‘Daar gaat ze’. Sippora en het volk onderweg

Hoe lees je oude, bekende teksten nieuw? We weten hoe de tocht door de woestijn afloopt, hoe de Israëlieten steeds opnieuw op weg gezet werden, hoe ze (niet) overleefden en waarom. Willien van Wieringen gaat via bibliodrama op zoek naar andere, verborgen verhalen.
Als het over ‘het volk Israël’ gaat, gaat het bijna nooit over individuen. Wat gebeurt er met een verhaal als we zouden inzoomen op een enkeling, bijvoorbeeld op Sippora in de context van de uittocht?
Mijn kennismaking met Gods volk onderweg was het liedje van R.K. kinderkoor De Zoetermerels (ja, in Zoetermeer), in de jaren zeventig van de vorige eeuw, ‘De Israëlieten door Mozes bevrijd’.
Dit liedje heeft een doorwrochte tekst, waarin Exodus 15:22 t/m 16:30 is te herkennen. Het woordgebruik ruikt naar de tale Kanaäns, inhoudelijk is het beperkt tot het Oude Testament. Twee argumenten om het lied een vreemde eend in de bijt van het repertoire voor een rooms-katholiek kinderkoor te noemen. ‘Roomse’ liedjes zijn vaak terug te voeren op Schrift én Traditie, met een minder bijbelvaste tekst.
Het lied raakte me als kind in zoverre dat ik me zorgen maakte over het zand tussen het manna. (Tekstdichter en componist zijn me tot nu toe onbekend, ondanks een zoektocht in de boekenkast en op internet. Heeft een van de lezers misschien een idee?)
Verhaalpersonages
Waar het me nu om gaat, is dat dit lied drie personages onderscheidt: de Israëlieten, Mozes en God. In deze driehoek speelt het verhaalde zich af. Het volk klaagt, Mozes bemiddelt, God biedt redding. En dat verhaalmotief herhaalt zich een aantal keren.
Hoe identificeer je je met een heel volk?
Verhaaltechnisch biedt een driehoek van personages meer mogelijkheden tot spanning-opbouw dan twee verhaalfiguren kunnen doen. Het is dan wel behulpzaam als de lezer zich kan identificeren met minstens een van die drie. Dat kan in dit geval lastig zijn. Hoe identificeer je je met een heel volk? Met een grote leider als Mozes? Of met God?
Bibliodrama
En daar komt bibliodrama om de hoek kijken. Bijbelverhalen spreken summier over emoties van verhaalpersonages (zoals van het volk, Mozes en God) en bibliodrama is een manier om die witte vlekken in een verhaal tot leven te laten komen. Als voorbeeld moge een bijeenkomst dienen van de opleiding Begeleider bibliodrama, waaraan ik deelnam. Centraal stond Exodus 15:22–25.
Van de Rietzee ging Israël in opdracht van Mozes weer verder, de woestijn van Sur in. Drie dagen trokken ze door de woestijn zonder water te vinden. Toen kwamen ze in Mara. Het water van Mara konden ze echter niet drinken, zo bitter was het; vandaar ook dat die plaats Mara heet.
Het volk begon zich bij Mozes te beklagen. ‘Wat moeten we drinken?’ zeiden ze. Mozes riep JHWH aan, en JHWH wees hem op een stuk hout. Toen hij dat in het water gooide, werd het zoet. Daar in de woestijn gaf JHWH hun wetten en regels, en daar stelde Hij hen op de proef.
Aan het begin van het bibliodrama-spel kozen de deelnemers een rol. Bij bibliodrama kunnen spelers een rol kiezen die in de bijbeltekst voorkomt. Als dat een groep is, mag er ook een individu uit die groep gekozen worden. De deelnemer ageert en reageert vanuit het gekozen personage. De personages hoeven overigens niet altijd mensen te zijn.
Die bijeenkomst koos niemand ervoor om ‘volk’ te zijn, wel onder meer God, Mozes, ‘een moeder’ en Sippora. In het spel kwam de rijkdom van het verhaal tot leven.
Sippora
In de Bijbel is Sippora (vogeltje) de Midjanitische (Exodus 2:21) of Nubische (Numeri 12:1) vrouw van Mozes. Samen hebben ze twee zoons, Gersom en Eliëzer. Mozes had, toen hij met het volk Egypte verliet, Sippora teruggestuurd en hun twee zoons met haar. Daar komt de lezer relatief laat achter (Exodus 18:2). De reden voor zijn handelwijze blijft onbenoemd.
