Menu

None

Durf jij de waarheid te spreken?

Matthijs den Otter recenseert De waarheidscrisis van Martine Prange

Recensie De waarheidscrisis

Bestaat er nog zoiets als ‘waarheid’ in onze maatschappij? Of is er sprake van een post truth-tijdperk, zoals vaak wordt verondersteld? Theoloog Matthijs den Otter las De waarheidscrisis van filosoof Martine Prange. Hij worstelde zich door de alarmerende thematiek van het boek en vraagt zich af: hoe kunnen we de waarheid nog herkennen?

Welke rol hebben filosofen en theologen in deze tijden van post-truth? Misschien allereerst maar eens duiden wat er aan de hand is. Dat is wat de Tilburgse hoogleraar filosofie Martine Prange doet in diens boek De waarheidscrisis, en wel met essays vanuit drie domeinen: de politiek, de filosofie en de media.

Dat de waarheid onder druk staat heeft namelijk grote consequenties. Zonder waarheid is er geen democratie. En zonder democratie is er geen inspraak in het openbaar bestuur en geen zeggenschap voor burgers over hun leven. Maar zowel waarheid als democratie worden ernstig bedreigd door big tech, dat de gebruikers van hun producten zelf tot handelswaar heeft gemaakt.

Kortom, het ziet er allemaal niet goed uit, maar wat kunnen we eraan doen?

Waarheid spreken tegen de macht

Allereerst de waarheid spreken, betoogt Prange in het eerste essay, over politiek. Hen grijpt hiervoor terug op het Griekse begrip ‘parresia’, dat neerkomt op “vrijuit de waarheid spreken in het publieke debat of tegen de machthebber”. Prange zet de parresiast hierbij tegenover de ‘populist’ – ook een Grieks woord – dat vertaald kan worden als ‘iemand die het publiek naar de mond praat’.

Zet je parresiast en populist naast elkaar, dan is al snel de vraag: wie spreekt nu echt de waarheid? Tragisch genoeg blijken juist populisten er bijzonder handig in om zichzelf als parresiast te profileren, waardoor het voor het publiek vaak vrijwel onmogelijk is ze te herkennen.

Prange concludeert dat parresia vooral neerkomt op een commitment aan de waarheid, een plichtsgevoel, en een moreel trackrecord. En, benadrukt hen steeds: bovenal brengt het een risico met zich mee voor jezelf. Het kan de machthebbers namelijk ook een beetje tegenvallen wat je allemaal te vertellen hebt. Maar de echte parresiast durft dat aan.

Parresia komt neer op een commitment aan de waarheid, een plichtsgevoel, en een moreel trackrecord.

De auteur is overigens niet de enige die het begrip parresia op deze manier koppelt aan het heden. Dit is recent bijvoorbeeld ook gedaan door filosoof Erik Pool, die als programmamanager Dialoog en Ethiek kritische tegenspraak onder Rijksambtenaren moet organiseren, om grote politieke dwalingen zoals de toeslagenaffaire in de toekomst te voorkomen. Opstaan als de politieke druk om een bepaalde kant op te gaan enorm is, kost je wat. Hij schreef er het boek ‘Macht en Moed’ over.

Illustratie van een man en een vrouw die door megaphone schreeuwen.
Wie spreekt de waarheid? (Bron: Yulia Prykina via iStock)

Heeft het postmodernisme de waarheid om zeep geholpen?

Maar welke rol heeft de filosofie zelf eigenlijk gespeeld in het post-truth probleem? Filosofen als Susan Neiman en Daniel Dennett beweren dat het allemaal de schuld is van het postmodernisme: nihilistische ellende die begon bij Nietzsche en waarin alles evenveel waar is, een doodlopend dwaalspoor afwijkend van de Kantiaanse verlichtingsfilosofie gestoeld op het geloof dat de rede leidt tot de waarheid.

