Menu

Premium

Preekschets Handelingen 15:39

Handelingen 15:39

En er ontstond een verbittering, zodat zij uiteengingen…

Schriftlezingen: Ps. 133; Hand. 15:36-16:5; Filp. 4:1-9.

Serie

Dit is het eerste deel van een serie preekschetsen over Handelingen. Zie ook:

Het eigene van de zondag

De teksten voor deze en drie volgende zondagen zijn genomen uit Handelingen, het boek dat vertelt van ‘de weg van het Woord en het woord van de Weg‘ (G. Bouwman). Wij horen hoe in de ruimte van de Geest het evangelie zich een weg baant en de gemeente gebouwd wordt.

Er is gekozen voor een kleine lectio continua uit het gedeelte dat betrekking heeft op wat doorgaans genoemd wordt ‘de tweede zendingsreis van Paulus’ waarbij de Geest het evangelie tot in de cultuurcentra van Europa brengt. De perikoop voor deze zondag spreekt over de ‘opmaat’ tot deze reis. Het conflict tussen twee werkers van het eerste uur laat zien dat de Heer werkt met weerbarstig materiaal en dat niettemin zijn werk voortgaat. De psalmlezing en de brieflezing zijn vanwege het thema van de eenheid gekozen als contrast tot de lezing uit Handelingen.

Uitleg

Lucas vertelt zijn verhaal in flitsen en fragmenten. Zijn boek is wel eens getypeerd als een serie dia’s met onderschriften (W.C. van Unnik). Dat betekent dat veel vragen die voor een historische reconstructie belangrijk zijn, open blijven. In een uitleg, gericht op de preek, zullen we vooral moeten letten op de kerygmatische elementen. Wat is de boodschap die Lucas zijn eerste lezers wilde meegeven?

De perikoop vormt de inleiding tot de reis die Paulus en zijn medewerkers tot in Griekenland zal brengen. Er worden definitief grenzen overschreden. De kerk wordt wereldkerk. Dat is te zien als uitvloeisel van het apostelconvent (Hand. 15) waar de lijn van Handelingen 10 en 11 doorgetrokken werd en besloten was om van heidense bekeerlingen niet de besnijdenis te eisen. Centrale figuur in deze missionaire uitbreiding is Paulus. Dat het overigens niet zonder slag of stoot is gegaan, laat dit fragment uit Lucas’ tweede boek zien.

Drie personen spelen een rol in het conflict. Al geeft de bijbel geen psychologie, om de summiere gegevens helder te krijgen is het niettemin goed om het portret van de hoofdrolspelers helder in beeld te brengen. Barnabas, een diasporajood, behoorde tot de Messiasbelijdende gemeente van Jeruzalem. Lucas tekent hem als een diaconaal bewogen mens (4:36) en als een bruggenbouwer tussen Paulus en de oergemeente (9:27), tussen Jeruzalem en Antiochië (11:22). Samen met Paulus uitgezonden op de eerste zendingsreis (13:1vv.) heeft hij met hem hun missionaire benadering ten aanzien van de heidenen op het apostelconvent verdedigd (15:2vv.). Paulus, van afkomst een Sjammaïtisch Farizeeër en een vurig ijveraar voor de Tora (9:1,2) heeft na de wending op de weg naar Damascus een nieuwe roeping ontvangen (9:15v.) die, zoals Wright (Paulus van Tarsen, Zoetermeer 1998, 38) terecht opmerkt, al zijn inzet zou vragen, alle ‘ijver’ die hij had in zijn oude manier van leven. Hij bleef een fel bewogen, vurig en radicaal persoon. De man die de aanleiding vormde voor het conflict, Johannes Marcus, was eveneens afkomstig uit de gemeente van Jeruzalem. Lucas noemt hem in 13:5 hupèretès, dienaar, helper, assistent van Paulus en Barnabas.

Op initiatief van Paulus heeft men het plan om de gemeenten die op de eerste reis door hun prediking gevormd zijn (vgl.13:1-14:28) te bezoeken. Evenals in 14:21vv. gaat het om pastorale nazong. Dat is de teneur van het hier gebruikte werkwoord episkepsoometha. Al is de vertaling ‘opzicht houden’ (vgl. episkopos, opziener, Hand. 20:28) niet onjuist, vanwege de associatie met bemoeizucht en controle, is ze toch minder gewenst. Het gaat eerder om een pastoraal omzien, zorg voor de ander. In de LXX wordt het werkwoord gebruikt voor het werk van de herder (vgl. Num. 21:76; Jer. 23:2; Zach. 11:16; Ez. 34:11, 12). We komen het werkwoord bij Lucas meermalen tegen voor Gods reddend omzien naar mensen in nood (Luc. 1:68,78; 7:16; Hand. 15:14). Omzien naar anderen gebeurt vanuit een besef van verantwoordelijkheid voor het welzijn van die ander. Het plan van Paulus de jonge gemeenten te bezoeken vloeit voort uit het verlangen de opbouw van deze gemeenten te dienen.

