In zijn boek ‘Churches and the Crisis of Decline’ geeft Andrew Root het fictieve verhaal van hoe een kerksluiting anders had kunnen verlopen. Root is hoogleraar Youth and Family Ministry aan het Luther Seminary (St. Paul, Minnesota). ‘Churches and the Crisis of Decline’ is het vierde boek van een serie waarin Root de inzichten van de Canadese filosoof Charles Taylor vertaalt naar de kerkelijke praktijk. In dit deel en het deel ervoor spreekt ook de socioloog Hartmut Rosa een geducht woordje mee.
Een hoopvolle ecclesiologie voor deze tijd
Maandag: tijd voor een Theologencolumn. Deze week opent Matthijs Schuurman de week met een blik op de complexiteit van heden ten dage kerk zijn. Hoe schiet je als kerk niet in de krimp?
Matthijs Schuurman
“Een kerk kan alleen maar hoopvol zijn als het blijft geloven in Gods handelen in deze tijd.”
In zijn boek Churches and the Crisis of Decline geeft Andrew Root het fictieve verhaal van hoe een kerksluiting anders had kunnen verlopen. Root is hoogleraar Youth and Family Ministry aan het Luther Seminary (St. Paul, Minnesota). Churches and the Crisis of Decline is het vierde boek van een serie waarin Root de inzichten van de Canadese filosoof Charles Taylor vertaalt naar de kerkelijke praktijk. In dit deel en het deel ervoor spreekt ook de socioloog Hartmut Rosa een geducht woordje mee.
De rode draad van al die boeken is dat we in het westen niet meer geloven in het handelen van God en dat de manier waarop de kerk geleid wordt ook beïnvloed wordt door het niet meer serieus nemen van Gods handelen in onze tijd. In plaats daarvan zijn allerlei binnenwereldlijke fenomenen leidend voor de gemeenteopbouw, zoals authenticiteit, getalsmatige groei, succes en innovatie.
De fictieve Sint Johannes de Doperkerk
Het verhaal dat Root vertelt om zijn punt duidelijk te maken gaat over de fictieve Sint Johannes de Doperkerk. Deze kerk moest na een eeuw sluiten bij gebrek aan leden en werd verkocht aan een bierbrouwerij. De brouwerij heet Church Brewhouse. Bij een rondgang door de brouwerij hangt er nog steeds de sfeer van een eeuw liturgie. Het is een mooi gebouw met glas-in-lood-ramen.
Root beschrijft eerst hoe de gemeente een neergang kende. Na de Tweede Wereldoorlog was het een bloeiende gemeente. Maar toen de gemeente wat terugliep, besloot de kerkleiding de laatste paar keer predikanten aan te trekken die de gemeente weer tot bloei moesten brengen. De laatste twee predikanten gooiden het op een nieuwe koers om de kerk relevant te maken, waarbij de oudere garde niet mee kon komen en afhaakte, waarnaar de predikanten teleurgesteld afhaakten en de gemeente in verwarring achterlieten.
Er ontstond onder de overblijvers een conflict over te volgen koers, wat het ledenaantal geen goed deed. De gemeente kon niet meer bestaan en moest het kerkgebouw van de hand doen.
Een andere inzet
Had het ook anders gekund? Root beschrijft hoe een van de oudste gemeenteleden overleed en vanuit deze kerk begraven werd. Ze bleek de laatste oorlogsweduwe te zijn. Ze had het laatste glas-in-lood-raam geschonken om haar in Europa gesneuvelde echtgenoot te gedenken. Ook de andere glas-in-lood-ramen waren geschonken door weduwen van in de oorlog gevallen echtgenoten. Na afloop van de begrafenis hangt haar kleinzoon lang in de kerkzaal rond. Als de koster hem aanspreekt, geeft hij aan dat zijn oma hem verteld had dat zij hier God kon vinden. Hij wilde net als zijn oma God vinden en omdat zijn oma God hier vond, moest hij hier ook God kunnen vinden. De kleinzoon was door zijn oma in huis genomen toen hij aan lager wal raakte en door haar opgevangen.
