Menu

Basis

Biblioloog: Bijbel en levenservaring verbinden

Student in zicht

Beatrix Biró, pastoraal medewerker in een stadskerk van Braşov.
Pastoraal medewerker in een stadskerk van Braşov.

De masterscriptie van Beatrix Biró gaat over een methode om bijbelteksten dicht bij de ervaringen van vandaag te brengen. Waardoor vindt zij dit belangrijk en wie inspireerden haar?

Als ik mijn specialisatie in één woord moet samenvatten, dan wordt dat het woord ‘pastor’. Mijn theologiestudie begon ik aan het Protestants Theologisch Instituut (PTI) in Cluj-Napoca (Roemenië) in de herfst van 2018.

Na mijn bachelor (2022) schreef ik mij in voor het masterprogramma van diezelfde universiteit. Juni 2024 rondde ik mijn master bij het PTI af en in augustus verdedigde ik met succes mijn thesis bij de Protestantse Theologische Universiteit (PThU). Sinds september ben ik pastoraal medewerker in een stadskerk van Braşov (Roemenië).

Het PTI is in de eerste plaats een seminarie met een pastoraal profiel en de nodige praktische vakken waarmee elke student ervaring kan opdoen in het kerkenwerk. De academische opleiding in Roemenië kijkt noodzakelijkerwijs naar congregaties en past zich aan de diensten aan die onze kerk de samenleving biedt.

Ik geloof dat het Woord altijd de eerste Spreker zal zijn

De masteropleiding aan de PThU rust studenten ook toe met andere, je zou kunnen zeggen academischer, vaardigheden. De studie wordt geacht zich niet op te sluiten binnen utilitarisme maar te streven naar onafhankelijke en zuivere wetenschappelijkheid.

Inspiratie

Ik herinner me duidelijk hoe een van de PTI-docenten aan het begin van onze studie krachtig en trots Barths woorden citeerde: ‘Neem je bijbel en je krant, en lees beide. Maar interpreteer de kranten vanuit je bijbel.’ Hij benadrukte daarmee de barthiaanse lijn van onze universitaire opleiding en gaf toekomstige pastors een boodschap mee die hun identiteit zou vormen. Dat komt aardig overeen met waar de opleiding zichzelf toe verplicht: sociaal relevant en heilzaam zijn voor de kerken in Transsylvanië. Die barthiaanse erfenis van onze opleiding heeft haar stempel gedrukt op mijn denken.

Toch zijn leven en werk van grote theologen uit het verleden niet mijn echte inspiratie. Ik ben het meeste beïnvloed door degenen die mij de sleutelwoorden van die uitspraak hielpen begrijpen en herinterpreteren.

Mijn hoogleraren, Csaba Balogh en Szabolcs F. Kató, beiden productieve en internationaal bekende oudtestamentici, zijn mijn gids geweest bij de ontdekking van de inhoud van ‘bijbel’, met name door mij vertrouwd te maken met oudere teksten. En bij professor Jenő Kiss werd het begrip ‘krant’ in mijn denken vervangen door dat van individuele levenservaringen, het unieke van collectieve en persoonlijke ervaringen.

Het citaat van Barth verscheen in The Times en zijn beroemde uitspraak moet in de context van die tijd worden verstaan. Jenő Kiss richtte in zijn colleges over homiletische en pastorale zorg onze aandacht van de contextuele interpretatie naar de relevantie van bijbelteksten.

Deze hoogleraren zijn bij sommigen goed bekend maar bij anderen misschien niet, omdat ze voornamelijk werkzaam zijn in Transsylvanië. Ik noem ze omdat een theoloog mij vooral inspireert als ik een persoonlijke relatie met haar of hem heb, als ik iemands voorbeeld heb gezien en ervaren.

Beatrix Biró: ‘Ik blijf leren.’

Bijbel, krant en dagelijks leven

De maatschappelijke relevantie van theologie vind ik in ‘bijbel’ en ‘krant’ als symbolische begrippen die bij ons dagelijks leven horen. In de breedste zin van het woord is de Bijbel, als theologisch betoog, deel van elke maatschappelijke discussie omdat het Woord volgens mijn geloof altijd de eerste Spreker zal zijn. Er zijn natuurlijk situaties waarin mensen anders denken. Dan rijst de vraag nog duidelijker: is theologie relevant voor ons?

De ‘krant’ is zowel een verslag van de dagelijkse gebeurtenissen als een tijd-schrift van individuele en innerlijke ervaring, en een logboek van personen en gemeenschappen die een weg zoeken in wat op het wereldtoneel gebeurt. Als zodanig kan iedereen kranten interpreteren. Ik ben ervan overtuigd dat de boodschap van de Schrift op al die terreinen ook iets te zeggen heeft – en de lijst kan worden uitgebreid.

