De stem van vrede spreekt zacht
Blikvanger
In haar essay Brief in de nacht spaart schrijfster Chaja Polak noch de Israëlische regering, noch Hamas. ‘Geweld is niet de oplossing van dit conflict.’
Chaja Polak (1941) ontvangt mij in haar benedenwoning in Amsterdam-Zuid. Zij spreekt met zachte stem en juist dat maakt haar pleidooi voor een vreedzame oplossing voor de oorlog in Gaza sterker en urgenter.
In het publieke debat klinken radicale stemmen hard en onverbiddelijk. Letterlijk, op straat. Er lijkt geen middenweg te zijn. Strijden voor de rechten van Palestijnen, ondanks de moordpartij op 7 oktober 2023, of opkomen voor het recht van Israël om zichzelf te verdedigen, ondanks buitensporig geweld.
Uw essay Brief in de nacht trok de belangstelling van de media. Er zijn al twaalfduizend exemplaren verkocht.
‘Er was behoefte aan, merk ik. In brieven en mails vertellen mensen mij dankbaar te zijn voor de woorden die ze zelf niet konden vinden. In dit verschrikkelijke conflict kan iemand zich eenzaam voelen met een standpunt dat een redelijke uitweg bepleit en niet polariseert. Door het lezen van mijn essay voelen zij hun stem gehoord, ze zijn niet meer alleen. Wij zijn met velen, maar nog met te weinigen.’
Israël daarentegen zou in gesprek moeten gaan met zijn buren
Geweld is niet de oplossing, schrijft u.
‘Laat ik daar preciezer in zijn. Ik denk dat Oekraïne zich met geweld verdedigen. Het land heeft geen andere optie om zich te weren tegen de aanvallen van Poetins Rusland.
Israël daarentegen zou in gesprek moeten met zijn buren. De spiraal van geweld leidt daar alleen tot meer geweld, grotere humanitaire rampen, nog meer haat en extremisme. Ik keur geweld daar voor honderd procent af, aan beide kanten.
Mensen moeten elkaar gaan zien als mens, niet als vijand. De ander is niet anders dan zijzelf, maar een medemens. Er zijn zeven miljoen Palestijnen. Er zijn zeven miljoen Joodse Israeli’s. Moeten zeven miljoen Palestijnen of zeven miljoen Israëlische Joden soms worden vermoord? De enige oplossing is: onderhandelen om samen uit dit conflict te komen.’
Het conflict duurt al zo lang.
‘Het is goed en zelfs noodzakelijk om de geschiedenis te kennen. Tegelijkertijd bestaat het gevaar dat elke partij daar een eigen draai en interpretatie aan geeft. Wij leven nu, dit is de gegeven situatie. Wij moeten hier en nu tot een houdbare oplossing komen. Ongeacht de zeer gecompliceerde geschiedenis.’
Hoe kijken uw familie en vriendenkring in Israël hier tegenaan?
‘Zij zijn niet zoals wij op de hoogte van de rampen die zich afspelen. Zij krijgen de beelden uit Gaza niet of nauwelijks te zien. En ze zijn zelf, na de aanval van 7 oktober, zwaar gedeprimeerd, in de rouw en wanhopig. Ze hebben eenvoudigweg geen ruimte om er anders over te denken, om de realiteit van het conflict tot zich door te laten dringen.
Zij denken goed geïnformeerd te zijn. Anders dan critici in Rusland, die weten dat ze worden gemanipuleerd en voorgelogen, weten Joodse Israeli’s dat niet. En toch schreef een nichtje van mij: “Netanyahu is bezig om ons land de afgrond in te duwen, terwijl iedereen smeekt om een wonder en verlangt naar vrede.”
Anderhalf jaar geleden nog bezocht ik een ander nichtje. Zij is moeder van drie zonen. Zachtaardige, lieve jongens. Ze zijn alle drie opgeroepen en zitten nu in het leger. Zouden hun ouders zichzelf moeten toegeven dat hun kinderen voor niets opgeroepen zijn en zij voor niets elke nacht wakker liggen van angst? Je kunt het je bijna niet veroorloven zo te denken. Ze denken toch dat ze hun land moeten verdedigen. Wij weten wat deze verdediging momenteel inhoudt, zij niet.’
Wij zien de beelden op televisie, wat zorgt voor een zwaar gepolariseerde discussie.
‘Gelukkig klinken er ook andere stemmen. In Israël is er bijvoorbeeld “Standing Together”, een beweging die Arabische en Joodse Israeli’s samenbrengt en streeft naar gelijke rechten. In Nederland is er “Deel de duif”, waarin Joodse en islamitische jongeren met elkaar in gesprek gaan en verbonden blijven.
Er is het boek van Natascha van Weezel, Hoe houd je je hart zacht. Er is mijn boek, Brief in de nacht. De uitersten in de discussie zien en horen we al te duidelijk. De stemmen van vrede klinken zachter, maar zijn er wel degelijk.’
‘Ondersteun aan beide zijden wie naar vrede streeft. Zo help je Israël.’
De Protestantse Kerk in Nederland steunde lang Israël, in een ‘onopgeefbare verbondenheid’. Langzaamaan kwam er aandacht voor de situatie waarin Palestijnen moeten leven. Heeft u goede raad?
‘Israël wordt niet geholpen door te zeggen: wij staan achter Israël. De regering daar bewandelt de verkeerde weg, de weg van geweld. Daarom: blijf kritisch, benoem wat Israël echt fout doet. Ondersteun de kritische stemmen en ondersteun aan beide zijden wie naar vrede streeft. Zo help je Israël.’