Terwijl Barnabas Johannes Marcus wil meenemen, evenals op hun eerste reis, is Paulus daar vierkant op tegen. Marcus heeft immers op die reis afgehaakt en is teruggekeerd naar Jeruzalem. Apostanta (vs 37) kan de neutrale betekenis hebben van ‘weggaan’. Maar in het licht van 5:37 waar het werkwoord voorkomt in de betekenis van ‘afvallig maken’ en 19:9 waar sprake is van een breuk en een scheiding, zit er in de betekenis iets van een dubbele bodem. Het weggaan van Marcus is voor Paulus een vorm van afval, die hem ongeschikt maakt voor het missionaire werk.

Tussen Paulus en Barnabas ontstaat verbittering (zo vert. NBG) (paroxusmos = prikkel, verbittering. In het Grieks wordt het woord onder meer gebruikt voor een koortsaanval). De geprikkelde stemming brengt met zich mee dat de temperatuur fiks oploopt. De koorts leidt tot een crisis. Het weggaan van Marcus in 13:13 (apochooreoo) heeft een scheiding tussen Paulus en Barnabas (apochoorizoo [pass.]) tot gevolg.

Hoe heeft deze betrekkelijk onschuldige aanleiding kunnen uitgroeien tot een conflict? Was het een botsing van karakters? Gold hier, dat het bloed kruipt waar het niet gaan kan. Marcus was immers familie van Barnabas (Kol. 4:10). Had het zover niet behoeven te komen als Paulus wat minder fel geweest was en zich toegefelijker had opgesteld, zoals Calvijn in zijn uitvoerig commentaar op dit vers oppert? Lucas zwijgt over dit alles. Verzwijgt hij ook de werkelijke reden?

Vele exegeten zijn geneigd die vraag bevestigend te beantwoorden. Zij zijn van oordeel, dat er meer aan de hand was dan een persoonlijk conflict. De ruzie om Johannes Marcus is volgens hen het topje van de ijsberg van een theologisch conflict tussen Paulus en de gemeente van Antiochië inzake de kwestie van het onderhouden van de geboden van de Tora door heiden-christenen (vgl. Gal. 2:17- 21). Uit Galaten 2:14 blijkt dat Barnabas de zijde koos van die joodse christenen die weigerden met hun heiden-christelijke broeders aan één maaltijd te zitten.

Was ook Johannes Marcus die mening toegedaan? ‘Er (nl. Paulus, A.N.) lehnte Markus vermutlich als weiteren Mitarbeiter ab, weil er sich in seiner gesetzesfreien Heidenmission, in der er nach Ausweis seiner Briefe das Aposteldekret nie zur Anwendung brachte, nicht behindert sehen wollte, schrijft Pesch in zijn commentaar bij 15:38. Bruce (o.c., 20v.) is van mening, dat als Paulus ten gevolge van de gebeurtenis in Antiochië niet het vertrouwen in Barnabas verloren zou hebben, de botsing niet zo scherp geweest zou zijn. Het blijft overigens gissen. Hoe valt dan Barnabas’ opstelling op het apostelconvent te verklaren? Heeft Lucas van de in Galaten 2 genoemde kwestie niet geweten of verzwijgt hij uit een harmoniserende tendens het Antiocheense conflict? Eerder zal gezegd moeten worden dat Lucas mogelijk dieperliggende achtergronden van het conflict niet vermeldt, omdat het hem er om ging de voortgang en de uitbreiding van het missionaire werk volgens het ‘program’ van 1:8 te schetsen. In plaats van één missionaire onderneming gaan er twee koppels uit. Paarsgewijs, volgens de regel van Deuteronomium 19:15. Barnabas reist met Marcus naar zijn geboorteland Cyprus (vgl.4:36). Wij horen over hem in Handelingen verder niets meer, Calvijn leidt uit het feit dat God de kracht van zijn Geest heeft geopenbaard in de zegen op Paulus’ werk en ‘Barnabas als het ware begraven laat’ af, dat ‘het Hem welgevallig is geweest, dat er zulk een voorbeeld van gestrengheid gegeven werd’. Dat lijkt me een interpretatie die meer zegt, dan de tekst toelaat. We moeten het zwijgen van Lucas over Barnabas eerder verklaren vanuit de weg die het evangelie van Jeruzalem naar Rome gaat.

Opvallend is dat Paulus in de eerste brief aan de Korintiërs (ongeveer drie jaar later geschreven) in 9:6 melding maakt van Barnabas zonder enig verwijt aan diens persoon. Op grond van enkele gegevens uit de brieven valt af te leiden dat hij later zijn oordeel over Marcus heeft herzien (Kol. 4:10; 2 Tim. 4:1 1). Paulus ontvangt in Silas (15:22) en later Timoteüs (16:1vv..) nieuwe medewerkers. Het werk gaat voort. Evenals in 14:26 (vgl. 13:3) is de gemeente bij de uitzending betrokken. De woorden ‘opgedragen aan de genade van de Heer’ markeren de betekenis van de tocht die nu begint. Vers 41 laat zien dat apostolaat en pastorale opbouw met elkaar verbonden zijn.

