Menu

Basis

Een royale geste

Lieve Toos

Lieve Toos

Een rubriek met prangende vragen en accurate antwoorden, dat is Lieve Toos. Heeft u ook een pijnlijke of een prangende vraag waar u graag een accuraat en adequaat antwoord op krijgt? Stuur het naar de redactie van Woord & Dienst (redactiewoordendienst@kokboekencentrum.nl).

Lieve Toos,

Wat mij nou toch is gebeurd! Een preekvoorziener belde mij: of ik in 2024 nog kon voorgaan. De nood was hoog, dus ik wilde de gemeente best ter wille zijn. We kwamen overeen dat ik op drie verschillende zondagen om elf uur bij de bellende gemeente zou voorgaan en dat we onze eigen kerkdienst dan naar half tien zouden verschuiven (normaal beginnen wij om tien uur). Ik vond dat best een royale geste. Het zijn moeilijke tijden, tenslotte.

Maar weet u wat de preekvoorziener toen vroeg: ‘Hoeveel wilt u betaald krijgen?’ Dat is toch geen vraag? Dat is door de kerk netjes geregeld. Dat zei ik dus ook in een eerste opwelling: ‘Gewoon, wat door de kerk is voorgeschreven.’ ‘Ja maar, wij zijn een kleine gemeente,’ zei de preekvoorziener. ‘Andere dominees vragen vijftig euro, of een boekenbon.’

Een boekenbon! Zijn ze helemaal van de konijnen besnuffeld! Ik herhaalde wat ik eerder had gezegd en we kwamen tot een overeenkomst. Maar nu voel ik me schuldig. Had ik toch voor een kleinigheid moeten voorgaan? Ik heb het geld niet per se nodig.

Geen gratis voorganger

Beste geen gratis voorganger,

Allereerst: goed dat u voet bij stuk hebt gehouden. Want we zijn als kerk eigenlijk al veel te goedkoop. Mijn zwager – een geslaagd zakenman – zegt altijd dat we entree moeten heffen voor de kerkdiensten en dat er dan vast meer mensen zullen komen want: wat duur is, zal ook wel goed zijn. Zo betalen veel mensen grof geld voor allerlei therapeuten en coaches, terwijl ze bij hun predikant gratis terecht kunnen voor een luisterend oor en een goed gesprek. Maar oké, genade is ook gratis dus wat dat betreft is het passend dat we als kerk een plek zijn waar Jesaja 55 tot zijn recht komt.

Maar nu over het werk dat u als voorganger naast uw (betaalde) baan in uw eigen gemeente doet. Ik hoor weleens mensen de term ‘bijbeunen’ gebruiken. Alsof een predikant rijk zou worden van gastpreekbeurten. Wanneer men dan hoort hoeveel uren er in de voorbereiding van een kerkdienst gaat zitten en wat een voorganger krijgt voor een preekbeurt, vallen de monden meestal open. Dan zou je beter een praktijk voor coaching kunnen beginnen of schoonmaken bij mensen thuis.

Zulke voorgangers zijn natuurlijk goud waard

En ja, er zijn voorgangers die het leuk vinden om elders voor te gaan maar het geld helemaal niet nodig hebben en daarom geen declaratie indienen. Voor preekvoorzieners zijn zulke voorgangers natuurlijk goud waard, en een reden om zo’n gratis gastvoorganger nogmaals te vragen (en daarbij de goedkope boodschap op de koop toe nemen).

Valse concurrentie, zou je kunnen zeggen. Zo krijg je scheve gezichten, en zou je je bijna schuldig gaan voelen als je wel gewoon je declaratie indient. Want inderdaad, er zijn ook (vaak deeltijd) predikanten die dat extraatje van een preekbeurt elders goed kunnen gebruiken en niet de luxe hebben om hun diensten gratis aan te bieden.

Wat die kleine gemeente betreft: hoe ‘arm’ een gemeente ook is, laten gemeenteleden in ieder geval voor dat ene kostbare uur op zondagochtend net zoveel betalen als ze kwijt zouden zijn bij de sportschool of een mooi concert. Dan kun je met tien gemeenteleden gerust een gastvoorganger betalen en hoef je niet te gaan kruidenieren om voor een dubbeltje op de eerste rang te zitten.

Tenslotte leert ons Paulus in zijn brief aan Timoteüs: ‘Oudsten die goed leiding geven, moeten dubbel worden beloond, vooral degenen die zich veel moeite geven voor de prediking en het onderricht. De Schrift zegt immers: “U mag een dorsend rund niet muilkorven” en “De arbeider is zijn loon waard”.’

Illustratie van een man die iets aan het afwegen is en zegt: 'Mag het een onsje minder zijn'.
Illustratie: Bert Kuipers

Is er in je gemeente iets loos? Vraag het lieve Toos!


Heilige familie…
Woord & Dienst 2024, nr. 12

Wellicht ook interessant

Nieuwe boeken