petrus 1:3 voor de 1e zondag na Pasen: toen God Jezus Christus opwekte uit de dood, werden ook Petrus en de andere leerlingen tot leven gewekt. Datzelfde geldt voor alle christenen, al zit daar de schakel van het evangelie tussen (vers 23). Voor Jezus was de opstanding de weg naar de heerlijkheid van God: het publieke eerbetoon voor Hem die eerst als een lam ter slachting was geleid. Door deze Jezus mogen de christenen nu leven in geloof en hoop. Daarin zijn ze helemaal op God gericht. Vertrouwend en verwachtingsvol.

Aanwijzingen voor de prediking

Bij deze vrij uitgebreide tekst is het voor de opbouw van de preek het handigst de tekstwoorden op de voet te volgen. Je komt dan uit bij het geloof en de hoop van de gemeente, als bemoedigende climax van de preek.

Omdat het Vader-zijn en het Rechter-zijn van God in het begin van de tekst aan de orde komen, lijkt het me goed je uitgangspunt te nemen in het hedendaagse spreken over God. Als uitgangspunt zou je kunnen nemen de uitspraak van Bram van de Beek: ‘God lijkt meer op een oliesjeik dan op een lieve papa.’ Hij zegt: ‘Verkondigen dat God lief is, kun je niet langer dan 5 minuten volhouden.’ Hij verwijst dan naar de kinderen in Syrië die niks hebben aan een lieve papa maar wel aan een machtige heerser, die het kwaad straft. Je kunt laten zien dat Petrus geen keus maakt: je spreekt Hem als Vader aan die tegelijk Rechter is. Hij beoordeelt ook het leven van zijn kinderen. Dat betekent van onze kant: eerbied, ontzag. Dat kun je praktisch uitwerken. Bijvoorbeeld aan de hand van het gebed waarover Petrus spreekt. In het bidden nabijheid en ontzag.

Je brengt een verdieping aan door vanuit vers 18 en 19 te laten zien dat dat ontzag voor God haast vanzelf spreekt als je ziet welke enorme prijs er voor je kind-van-God-zijn op tafel is gelegd. Het leven van een kind van God is de duurst betaalde zaak op aarde: de prijs was het bloed/het leven van het Lam. Je bent vrijgekocht, een vrij kind van God. Dat geeft een behoorlijke lading maar ook verantwoordelijkheid aan je leven.

Je kunt nog een stap verder gaan door te laten zien wat hier achtersteekt (vers 20): Gods plan dat al klaar was voor de wereld bestond. Toen was er al overleg tussen Vader en Zoon over onze redding! De nadruk mag liggen op de laatste woorden van vers 20: omwille van u.

Vanuit vers 21 kom je dan bij het doel van al die grote woorden: dat wij geloven in de God van Pasen en mogen hopen op zijn grote daden, vandaag en in de toekomst. Je bent vrijgekocht om je weg met God te gaan, in geloof en hoop.

Liturgie

Een mooi aanvangslied in deze dienst is Psalm 118 (m.n. vers 1,2 en 9). Bij vers 21 past NLB 690. Uit Opwekkingsliederen zou na de preek gezongen kunnen worden Lied 630: Op elk moment van mijn leven.

Ideeën voor kinderen en jongeren

In de uitleg voor kinderen kan de vraag aan de orde komen wat een vader tot een goede vader maakt. Is dat een vader die alles maar goed vindt en overal om lacht? Of is hij goed als hij ook duidelijke grenzen stelt? Daar kun je gemakkelijk voorbeelden bij bedenken; vervolgens de lijn doortrekken naar God als Vader.

Geraadpleegd

Bij de voorbereiding heb ik veel gehad aan de commentaren van P.H.R. van Houwelingen op 1 Petrus en dat van M.H. Bolkestein op de brieven van Petrus en Judas. :Ook heb ik gebruik gemaakt van het commentaar van Johannes Calvijn op 1 Petrus.
Meer praktische hulpmiddelen bij de preekvoorbereiding zijn Stefan Paas, Vreemdelingen en priesters; en Stefan Paas en Gert-Jan Roest, Vreemde vogels (pag. 9-18).
Daarnaast heb ik het boek Mijn Vader, uw Vader van A. v.d. Beek geraadpleegd, met name hoofdstuk 2 (p.21-75).

Wellicht ook interessant

Nieuwe boeken