Er staat niet vermeld wat Sippora deed, of ze sprak, hoe ze zich voelde
Sippora gaat later met haar vader Jethro en ‘háár twee zonen’ (dixit Jethro, Exodus 18:6) op bezoek bij Mozes in de woestijn. Tot zover haar optreden in de uittocht. Er staat niet vermeld wat ze deed, of ze sprak, hoe ze zich voelde. Er wordt ook niet verteld waar ze bleef. Bij Mozes? Bij haar vader? Bij vrienden of bekenden?
In het bibliodrama-spel kreeg ze een stem. Een van de inspirerende kanten van bibliodrama is dat het spel alle kanten op kan gaan. Sippora had cynisch kunnen worden: ‘Daar gaan we weer. Mozes voert een heilige opdracht uit, en waar blijf ik? Wat voor vader is hij voor onze jongens?’
Of verdrietig, vertrekkend met Jethro: ‘Daar gaan we weer. Weg van Mozes, weg van de mensen bij wie ik me thuis voel. Terug naar huis. Welk huis? Wat is mijn thuis?’ Of berustend: ‘Daar gaan ze weer. Verder naar het onbekende. Verder zonder mij. Zonder ons.’ En misschien dacht Mozes: daar gaat ze.
In het bibliodrama-spel echter bleef ze staan en keek ze met pijn, verdriet, woede naar de onbenaderbare Mozes, die zich op zijn beurt ontzaglijk eenzaam en ellendig voelde.
Dichter op de huid
Wat deze en andere spelontmoetingen duidelijk maken, is dat er onder een verhaal zoals we dat in de Bijbel lezen, nog vele andere verhalen liggen. Dat zijn verhalen over mensen die misschien niet genoemd worden, maar wel meedoen. In het bijbelverhaal komen ze niet tot spreken, maar ze hebben wel wat te zeggen, aan ons, de lezers en hoorders.
Het loont altijd de moeite om in de Bijbel op zoek te gaan naar de mensen die een groep vormen: wie zijn ‘wij’ of ‘zij’? Dan breekt de collectiviteit uiteen in persoonlijke verhalen. Dat komt de exegese, de bijbeluitleg en de hermeneutische vertaling ten goede en zo kan een bijbelverhaal nog dichter op de huid komen en nog beter in het hier en nu van betekenis worden.
Dan kan bijvoorbeeld de uittocht (nog meer) een verhaal van herkenning worden over een vluchteling, een bevrijde tot slaaf gemaakte, maar ook over de verscheurdheid binnen een gezin, of over een ambitieus man die geen oog meer heeft voor zijn kinderen, over een verlaten echtgenote.
Het is een avontuur om die personages op te zoeken en een rol toe te bedelen in de betekenisgeving van een verhaal. Of in een lied. Dat is inmiddels de tweede zoektocht geworden: een (liturgisch) lied over Sippora.
NB Inmiddels ben ik via v/h Twitter geattendeerd op het bestaan van het lied ‘Zipporah’s Song’ (ook wel ‘Zipporah’s Lullaby’, geschreven door sister Miriam Therese Winter. Het zou vaak worden gezongen in religieuze en spirituele gemeenschappen als onderdeel van vieringen en reflecties. Het lied zelf heb ik nog niet kunnen vinden.
Willien van Wieringen is neerlandica en bijbelwetenschapper. Ze is betrokken bij de uitgaven Amsterdamse Cahiers voor de Exegese van de Bijbel en zijn Tradities (ACEBT) en Schrift en doceert aan Fontys Theologie Levensbeschouwing te Utrecht.
Geraadpleegd
I. Fischer, M. Navarro Puerto & A. Taschl-Erber (red.). Die Bibel und die Frauen. Eine exegetisch-kulturgeschichtliche Enzyklopädie (Vol. Hebräische Bibel – Altes Testament Band 1.1). Kohlhammer, Stuttgart 2010.
C. Meyers, T. Craven & R. Kraemer (red.), Women in Scripture. A Dictionary of Named and Unnamed Women in the Hebrew Bible, the Apocryphal/Deuterocanonical Books, and the New Testament. Houghton Mifflin Company, Boston New York (2000).
Voor de opleiding Begeleider bibliodrama zie https://www.centrumvoorbibliodrama.nl