De potentie van Boaz
Alternatief bij 1e zondag van de zomer (Ruth 4)

Als Ruth een deeltje in de Bouquetreeks was geweest, had het idyllische boerenverhaal over het arme meisje dat de gunst verwerft van de rijke landbezitter wel kunnen eindigen in hoofdstuk 3. Waarom moet de complicerende factor van die losser er nog bij gehaald worden? Waarom zo ingewikkeld verteld over de geboorte van die zoon?
Je kunt hoofdstuk 4 aan de hand van de locaties waarop het verhaal zich afspeelt in twee ongeveer even grote stukken verdelen. De eerste helft speelt zich af in de poort van Betlehem waar Boaz onderhandelt met de losser (4,1-8), de omstanders tot getuigen roept (4,9-10) en hun zegen krijgt (4,11-12). Het tweede deel is minder duidelijk gelokaliseerd, maar zal zich hebben afgespeeld in Boaz’ huis dat ook het huis van Ruth en Naomi wordt. Daar neemt Boaz Ruth tot vrouw en wordt de zoon geboren (4,13), duiden de buurvrouwen deze gebeurtenis en geven het kind zijn naam (4,14-17), en sluit het hoofdstuk en daarmee het boekje af met de opsomming van de tien geslachten (‘verwekkingen’, Hebr.: toledot) van Peretz tot David (4,18-22).
In beide delen zijn er behalve Naomi, Ruth, Boaz en de anonieme losser nog andere groepen anonieme personen, die als een rei in een klassiek toneelstuk commentaar leveren op de gebeurtenissen waarvan ze getuigen zijn. In het eerste stuk zijn dat de tien mannen in de poort die de actie van Boaz goedkeuren en van een zegenwens voorzien (4,2.11-12); in het tweede deel zijn het de (buur)vrouwen die de zegen toespitsen op de betekenis van het kind voor Naomi en hem bovendien zijn naam geven (4,14-17). De twee delen van dit hoofdstuk geven twee aspecten van het bevrijdingsverhaal weer: de lossing en de verwekking, waarbij het eerste de opmaat is tot het tweede.
Wat doet JHWH?
Er is nog één handelende persoon wiens aanwezigheid gemakkelijk over het hoofd kan worden gezien. Dat is JHWH zelf, die in hoofdstuk 4 precies één keer iets doet, maar dan ook wel iets beslissends, want Hij geeft zwangerschap aan Ruth (4,13, de twaalfde en laatste keer dat haar naam in het boekje klinkt). Nu zal die zwangerschap niet buiten Boaz om zijn gegaan. De enige andere plaats waar JHWH in het boekje iets concreet doet, is aan het begin van het verhaal. Daar heeft JHWH naar zijn volk omgezien door het ‘brood’ te geven (1,6), en kan Naomi opstaan om naar Betlehem terug te keren. Dat ‘brood’ keert verderop in het verhaal nog een keer terug, als Boaz het Ruth laat nemen (2,14). ‘Brood’ (Hebr.: lèchèm) en ‘huis’ (Hebr.: bet) klinken verder samen zeven keer in ‘Betlehem’ (1,1.2.19.19.22; 2,4; 4,11), naast nog zeven keer ‘huis’ alleen (1,8.9; 2,7; 4,11.11.12.12).
Lossing
Het is Naomi die het woord ‘losser’ het eerst in de mond nam (2,20). Ze gaf daarmee zelf aan dat Boaz wellicht met het oog op de toekomst van Ruth en haarzelf een rol zou kunnen spelen. Ruth pakte de suggestie op (3,9), Boaz ging erin mee (zes keer in 3,12-13) en geeft er nu in hoofdstuk 4 uitvoering aan. Er is vervolgens tien keer sprake van ‘lossen’ of ‘lossing’ en vijf keer van ‘losser’. Deze laatste is vier keer (4,1.3.6.8) de losser die niet kan lossen omdat hij zijn ‘erfdeel’ (niet: ‘huis’) niet wil ‘verspillen’ (vgl. Onan in Gen. 38,9). De vijfde keer (4,14) is het Boaz die dankzij JHWH losser van Naomi is geworden.
In Ruth wordt het gebod op het lossen van bedreigd familiebezit gecombineerd met dat op het zwagerhuwelijk. In Leviticus 25,25-34 en 27,13-33 gebiedt JHWH te voorkomen dat grond of ander eigendom van een overleden man in vreemde handen overgaat of verloren gaat. Diens nabestaanden hebben de plicht om dat bedreigde goed van hun overleden broeder te verwerven of terug te kopen. Bij dit gebod wordt niet gesproken over een weduwe die tot dat bedreigde eigendom zou behoren.
Daarover gaat het gebod op het zwagerhuwelijk (Deut. 25,5-10), maar daar wordt het woord ‘lossen’ niet gebruikt. Bij de profeten en in de psalmen is JHWH zelf de losser van zijn volk (vgl. bijv. Jes. 41,14; 49,7; 60,16; Ps. 19,15). De combinatie van losserschap en zwagerhuwelijk krijgt door de profetische verwijzingen een messiaanse kleuring. Het gaat niet om de familielijn van Elimelech die dreigt uit te sterven, maar in de persoon van Naomi om het volk als weduwe dat ‘leeg’ uit ballingschap in de velden van Moab terugkeert en verloren dreigt te gaan als JHWH niet als losser optreedt.
Verwekken
In het slothoofdstuk van Ruth komt het getal ‘zeven’ enkele keren voor. De buurvrouwen proclameren Ruth goed voor Naomi, méér dan zeven zonen (4,15). En de zoon die aan Naomi wordt geboren, blijkt in de geslachtenlijst vanaf Peretz de zevende verwekking te zijn (4,21). Een vrouw meer waard dan zeven zonen, hoe zit dat? Het verschil tussen mannelijk en vrouwelijk wordt overstegen door ‘trouw’ (Hebr.: chèsèd). De trouw van JHWH die Naomi haar beide schoondochters toewenst (1,8), blijkt wanneer het Ruth is ‘toegevallen’ (2,3) dat ze op het veld van Boaz heeft gewerkt (2,20). Ruth zet de trouw van JHWH voort als zij Boaz oproept om losser te zijn. Hij beantwoordt die oproep en prijst Ruth om haar trouw (3,10). De zevende keer dat het woord ‘schoondochter’ (Hebr.: kallah, 1,6.7.8.22; 2,20,22; 4,15) valt, is als de buurvrouwen de liefde van Ruth voor Naomi prijzen.
Ruth, de omgekeerde Moabitische, bewijst als schoondochter haar trouw door Naomi lief te hebben en voor haar een zoon te baren. Naomi, de leeg teruggekeerde weduwe, wordt dankzij de liefde van haar omgekeerde schoondochter moeder van een zoon. En Boaz – ‘in hem is kracht’? Bijbelse potentie bestaat erin te lossen wat verloren dreigt te gaan en te verwekken wat toekomst baart.
Deze exegese is opgesteld door Dick Schoon.