Menu

Premium

De gazelle

Een fier en oecumenisch dier

‘Als ik een schaap zie, word ik altijd een beetje zwaarmoedig. Het zijn zulke sneue beesten.’ Aldus de jonge boer die de hoofdrol speelt in de roman Boven is het stil van Gerbrand Bakker. Ik herken dat wel. Ook al worden (gehoorzame) schapen ons in de bijbel vaak ten voorbeeld gesteld, ik heb het niet zo op die blatende kuddebeesten. Ik zou het bijvoorbeeld veel complimenteuzer vinden om met de lichtvoetige, grootogige gazelle te worden vergeleken dan met het logge, streep-ogige schaap. Natuurlijk, lammetjes zijn lief, schapenwol is warmen zacht, en een rivierdijk zonder schapen is als een beschuit zondermuisjes. En ik erken dat het schaap en de gazelle in tal van opzichten op elkaar lijken: beide dieren zijn grazers, leven in kuddeverband, vormen geen bedreiging voor andere beesten, maar zijn zelf een kwetsbare prooi voor roofdieren. Maar anders dan het schaap is de gazelle sierlijk en snel. En zij laat zich niet domesticeren; ze kan niet zonder vrijheid! Over het moderne menselijke streven naar vrijheid, onafhankelijkheid en zelfontplooiing is veel zorgelijks te zeggen, maar ik kan niet ontkennen dat dat vrijheidsverlangen ook in mij wortel heeft geschoten. Mede daarom laat ik de zorg voor het metaforische schaap uit de bijbel graag aan anderen over, en denk ik liever na over de metaforische kwaliteiten van de gazelle.

Lees het hele artikel

Wellicht ook interessant

Nieuwe boeken