Menu

Basis

De rauwe schepping in een lieflijk jasje

Iemand die achter een tafel een bijbel bestudeert en aantekeningen maakt

Schrijvers voor Gerechtigheid heeft deze zomer een online album met bijbehorend muziek- en inspiratieboek uitgebracht. Roeland Smith vertelt over de inspiratiebronnen voor deze liederen over de schepping. Wanneer en hoe komt het geloof om de hoek kijken?

Op de cover van het muziekboek en het inspiratieboek van de Scheppingsliederen van Schrijvers voor Gerechtigheid staat een foto van Hans Jansen, getiteld: de kwetsbare natuur. De foto is goed gekozen: een zanderig duin met hier en daar een boom en een dreigende wolkenlucht. De Scheppingsliederen zijn bedoeld om naast verwondering en vernieuwing van de natuur ook de gebrokenheid te bezingen.

Gek genoeg lijken de veertien liederen die online staan, bijna allemaal licht van melodie, bijna vrolijk en ontspannen. Het gesprek met Roeland Smith, projectleider van de Scheppingsliederen, begint dus meteen bij de vraag:

Kun je onder confronterende teksten over de schepping een lieflijke melodie zetten?

Volgens Smith kan dat goed werken: ‘Een lied mag wel schuren maar eerder in tekst dan in melodie. De thematiek is te zwaar als je de muziek ook rauw maakt, dan is er voor mensen geen deur meer om doorheen te stappen’. Smith vertelt dat het projectteam met opzet samenwerking heeft gezocht met Mozaiek Worship, gepokt en gemazeld in evangelische samenzangliederen.

Smith slaat zijn armen om zich heen en zegt: ‘Een lied werkt het beste als het een warme deken is. Liedjes die je omarmen maar dan zit er in de binnenzak van die jas toch iets scherps.’ Hij noemt als voorbeeld een scheppingslied geschreven voor de ngo’s, zoals Dorcas en Worldvision, die graag een eigen lied wilden omdat zij bij hun werk tegen de consequenties van de uitbuiting van de aarde aanlopen.

Om dat lied te maken werden Eline van Dijk, Michiel van Heusden en Matthijn Buwalda bij elkaar gehaald. Smith: ‘Eline is een grote naam in de evangelische liedcultuur en Buwalda is tekstueel sterk. Zo ontstond het lied “Dan bent U met ons”. Toen ik dat hoorde, dacht ik: dit is het lied waardoor mensen in de thematiek kunnen stappen.

Als je de eerste regel kunt zingen, dan kun je de rest ook zingen. Maar de allerscherpste zin van alle liederen staat dus ook in dit lied. Het is als een gebed geschreven maar de omkering is fel.’ Smith citeert uit zijn hoofd:

Hoe lang ruikt U het branden van de bossen?
Hoe lang voelt U het vuur?
Hoelang al ziet U de oogsten mislukken?
Hoelang al vraagt U aan ons hoelang het nog duurt.

Kom, Jezus, kom. U lijkt ver bij ons vandaan,
maar het is juist andersom, Heer, U bent nooit weggegaan.
Want U woont waar niemand meer kan leven.
U bent thuis op plaatsen zonder hoop,
waar de aarde niets meer heeft te geven,
waar de zee de dorpen binnenstroomt.
U bent vrienden met de allerarmsten, U zit naast hen in de hete zon.
En zijn wij met hen, dan bent U met ons.

Smith blijft rustig, ook als hij de scherpte toelicht, maar je ziet wel zijn passie: ‘Dan kunnen wij wel zeggen: “we missen Jezus!” maar die zit dus tussen de brokstukken van de schepping. Niet hiernaast ons op de bank of bij ons in de auto maar dáár, onder de felle zon en bij de brandende bossen.

Dan zit er in de binnenzak van die warme jas toch iets scherps

Het probleem is niet dat God is weggegaan bij ons maar wij bij Hem. Wij zitten daar niet, daar waar het pijn doet.’

Wie moet die vraag vervolgens uitdiepen?

‘Toch de voorganger, die moet een spiegel voorhouden. Bijvoorbeeld rond een themadienst over de schepping.’

Smith vertelt graag over zijn project maar ik ben ook wel benieuwd naar zijn achtergrond. Hij vertelt: ‘Ik ben opgegroeid in Holysloot, in Friesland, en in de Alblasserwaard als predikantszoon. En natuurlijk ging ik ook mee naar de kerk. Maar als het even kon, ging ik bij de kindernevendienst helpen.’

Wat heb je gezien aan je vader als predikant?

‘Ik waardeer zijn poging om de cultuur van het Liedboek voor de kerken te mengen met de evangelische liedcultuur.’

Je bent in een gelovig gezin opgevoed. Wat was nog meer een bron van geloof voor je?

‘De kampen van de Charismatische Werkgemeenschap Nederland. Daar was enthousiaste leiding, zongen we heel veel en zijn mijn belangrijkste vriendschappen ontstaan. En daar heb ik geleerd om over kerkgrenzen heen te kijken. We zongen Opwekking maar ook Taizé.’