De overgebleven gemeenteleden weten niet gelijk een antwoord op deze vraag en begrijpen dat de vraag hoe die kleinzoon God kan vinden leidend moet zijn voor de nieuwe koers van de kerk. Zijn vraag wordt een gezamenlijke zoektocht. De kleinzoon moest leren dat God zich op zijn tijd laat vinden. De vraag blijkt zelfs de progressieve en behoudende stroming samen te binden en talenten in gemeenteleden boven te roepen die naar de achtergrond verdwenen waren. De gemeente groeide niet zozeer getalsmatig, maar de groei was in de verwachting dat God ook in deze tijd te vinden is.
Een seculiere tijd houdt in dat maatschappijbreed dit geloof verdwenen is en dat deze ontwikkeling ook niet aan de kerk voorbij gaat. Om dan toch niet het bestaansrecht te verliezen, gaat de kerk haar bestaansrecht verdedigen aan de hand van seculiere begrippen als relevantie. De laatste predikanten dachten dat door op de relevantie te mikken de kerk toekomst zou hebben. De groei zat niet in een nieuwe relevantie, maar in een innerlijke groei. De mogelijkheid om te groeien was niet door de gemeente gezocht, maar kwam op hun pad. Om het in geestelijke termen te zeggen: door Gods leiding.
Niet in de kramp raken; op God wachten
De boeken van Root helpen om een bepaalde onverstoorbaarheid te hebben en vooral om steeds te beseffen dat al het kerkenwerk allereerst Gods werk is. Ook in deze tijd die voor de meeste kerken een ingewikkelde tijd is, leidt de Heer zijn kerk. Tegelijkertijd is dat niet vrij van aanvechting, want gemeenteleden en predikanten zijn niet vrij van de verleiding om te meten met seculiere maatstaven. Hoeveel kerkgangers waren er? Hoeveel deelnemers aan een activiteit? Is ons jeugdwerk succesvol of moeten we overstappen naar een gemeente waar er meer voor de jeugd is? Krijgen we meer nieuwe leden binnen of raken we gemeenteleden kwijt? Wordt mijn preek ook buiten de kerk wel gehoord?
De stelling van Root is dat wanneer deze vragen dominant worden, de kerk in een seculiere kramp raakt en vergeet op God te wachten. De kerk grijpt dan naar seculiere middelen om de eigen toekomst veilig te stellen. Het is een houding van ongeloof en wanhoop. Een kerk kan alleen maar hoopvol zijn als het ondanks al die verleidingen blijft geloven in Gods handelen in deze tijd. Ook in onze eigen gemeenten. Daarom – zoals de ondertitel zegt –: een hoopvolle praktische ecclesiologie voor een seculiere tijd.
Matthijs Schuurman is predikant van de Hervormde Gemeente Oldebroek.
Literatuur:
Andrew Root, Churches and the Crisis of Decline. A Hopeful, Practical Ecclesiology for A Secular Age (Ada: Baker Academic, 2022).
Met ‘Lente in de kerk’ schreef René van Loon een bemoedigend boek over hoopgevende ontwikkelingen en nieuw elan in de kerk. We spreken over de kerk vaak met woorden als krimp, vergrijzing en kerksluiting. Dit boek laat zien dat er ook een andere kant is. Op tal van plekken groeit en bruist de kerk. René van Loon ging naar oude kerken die weer opbloeiden, nieuwe pioniersplekken en migrantenkerken, en vroeg naar het geheim van hun vitaliteit. Daarnaast beschrijft hij buitenlandse kerkmodellen en experimenten zoals de visie van Tim Keller en de Fresh Expression of Church in Engeland. Een inspirerend boek voor kerken en christenen.