Menu

Basis

Een graankorrel zijn

Fred van Iersel weet dat hij niet lang meer te leven heeft. De manier waarop bisschop Ignatius zijn eigen naderende dood beleeft, spreekt hem aan: vanuit het beeld van de graankorrel die moet sterven om vrucht te dragen. Sterven hoeft niet eenzaam te zijn en vruchteloos.

Rond het jaar 107 werd bisschop Ignatius van Antiochië naar Rome gevoerd door een militaire escorte, door hem omschreven als een troep luipaarden; zachtzinnig zal het er niet aan toe zijn gegaan. Maar tegen de verwachting in, mocht hij bezoek ontvangen en brieven schrijven. In een brief aan de christenen van Rome schrijft hij onder meer:

Vrijwillig sterf ik voor God als u het niet verhindert. Ik druk u op het hart: word geen ontijdige vriendelijkheid voor mij. Nee laat mij voer voor wilde beesten zijn, door hen kan ik God bereiken.

En dan komt het:

Graan van God ben ik en wilde beestentanden malen mij, zodat ik zuiver brood van Christus blijken mag.

Hier lezen we het indringend getuigenis van een christen die weet dat hij de marteldood tegemoet gaat. Opvallend is dat hij die aanstaande dood niet ontwijkt. Integendeel, Ignatius verandert de betekenis ervan, door zijn eigen leven en dood geheel te beleven vanuit het beeld van de graankorrel en het brood, waarmee ook Christus zichzelf aanduidde: de graankorrel moet sterven om vrucht te dragen als brood. Christus ontvluchtte zijn dood ook niet, maar ging zelf naar Jeruzalem.

Zo wordt Ignatius’ reis naar Rome een pelgrimage, die hem de kans biedt om meer dan ooit tevoren Christus na te volgen en zelf gelijkvormig aan Christus te worden.

Kind van God

Ignatius was een martelaar. Maar ook als we geen martelaar zijn, kan deze tekst ons aanspreken. Mij spreekt deze tekst aan sinds ik weet dat ik niet lang meer te leven heb door een ernstige ziekte. Ignatius leert me vier dingen. Allereerst dat ik niet bang hoef te zijn als ik de dood nader: ook ik ben een kind van God, iemand die ‘Abba, Vader’ mag roepen. Dit kind van God zijn draagt mij, ik mag God vertrouwen als een kind zijn vader.

Zeefdrukproject Kiemkracht met vrouwelijke gedetineerden uit de Penitentiaire Inrichting Zwolle

Delen

Op de tweede plaats leert Ignatius mij om mijn traag naderende sterven te delen: in bezoek, in brieven, in gebed. Sterven hoeft niet eenzaam te zijn en vruchteloos. Door erover te spreken, doorbreek ik niet alleen mijn eigen eenzaamheid, maar ook die van mijn meest nabije naasten. Dan blijkt dat mijn delen vrucht draagt: we worden er samen rijker van, emotioneel en spiritueel.

Geloof doorgeven

Het derde dat ik bij Ignatius herken – vooral in zijn brieven – is dat hij schrijft als een erflater. Deze diep gelovige mens schrijft als iemand die zijn geloof wil doorgeven: om zich heen bouwt hij traditie op. Hij weet dat zijn krachtig geloof anderen kan steunen om trouw te blijven aan het evangelie en het leven in een gemeente, als de plaats van delen, uit te bouwen. Ook dit mag ik ervaren. Mensen herkennen in mij iets van hun geloof, en zeggen er iets aan te hebben in hun eigen pastorale situatie.

Afgepeld tot op de ziel

Het vierde gaat het diepste. Durf ik te geloven dat ik gelijkvormig word aan Christus in dit ziekteproces? Mijn conditie en vaardigheden worden afgepeld als een graankorrel. Wat overblijft is mijn ziel. Ik moet veel loslaten, dat hoort bij het proces. Maar durf ik erop te vertrouwen dat ik ook hierin niet minder, maar juist meer op Christus ga lijken? Ik oefen in vertrouwen dat het niet mijn prestaties zijn, maar de liefde in en om mij heen die mij op Christus doet lijken.

Fred van Iersel is theoloog en was onder andere hoofdaalmoezenier van het rooms-katholieke justitiepastoraat.

Fred van Iersel schreef over zijn levens-en werkervaring en vooral over de rol die Maria in zijn leven speelt in het boek ‘Een leven lang Lourdes. Ervaringen en reflecties met mijn dood voor ogen’ (Adveniat, 2022).


Wellicht ook interessant

Nieuwe boeken