Hoewel structuur en context van interpretatie voortdurend veranderen en de bijbelse boodschap voor velen moeilijk toegankelijk is, geloof ik toch dat ze voor iedereen relevant kan zijn. Het doel van theologie in de wereld van vandaag is wegen en middelen vinden waardoor de bijbelse boodschap een stem heeft in het maatschappelijk debat.

De biblioloog-methode

In mijn doctoraalscriptie aan de PThU onderzocht ik zo’n methode: biblioloog. Eerder had ik een BA-scriptie geschreven over een oudtestamentisch onderwerp maar mijn masterthesis bij het PTI was al interdisciplinair: over de toepasbaarheid van bibliotherapie. Ik wist dat ik vergelijkbaar interdisciplinair werk wilde doen aan de PThU.

Mentor en, opnieuw, rolmodel en inspirerende raadgever, waren de hoogleraren Annette Merz en Eric Olsman. Professor Merz liet mij kennismaken met de biblioloog-methode. Zelf een vooraanstaande bijbelwetenschapper voelt zij zich ook verantwoordelijk voor gereedschap dat het levend karakter van bijbelteksten ondersteunt.

Biblioloog is evenals bibliodrama een methode waarin deelnemers de wereld van de bijbeltekst binnengaan door, geholpen door een begeleider en vragen, in de eerste persoon te spreken als de bijbelse figuren. Vanwege mijn oriëntatie op het Oude Testament was het niet onverwacht dat ik koos voor een wonderverhaal uit het Oude Testament: 2 Koningen 4:1–7.

In mijn scriptie laat ik na een korte uiteenzetting over de biblioloog-methode verschillende interpretaties zien van de tekst (nl. patristisch, feministisch en kinderlijk), met speciale aandacht voor de thema’s van weduwschap, slavernij en economische onrechtvaardigheid.

Vormen vinden voor de bijbelse boodschap in de maatschappij

In het derde en boeiendste hoofdstuk analyseer ik de tekst van een biblioloog in de vorm van een kwalitatief empirisch onderzoek dat gehouden is in een Nederlandse gemeenschap. Hier zoek ik een antwoord op de vraag wat de interpretatie van een biblioloog kan toevoegen aan bestaande exegese.

Professor Olsman, deskundig op het gebied van praktische theologie, vestigde mijn aandacht op een nieuw concept, dat een belangrijk onderdeel bleek van de zingevingsdynamiek in een biblioloog, namelijk identificatie. Bij introductie van dit concept wordt de methode een echte verbinding tussen wat ik denk dat in de huidige theologie verbonden moet worden: het bijbelse narratief en de persoonlijke of gemeenschappelijke levenservaring.

Het Woord verkondigen

Ik hoop dat ik blijf leren. In de nabije toekomst ben ik van plan me in te schrijven voor een PhD-programma waar ik mijn onderzoek naar de onderlinge verbondenheid van bijbeltekst en levenservaring kan voortzetten. Volgens mij is echter ervaring in kerk en pastoraat op dit moment essentieel. Volgend jaar zal ik als pastor worden bevestigd om in onze kerk als zelfstandig pastor een geloofsgemeenschap te dienen. Wie weet een betere reden om empirische ervaring en deskundigheid op te doen?

Ondertussen probeer ik ook te experimenteren en zo een dieper begrip te krijgen in wat ik denk dat de relatie en onderlinge verbondenheid van theologie en kerk betekenen: het Woord zo verkondigen dat het relevant is. In de wereld van vandaag is dit geen gemakkelijke taak. Maar de eerste opdracht voor theologen is om vormen te vinden, manieren van communicatie, antwoorden, die hart en geest van zoekers in de kerk kunnen bereiken.

Beatrix Biró studeerde aan het PTI en de PThU en is momenteel pastoraal medewerker in Braşov (Roemenië).
(vert. uit het Engels: JS)


Heilige familie…
Woord & Dienst 2024, nr. 12

Wellicht ook interessant

kast vol met potjes jam
kast vol met potjes jam
Basis

Vijfenveertig soorten jam: over vrijheid in de Hebreeuwse Bijbel

Toon Hermans schreef ooit een liedje waarvan het refrein eindigde met de volgende zinnen:

‘Maar we staan met z’n allen in de file en ze slaan je op je bakkes in de tram. Staat je auto in de stad, wordt je radio gejat, maar we hebben vijfenveertig soorten jam.’

Het liedje gaat over de vrijheid die de moderne consumptiemaatschappij ons belooft. Het is een vrijheid die vooral draait om keuzevrijheid: we hebben ogenschijnlijk oneindig veel mogelijkheden om te doen en te laten wat we willen. Maar, zo dichtte Hermans ironisch, wat betekent die vrijheid als we geconfronteerd worden met vrijheidsinperking, of als geweld, oorlog, haat en demonisering de kop opsteken?

Nieuwe boeken