‘De gewone Amsterdammer moet betaalbaar kunnen wonen’
tr: Wie is Jakob Wedemeijer?
jw: Ik ben getrouwd en vader van vier kinderen. Oorspronkelijk Luthers, later ben ik naar de Oud-Katholieke Kerk overgegaan, waar ik nu bij hoor. Lange tijd ben ik actief geweest in linkse politieke partijen. Sinds 2003 is dat in de SP. Wat mij aanspreekt, is dat de partij staat voor een ander soort samenleving: geen markt maar solidariteit. Daar komt nog bij dat de SP concreet werkt, in de wijken waar de problemen spelen. Voor de SP ben ik een paar jaar bestuurder geweest in het stadsdeel Zuid-Oost, en vorig jaar kwam ik tussentijds in het college van B en W.
tr: Hoe kijk je aan tegen de wooncrisis, die in Amsterdam nog nijpender is dan in andere delen van het land?
jw: Jullie hebben het over de wooncrisis, maar er is eigenlijk geen sprake van een crisis. Een crisis is een probleem dat opeens belangrijk wordt en tijdelijk van aard is. Dat er nu wordt gesproken van een wooncrisis, is omdat de middenklasse de moeilijkheden gaat ondervinden. Voor de mensen met lagere inkomens is wonen altijd al een probleem geweest. Een goede betaalbare woning is voor heel veel mensen altijd al ver weg geweest. Daar komen nu nog allerlei prijsstijgingen bij. Problemen die de armen altijd al gehad hebben, zijn nu ook problemen geworden voor mensen uit de middenklasse. Daarom is er nu veel aandacht voor.
tr: Voor ons in Nederland is het tamelijk vanzelfsprekend dat de overheid een taak heeft op het gebied van wonen. In andere delen van de wereld ligt dat anders, bijvoorbeeld in de Verenigde Staten. Waarom heeft de overheid eigenlijk zo’n taak?
jw: In Europa zien we de overheid meestal als een schild voor de zwakken. In de VS zie je een soort nachtwakerstaat: de staat dient in de ogen van veel Amerikanen alleen om de landsgrenzen te beschermen. Voor ons ligt dat heel anders. De overheid heeft een taak om kwetsbare burgers te beschermen. Als de overheid dat niet doet, bepaalt het geld wat er gebeurt. Bij de SP zien we uiteindelijk twee redenen waarom de overheid zich met huisvesting moet bemoeien: a) de overheid heeft als enige instantie genoeg macht; b) de overheid heeft als enige een democratische controle.
tr: In sommige landen zie je dat mensen zich informeel vestigen aan de rand van de steden. Als de overheid zich dan met huisvesting bemoeit, bulldozert men die huizen om. Is dat dan een schild voor de zwakken?
jw: Dat soort overheidsbemoeienis is natuurlijk niet de bedoeling. De overheid moet kijken hoe maatregelen uitpakken voor de bewoners. Er is sprake van een trek naar de stad. Dat is één van de redenen waarom er meer woningen nodig zijn.
Daarnaast worden oude stadswijken aangepakt. Daarbij neemt het aantal woningen vaak af. Wij proberen in Amsterdam in de volkswijken genoeg terug te bouwen aan sociale woningbouw. Dat doen we door hoogbouw. In een situatie als die van Amsterdam is er meer regulering te verwachten. De vrijheid van de markt gaat niet leiden tot goede en betaalbare woonruimte voor iedereen. De vraag is altijd: waardoor wordt de woningmarkt geregeerd? Is dat door het geld of is dat door een overheid die oog heeft voor de gewone burgers? In onze visie moet de gemeente betaalbaarheid subsidiëren. Dat betekent dat de gemeente er geld in steekt om het wonen betaalbaar te houden voor de gewone Amsterdammer.
tr: Wat zijn de grote problemen in Amsterdam, wat betreft het wonen?
jw: Het grote probleem is dat er veel te weinig sociale huurwoningen zijn. Dat heeft voor een groot deel te maken met landelijk huisvestingsbeleid. De regeringen van de laatste decennia hebben het voor woningcorporaties heel aantrekkelijk, en zelfs noodzakelijk, gemaakt om woningen te verkopen. En bovenop al die maatregelen is de verhuurdersheffing ingevoerd, waar woningcorporaties enorm veel geld aan kwijt zijn. Zo is er nog een stimulans om huurwoningen te verkopen en er is minder geld om sociale huurwoningen te bouwen. Dat is gewoon obsceen.
