Eerste vrouw in het wondere ambt

Anne Zernike (1887-1972) werd de eerste vrouwelijke predikant van Nederland. Zij werd een waardig voorgangster en baanbreekster genoemd. Toch was er ook tegengas. Hoewel Anne voelde dat sommigen aan haar twijfelden, hield zij vertrouwen in haar eigen kunnen.
Anne Zernike was nog maar 28 jaar toen ze in de NRC liet optekenen dat discussies over de geschiktheid van vrouwelijke dominees zinloos waren. ‘De man’ of ‘de vrouw’ bestond in haar ogen niet. ‘Zoals het predikantschap de ene man zal passen zal het voor de ander een kruis blijken, zo ook voor de vrouw,’ was en bleef haar levenslange overtuiging.
Enkele jaren daarvoor (1911) was ze als eerste vrouw in Nederland in het ambt bevestigd. De weg daarnaartoe was niet eenvoudig gebleken, hoewel ze in het openbaar nooit veel blijk gaf van de obstakels die zij tijdens haar studie en loopbaan tegenkwam. Zernike maakte de felle discussies, over de toelating van vrouwen tot de seminaria en uiteindelijk de kansel, als puber van dichtbij mee. Vaak wordt ten onrechte gedacht dat deze discussies een religieus fundament kenden en gebaseerd waren op het paulinische gebod: ‘Vrouwen moeten gedurende uw samenkomsten zwijgen’ (1 Korintiërs 1:34). In orthodoxe kringen was dat zeker een belangrijk argument (en tot op de dag van vandaag), maar vrijzinnig georiënteerd theologen verstaan de Bijbel niet zo letterlijk. Zij hadden vooral bezwaren die dreven op argumenten afkomstig uit de psychologie.
Minder geschikt?
Volgens de Groningse hoogleraar Gerard Heymans, één van de grondleggers van de psychologie in Nederland, waren vrouwen emotioneler dan mannen en was de psyche van de vrouw minder geschikt voor vele beroepen. Zijn opvattingen vonden goede grond bij tegenstanders van vrouwelijke predikanten. Onder hen een aantal ‘vrijzinnige’ hoogleraren van de Remonstrantse en Doopsgezinde Seminaria en ook dominees uit diezelfde kringen. ‘De vrouw’ zou te emotioneel zijn om een gemeente te kunnen leiden, haar denkende geest zou instabiel zijn, haar natuur ‘onjuridisch’. Andere argumenten waren haar drang om altijd gelijk te krijgen en haar onvermogen om abstract of logisch te redeneren. Volgens Zernike waren al deze argumenten noodgrepen, toegepast om tradities te beschermen. Bijval kreeg ze daarin van de gebroeders Hugenholtz, de zeer liberale dominees van de Vrije Gemeente van Amsterdam. Deze zelfverklaarde feministen namen het in de media fanatiek op voor vrouwen die van plan waren de kansel op te gaan.
Anne Zernike groeide op in deze Vrije Gemeente, waar ze godsdienstonderwijs kreeg van Jacoba Mossel, de eerste vrouw in deze functie. Ze zag er ook hoe mejuffrouw Mossel soms op zondag de kansel op ging. Het begeesterde haar zo, dat ze besloot zelf die kansel op te willen gaan. Tijdens haar studie theologie in Amsterdam was ze een van de weinige vrouwen. Sommige docenten negeerden haar aanwezigheid en begroetten alleen de heren in de collegezaal. Aansluitend ging Zernike naar het – kort daarvoor voor vrouwen opengestelde – Doopsgezind Seminarium. De Remonstranten hielden – mede door de felle tegenstand van hoogleraar Groenewegen – de deuren nog even dicht. Enige tijd later wist ze als eerste vrouw het seminarium af te ronden. Seminarierector Cramer had haar wel laten weten dat hij zelf nooit ‘stichting zou zoeken’ bij een vrouw. Zernike liet zich er niet door van de wijs brengen. Ze vond voldoende steun bij anderen, maar hield ook vertrouwen in haar eigen kunnen. Daardoor wist ze vast te houden aan haar idealen, om zo een weg te banen voor vele vrouwen na haar.
‘Waarlijk stichtend’
Eenmaal bevestigd als dominee, bleven de discussies overigens voortduren. In de kranten werden de kerkdiensten waarin ze voorging ‘gewogen’. Wederom ging het tegenstanders daarbij vooral over de ‘natuur’ van ‘de vrouw’. Was ‘de vrouw’mentaal wel stevig genoeg om een gemeente te leiden?
Zouden (jonge) mannen wel iets van haar aan willen nemen? Ook haar ‘halfbakken zwarte japonnetjes’ gingen over de tafel en zelfs het stemgeluid van ‘de vrouw’ werd uitvoering bediscussieerd. Zou stemverhef niet leiden tot gekrijs?
Anne Zernike bleek een uitstekend predikante. Ze had een heldere, krachtige stem en haar preken waren ‘waarlijk stichtend’, schreef een journalist, die ‘ademloos’ naar haar had geluisterd. Toch duurde het nog heel wat jaren voordat zij meerdere vrouwelijke collega’s kreeg.
Froukje Pitstra werkt als geestelijk verzorger voor de verpleeghuizen van Silverein in De Bilt en Bilthoven. Daarnaast is ze voorganger (Vrijzinnigen Nederland) en als docent verbonden aan het Remonstrants Seminarium. In 2014 promoveerde ze aan de Rijksuniversiteit Groningen op een biografie over dr. Anne Mankes-Zernike (Ontelbare Enkelvouden, Uitgeverij Meinema).