We praten verder over kerkgrenzen en of de Scheppingsliederen ook goed te zingen zijn in de Protestantse Kerk in Nederland (PKN), waar ze veelal zonder band zingen. Smith vertelt dat gewerkt wordt aan een pianobegeleiding en dat hij zich realiseert dat hij bij een volgend project ook iemand uit de liedcultuur van de PKN wil vragen om te componeren.

Jezus zit niet naast ons op de bank of in de auto maar dáár, bij de brandende bossen

Hij denkt na en zegt dan: ‘Oh ja, Antoine Oomen, bijvoorbeeld.’

Het lijkt alsof je bewegelijk wilt blijven in je geloof?

‘Ja, ik ben ook een tijdje niet naar de kerk geweest. Ik had vier jaar in de Oudstenraad gezeten en toen hadden we als thema: mogen er kinderen aan het avondmaal? Dat kostte zoveel energie. Ik was helemaal klaar met alle vergaderingen en met al die lagen en onderstromen in de gemeente.

Nu ga ik naar een buitendienst. Een kleine groep die op zondagochtend in de natuur zingt, bidt en leest. Ook wordt er gewandeld in tweetallen met een vraag en is er aandacht voor wat er bloeit en groeit. Het is super organisatieloos, heerlijk.

Iedereen neemt een kannetje thee en koffie mee, een zeiltje om op te zitten of een stoeltje. Wij gaan zelf voor, het is heel erg zoals bij de vroege kerk. Het gaat om het hier en nu. Carla Dik-Faber, projectleider van GroeneKerken, schreef erover op LinkedIn. En toen zij dat had gepost, belde de Oudstenraad ook weer. Of ze een keer mochten komen kijken.’ Smith valt stil.

En zijn ze al geweest? ‘

‘Uhh, nou nee.’

Wat is jouw visie op de schepping?

‘Ik neig naar de Keltische theologie. God valt niet samen met de schepping maar doorademt de natuur. Zodra je van de aarde een levenloos object maakt, dan mag je er ook alles mee doen. Dan kun je uitbuiten en graven waar je wil. De Kelten zien de aarde als medegezelschap. Dus: je bent zélf de aarde en wij zijn deel van het systeem.

Ik leerde van theoloog Alain Verheij, tijdens een workshop ter voorbereiding op dit project: de kroon op de schepping is niet de mens maar de rustdag. Je mag genieten van de schepping en genieten van wat je zelf, of samen met anderen, hebt gemaakt. Dat is het sabbatsgevoel.’

Was er bij het maken van de liederen ook oog voor de rauwe kanten van de schepping?

‘Zeker, in de voorbereiding naar dit project heeft de Polderprof, een projectleider die natuurplannen ontwikkelt, ons verteld over de natuur. Hij zei ook: “Die is niet mooi en niet lief.” Alles woekert en daarin ontstaat een evenwicht. Ook woede en onrust zijn deel van de schepping. De Polderprof zei letterlijk: “Als ik worstel met sombere gevoelens dan ga ik naar mijn landje. En als ik met mijn handen in de aarde heb gezeten, dan ben ik daarna weer ‘aardig’.”’

En was er oog voor de profetische kant?

‘We hebben zelfs iemand gevraagd om juist dat geluid te bewaken. Het profetische geluid moest er zeker in maar de toegankelijkheid moest ook overeind blijven. Daar zijn stevige gesprekken over gevoerd met een grote kring theologen, natuurbeschermers en zangers.

Voor het album heeft de selectiecommissie de liederen gekozen die voor samenzang het meest uitnodigend zijn. Daarbij hadden ze aandacht voor alle soorten invalshoeken qua tekst.’

Het profetische geluid moest er zeker in

Smith is een verbinder, dat merk je aan zijn praten en zijn manier van werken. Nergens wordt het scherp of al te kritisch. Hij is gericht op verbinding met mensen en traditie. Zo leest hij elke maandag met een muziekvriend uit een Keltisch gebedsboek.

Van hervormd naar charismatisch naar Keltisch?

‘Ik denk dat je in je geloof af en toe vervelt, een nieuwe jas aantrekt. Ik leer ook van anderen over geloof, zoals bijvoorbeeld van Kinga Bán, bekend van de band Sela en overleden in 2019. Vlak voor haar overlijden heb ik nog met Kinga geschreven.

Wat ik bewonderde, was dat zij tijdens haar ziekte evenveel steun had aan Jezus als tijdens haar leven. We hebben drie dagen voor haar dood nog samen muziek gemaakt bij haar thuis en toen vertelde zij over haar vertrouwen; ze had zelfs zin in de hemel.

Bij haar zag ik weer: zo puur kan het zijn, Reni Kraayenoord, Eline Bakker en Roeland Smith aan het werk zo krachtig en eenvoudig, het geloof in Jezus. Door haar heb ik Jezus op een nieuwe manier ontdekt als bron van troost en kracht. En hoe dat precies werkt, dat weet ik eigenlijk niet maar ik vind dat ook niet erg. Dat is waar ik nu een beetje ben, weet je wel?’

Hester Smits is predikant van de Grote Kerk te Apeldoorn.


Vrede!?
Woord & Dienst 2023, nr. 12

Wellicht ook interessant

Nieuwe boeken