Wat huurwoningen betreft, is dure verhuur heel aantrekkelijk. Voor de mensen die weinig kunnen betalen, blijft er steeds minder over. Daarnaast zijn er uitwassen: onderhuur, wangedrag, Airbnb. Die scheefgroei proberen we als gemeente door sterkere regulering om te buigen. Wij stellen ons steeds de vraag: ‘ Wat heeft de Amsterdammer eraan?’ Daarom sturen we op minder verkoop van sociale woningen en op bouwen, verdichten.
tr: Wat heb je intussen bereikt?
jw: Zelf ben ik natuurlijk nog maar kort als wethouder bezig. Toch kan ik over de afgelopen periode al een paar dingen aanwijzen die we bereikt hebben. Zo hebben we een voorrangsregeling voor bewoners van een stadsdeel ingevoerd: minstens 25 procent van alle nieuwbouw moet worden gereserveerd voor mensen die al in het betreffende stadsdeel wonen. Verder is er een bescherming tegen het opkopen van woningen door beleggers gekomen, doordat de koper verplicht is vier jaar zelf in het huis te gaan wonen. Ook wordt de leegstand aangepakt, en wordt kantoorruimte omgezet in woonruimte.
tr: Wat voor moeilijkheden ben je tegengekomen?
jw: Watlastig is, is dat de gemeente niet genoeg kan reguleren. Daar hebben we niet de bevoegdheid toe. Een ander punt is: de bevolking wil dat we onze regels handhaven. Dat vraagt om capaciteit, die we ook niet oneindig hebben. Verder wordt er soms geroepen: bouwen, bouwen, bouwen, maar dat is ook niet de oplossing van alle problemen.
tr: In Rotterdam heeft Leefbaar Rotterdam zo’n vijftien jaar geleden een regel ingesteld waardoor mensen met een laag inkomen geen huis kunnen huren in bepaalde wijken waar veel problemen zijn, en dat mensen van buiten de stad met een laag inkomen helemaal geen huis kunnen huren in de stad. Dit is de Rotterdamwet gaan heten. Hoe kijk je aan tegen deze Rotterdamwet?
jw: Daar ben ik zeer op tegen. Daarmee zeg je in feite dat arme mensen per definitie problematische mensen zijn.
tr: Je zou ook kunnen zeggen, dat je de mensen die al in zo’n wijk wonen, beschermt tegen verdere verpaupering van de wijk.
jw: Dan zeg je nog steeds dat arme mensen een probleem zijn, en geweerd moeten worden. Waar moeten die mensen dan gaan wonen? In de randgemeenten? Lost dat dan iets op? Je kunt mensen niet uitsluiten omdat ze arm zijn.
tr: Hoe kijk je aan tegen initiatieven van burgers die in groepen gaan wonen?
jw: Er zijn inderdaad steeds meer coöperaties van burgers die een combinatie tot stand willen brengen van zelfstandig wonen en dingen samen doen. Dat stimuleren we met een bepaald programma. In nieuwbouwplannen reserveren we kavels voor zulke coöperaties. Het is goed dat er veel actieve burgers zijn.
tr: Wat is je droom voor de stad?
jw: Waar ik aan werk is een inclusieve en complete stad. Dat betekent dat het meer is dan een verzameling woningen. Het is een stad waar alle Amsterdammers een plek kunnen hebben.
Tom Boesten is rooms-katholiek theoloog, werkzaam voor het landelijke samenwerkingsverband van kloosters KNR en redacteur van TussenRuimte.