Prange besteedt een flink deel van het tweede essay aan argumenten waarom dit niet klopt, onder meer door te laten zien dat ook Kant al ruimte bood voor meerdere waarheden. Hen bouwt voort op het perspectivisme van Nietzsche, dat neerkomt op dat elk mens belichaamd denkt, vanuit een eigen positie. Er is geen losse waarheid zonder de fysieke ‘ervaarder’ ervan. Dat betekent niet dat er helemaal geen kenbare waarheid is, maar wel dat de menselijke factor hierbij meegenomen moet worden. De ontmoeting met het andere of de ander is daarbij cruciaal, en dient voor verbreding van de blik. Ook Foucault betreedt het essay, met de toevoeging dat rationaliteit en de rede functioneren in een historische, morele, politieke en talige context. Zonder die context mis je de essentie.

Er is geen losse waarheid zonder de fysieke ‘ervaarder’ ervan

Prange vat de opgave voor de filosofie als volgt samen:  

“Onze zoektocht naar waarheid moet gepaard gaan met het besef dat er geen absolute waarheid bestaat, dat de geschiedenis van de filosofie vele perspectieven op het idee van de waarheid heeft losgelaten, en dat het een belangrijke taak van de filosofie is om de waarheid niet alleen te legitimeren, maar ook te problematiseren zonder daarbij terug te vallen in relativisme (opgevat als een ‘gebrek aan hiërarchie van waarden of overtuigingen’).”

De dreiging van big tech

Waar het tweede essay behoorlijk de abstractie ingaat, wordt Prange in het derde essay  – over de problematische rol van big tech – veel concreter.

Kant, Nietzsche en Foucault mogen dan verschillende filosofen zijn, je vermoedt al lezende dat zij hun Whatsapp en Facebookprofielen allang verwijderd zouden hebben, mochten ze nu geleefd hebben. Prange schetst hoe moderne mediabedrijven een groot gevaar voor de democratie zijn geworden. Beginnend bij massamedia, gingen we van een schrift- naar een beeldcultuur, en we eindigden via het door algoritmes gepersonaliseerde internet bij de huidige vorm, dat hen het ‘toezichtkapitalisme’ noemt. Hierbij zijn wij geen gebruikers van sociale media meer, maar het product zelf. En worden we niet meer geanalyseerd door bedrijven, maar gemanipuleerd.

Kant, Nietzsche en Foucault zouden hun Whatsapp en Facebookprofielen allang verwijderd hebben

Dat alles hebben we alleen veel te weinig door. En we willen het eigenlijk ook niet weten, want de nadelen van stoppen wegen voor de meesten niet op tegen de voordelen, schrijft Prange. En zo dreigen we te belanden in een dystopie met kapitalistische bedrijven als puppet masters, die ons zoet houden door ons zoveel onzinnige content te voeren dat we hoofdzaak niet meer van bijzaak kunnen onderscheiden. En daardoor zowel de scherpte als de wil missen om offline te gaan.

Hoe komen we hier nog uit? Een “auditieve democratie”, betoogt de auteur, waar er ruimte is voor kritische tegengeluiden. Waar er nieuwsgierigheid is in plaats van ressentiment, en actief waarheid gesproken wordt.

Makkelijker gezegd dan gedaan, maar daden van “microverzet” zijn een begin. Die daden beginnen met offline gaan. Een gesprekje aanknopen in het ov, de schoonheid van bloemen bekijken of een boek lezen; eigenlijk alles wat de zintuigen opent voor de “ongemedieerde werkelijkheid” helpt al.

Daden van microverzet zijn een begin

Het boek is daarmee steeds een pleidooi voor diversiteit en pluraliteit, voor het opzoeken van de ruimte en tegengaan van de dwangbuis van uniformiteit waar big tech ons in propt. In het spreken, in de democratie en in de filosofie.

Groep mensen die allemaal een boek aan het lezen zijn
Een boek lezen als microverzet. (Bron: Paper Trident via iStock)

De democratische paradox

Hier duikt echter steeds een paradox op. Vrijheid van meningsuiting betekent namelijk ook vrijheid om die te misbruiken voor populistisch spreken. Sterker nog, het zelfopofferende van de parresiast wordt ironisch genoeg juist vaak door kiezers herkend in populistische politici. En een democratie waar alle stemmen gehoord worden betekent ook een systeem waar iedereen zijn stem mag gebruiken om het systeem ondemocratisch te maken. De democratie heeft daarom behoefte aan regels, die het gerechtvaardigde gebruik van spreekrecht een juridisch, politiek en moreel fundament geven, schrijft Prange.