Aanwijzingen voor de prediking

De sobere berichtgeving van Lucas maakt het preken over deze perikoop niet eenvoudig. We krijgen geen uitvoerig verhaal over het conflict. Toch gaat het om concrete en levende mensen. Het gebeuren roept herkenning op. En de soberheid werkt op mij intrigerend. Wat betekent dit conflict als het gaat om de weg van het Woord en het leven van de Weg? We behoeven ons vermogen tot inleven niet thuis te laten, maar zullen er wel behoedzaam mee om moeten gaan. Om zo zowel de Scylla van de abstractie als de Charybdis van een al te fantasievolle inkleuring te vermijden.

  • Twee arbeiders in Berlijn raken in gesprek over de kerk. ‘Daar zien ze mij niet meer’, zegt de een tegen de ander. ‘Geloof je dan niet in God?’ vraagt deze. Waarop de eerste antwoordt: ‘Ik geloof wel in God, maar ik heb geen fiducie in zijn grondpersoneel.’ Een simpele anekdote die te denken geeft. Vroeger spraken we over bijbelheiligen. Daar rekenden we mensen als Paulus en Barnabas bij. Maar Lucas tekent geen ideaalportret van hen. Tussen de werkers van het eerste uur op het zendingsveld ontstaat een bitter conflict. En zoals zo vaak in de kerk spelen theologische (tafelgemeenschap met heidenchristenen) en niet-theologische (botsende karakters, familiebanden) factoren een rol. ‘It is a classic example of the perpetual problem of whether to place the interests of the individual or of the work as a whole first’ (I.H. Marshall, The Acts of the Apostles, Grand Rapids 1980, 258). Als de zaak van God in deze wereld het zou moeten hebben van mensen, dan stond het er slecht voor. Dat dwingt tot ootmoed en bescheidenheid. God wil werken met grondpersoneel, dat Hem voortdurend voor de voeten loopt.

  • Mensen die met elkaar zware stormen van vervolging en tegenkanting doorstaan hebben, gaan uit elkaar vanwege, naar het lijkt, een storm in een glas water. Zulke dingen gebeuren, zeggen we. We zijn er helaas maar al te zeer aan gewend. Maar in het licht van de eenheid en de sjaloom als vrucht van de Heilige Geest – vergelijk de psalm – en de brieflezing -, mogen we er niet in berusten. Liever is mij dan de opmerking van Calvijn die – stellig geleerd door de ervaringen van zijn tijd – zijn lezers waarschuwt. Als zoiets al gebeurt onder mensen die in tegenspoed en beproeving ‘een heilige eenheid bewaard hadden’, hoe makkelijk zal satan dan de gelegenheid hebben om mensen die geen enkele verlangen kennen de vrede te bewaren, uit elkaar te drijven.

  • De tekst geeft gelegenheid te laten zien hoe desondanks de weg van de missio Dei niet doodloopt. Let wel: Niet ‘de show must go on’, maar Gods werk gaat door. Wat aanvankelijk voorbereid werd als een gezamenlijk visitatiebezoek eindigt daarin, dat er nu twee teams op uit gaan. De mensen van de Weg mogen het spoor bijster raken, de Geest vervolgt niettemin het spoor van het Woord in de wereld. ‘God weet van deze nood een deugd te maken, zoals Hij zo dikwijls met kromme stokken rechte slagen moet doen. Daarmede is de nood noch de kromme stok goedgepraat. Maar wij mogen God wel danken, dat Hij met zulk gebrekkig zondig materiaal doorgaat…’ (J. Overduin, Venster op het leven, bijbels dagboek bij 8-12, Kampen 1973).

  • Zoiets geeft moed om scheuringen en conflicten met elkaar te doorstaan, bespreekbaar te maken en te zoeken naar een weg om samen verder te gaan. In het licht van Pinksteren behoeven ze niet het laatste woord te hebben, zoals de gegevens uit de brieven over Johannes Marcus laten zien.

Liturgische suggesties

Liederen: Psalm 122; 131; 133; LB 241:3; 242:4,5; 252; 303; 306.

Literatuur

  • De commentaren van Conzelmann (Handb. z. N.T), Lindijer (Pred. N.T.), Pesch (EKK) Roloff (NTD) en Stählin (NTD)

  • F.F. Bruce, The Pauline circle, Exeter 1985

  • W-H. Ollrog, Paulus und seine Mitarbeiter, Neukirchen-Vluyn 1979

Wellicht ook interessant

Nieuwe boeken