De aanval van Hamas op 7 oktober trof vooral progressieve, vredelievende Israeli’s.
‘Dat is heel wrang. De leiders van Hamas zijn fanatici, die zijn per definitie niet redelijk. Hamas offert bewust zijn eigen bevolking op.
Zij wisten dat hun moordpartij een heftige tegenreactie van Israël zou uitlokken. Weliswaar niet op deze schaal, maar toch. Zij zien het lijden van hun volk als collateral damage, bijkomende schade.
Het beetje brandstof dat Gaza nog binnenkomt, gebruiken ze voor het afschieten van raketten. Die door Israël onderschept worden en geen doel raken. Die brandstof zouden ze aan ziekenhuizen kunnen geven. Doen ze niet. Ze hadden hun burgers in hun ondergrondse gangen kunnen laten schuilen voor de bombardementen. Doen ze niet. Het woord “sadist” komt in me op. Het zijn heel slechte leiders, net als de regering van Israël. Noch Israël, noch Hamas, noch Hezbollah heeft de leiders die vrede tot stand kunnen brengen.’
Over en weer schilderen de partijen elkaar af als monsters, onmensen.
‘Dat is zeer ontwrichtend, en bekend. Een oorlog begint nooit van de ene dag op de andere. Er gaan altijd woorden aan vooraf. Met die woorden wordt “de vijand” ontmenselijkt. Dat legitimeert vervolgens de aanval en het geweld. Zoals de Oekraïners werden neergezet als fascisten.
Noch Israël, noch Hamas, noch Hezbollah heeft leiders die vrede tot stand kunnen brengen
Ik denk dat het kwade meer kracht heeft en dat de zachtaardige mens stiller is. De schurken zijn luidruchtiger. Ik denk dat de mens grotendeels mislukt is. Als we ervan uitgaan dat er een God is, zoals u doet, dan heeft hij misschien wel spijt. De slechtheid van de mens overheerst de geschiedenis. Er zijn altijd oorlogen geweest, geweld, moordpartijen.’
In Nederland neemt het antisemitisme toe.
‘Ik schrok van het bericht dat veel politieagenten geen Joodse instellingen meer willen bewaken. Zelf zit ik niet op sociale media en krijg ik de digitale bagger niet over mij uitgestort. Ik weet wel wat daar gebeurt, en begrijp niet hoe mensen anoniem zoveel slechtigheid de wereld kunnen inslingeren. Het is ook ongelooflijk laf.
Ik denk ook aan de schrijver Herman Brusselmans, met zijn antisemitische column in het Belgische weekblad Humo. Dat is erg gevaarlijk, gezien zijn grote lezerspubliek en de Humo-redactie die zich er niet van distantieerde. Tijdens een van de vorige oorlogen fietste ik naar mijn moeders huis om haar te vertellen van mijn angst voor antisemitisme, door die oorlog.
Waarop zij zei: “Ach kind, dat is er altijd geweest en dat zal er altijd ook zijn.” In tijden als deze is het beschavingslaagje er afgetrokken en komen kortzichtigheid en agressie boven. Wat kan ik eraan doen, wat daar gebeurt?’
Op welke wijze verhoudt u zich tot de joodse traditie?
‘Na de dood van mijn tweede man bezocht ik de synagoge voor de muziek die prachtig en eeuwenoud is en hopelijk nog eeuwenlang voort klinkt. De schoonheid van de muziek gaf troost.
Als we ervan uitgaan dat er een God is, heeft hij misschien wel spijt
Mijn hele leven is getekend door het feit dat ik Joods ben. Ik ben in de oorlog als Joods kind geboren. Ik ben ondergedoken geweest en als een pakketje van het ene adres naar het andere gestuurd. Mijn vader is “niet teruggekomen”, zoals wij eufemistisch zeggen. Mijn moeder zat in Auschwitz. Een zeer groot deel van mijn familie is vermoord. Daar kom je niet onderuit.
Ik hou veel van de Jiddische cultuur, de liedjes, de humor, de wijsheid en de zachtheid. Zoals ik de familie en de vrienden die er nog waren, heb gekend, zo liefdevol, vrolijk en zacht. Joden zijn al eeuwen gewend om grappen te maken over hun eigen ellende. Dat is een manier om het te dragen, om het te relativeren en verder te kunnen gaan.
Ik ben lid van de Nijmeegse Joodse Gemeente. Mijn grootvader was er chazan, voorzanger, en plaatsvervangend rabbijn. Hij gaf Hebreeuws aan het gymnasium. Mijn grootmoeder is naast hem begraven. Ook mijn man is daar begraven en ik later ook. Daarom ben ik er lid. Religieus ben ik niet, de feesten vier ik maar een beetje.’
Het is moeilijk om in deze tijd hoop te houden. Hoe lukt u dat?
‘Ik dwing mijzelf ertoe. Ik vraag me af hoe oprecht mijn hoop is, maar ik wil niet leven zonder een sprankje hoop. Het is een keuze. Op dit moment vind ik die hoop in de vredesinitiatieven, die er ook zijn. De critici in Israël. Palestijnse stemmen, die niet geloven in wraak en geweld.
De positieve reacties van lezers op mijn boek. Iemand schreef: ik heb het gelezen, ben naar de boekhandel gegaan en kocht zes exemplaren om uit te delen. Zo zijn er velen.’
Kees Posthumus is kerkjournalist.
Brief in de nacht
Chaja Polak, Brief in de nacht. Gedachten over Israël en Gaza. Uitgeverij Cossee, Amsterdam 2024. 96 pp. €14,95. ISBN 9789464521412