Juist in die terugkerende paradox zit ook een lastig punt van het boek. Het is alarmerend en vrij uitgebreid opgezet in de probleemanalyse, met een politieke, filosofische en media-analytische dimensie. Alarmeren lukt daarmee wel, want als lezer zakt de moed je zo nu en dan in de schoenen. De “indringende aanzet tot een ‘nieuwe politiek van de waarheid’’’ zoals op de achterflap staat aangekondigd had daarmee soms wat concreter gekund. Hoe onderscheidt de drukke en afgeleide burger nu op een toegankelijke manier de parresiast van de populist? Waar moet je op letten?

Hoe onderscheid je de parresiast van de populist?

Theologisch perspectief

En tot slot mis ik toch ook het theologisch perspectief, en wel op (minstens) twee manieren. Ten eerste spoort de auteur wel aan tot ‘microverzet’ met allerlei vormen van uitloggen. In dat rijtje zou ook een beschouwing over resonantie van religie zoals die van socioloog Hartmut Rosa passen, waarbij religie juist de collectieve antistem is tegen de digitale samenleving op drift en de allesoverheersende tech bro’s. Die kerk op zondag is vaak toch maar mooi een uurtje offline.

Ten tweede leest het boek soms als een beschouwing over kwaad en zonde, al benoemt Prange dit nergens expliciet. Waar het internet ooit goed begon als emancipatiebeweging, bedoeld om mensen bij elkaar te brengen via wereldwijde uitwisseling van informatie, bracht die ‘kennis van goed en kwaad’ uiteindelijk steeds meer manipulatie, machtsmisbruik en exploitatie. Dit drijft mensen juist systematisch bij zichzelf en elkaar vandaan.

Juist wat ik niet wil, het kwade, dat doe ik

En zo zitten we in een situatie waar de gemiddelde Gen Z’er plots klinkt als Paulus met zijn: “Want ik doe niet wat ik wil, het goede, maar juist wat ik niet wil, het kwade, dat doe ik”. En als die post-truth politiek de kwade macht is, “een bewuste oorlog tegen de waarheid, ontstaan op de kruising van drie politieke, epistemologische en technologische assen”, wie is er dan om de mensheid ervan te verlossen?

Matthijs den Otter is bestuurskundige en theoloog. Hij werkt als adviseur inclusie en het tegengaan van radicalisering en polarisatie bij de gemeente Utrecht, en promoveert onder begeleiding van Rik Peels aan de VU Amsterdam op de rol die geloof in het hiernamaals speelt bij fundamentalisten. Daarnaast speelt hij in de Nederlandse metalband Mountain Eye.

Krachtige oproep tot verzet tegen autocratie, fascisme en het superkapitalisme van big tech

Het publieke debat, kloppend hart van onze democratie, staat zwaar onder druk van het groeiende populisme. Politici strooien met nepnieuws en ‘alternatieve feiten’ om elke vorm van kritiek, verzet en tegenstand de kop in te drukken. Post-truth politiek legt de democratie lam en helpt autocratische leiders in het zadel.

De waarheidscrisis

In De waarheidscrisis analyseert Martine Prange het post-truth tijdperk in drie onderling samenhangende domeinen: democratie, filosofie en media. Prange doet een indringende aanzet tot een ‘nieuwe politiek van de waarheid’, die de herwaardering van waarheid, democratie en menselijkheid centraal stelt.

Martine Prange is hoogleraar Filosofie van mens, cultuur en samenleving aan Tilburg University. Hen werkt op het gebied van de geschiedenis van de moderne en hedendaagse continentale filosofie, de kunst- en cultuurfilosofie en de sportfilosofie.

Wellicht ook interessant

Nieuwe boeken