Extase en andere ongemakken
Extase is een ‘zoete pijn’
Ex-statis betekent letterlijk: buiten jezelf staan. Uit-zinnig – uit je gewone zinnen. Het is een staat van verrukking, roes, geestvervoering, trance. Je bent niet meer bewust van jezelf, maar voelt je verbonden met een groter geheel. Een inleiding over dit ‘onderdeel’ van de mystieke weg.
‘Zijn we in extase, dan is het voor God; zijn we bij zinnen, dan is het voor u’, zo schrijft Paulus in zijn brief aan de kerk van Korinthe. (2 Korintiërs 5:13) Paulus wist wel het een en ander van extase, die bijzondere vervoering waarin God een mens meeneemt naar onbekende hoogten of diepten. Met enige tegenzin vertelt hij over een wegvoering ‘tot in de derde hemel’ waarbij hij niet wist of hij in of buiten zijn lichaam was. (2 Korintiërs 12) Het is niet iets om je op te laten voorstaan, zo wist hij al.
Veel mystici zeggen het hem na. Je wordt geen heilige door allerlei extases, maar het kan wel horen bij de weg die God met je gaat. Want er is heel wat nodig voordat een mens bevrijd wordt van het kleine ik dat zo graag de controle wil houden. Het komende kwartaal onderzoekt Herademing ‘extase’ als onderdeel van de mystieke weg.
Bijna iedereen kent wel het extatische gevoel van verliefdheid
Wat is extase?
Ex-statis betekent letterlijk: buiten jezelf staan. Uit-zinnig – uit je gewone zinnen. Het is een staat van verrukking, roes, geestvervoering, trance. Je bent niet meer bewust van jezelf, maar voelt je verbonden met een groter geheel. De tijd lijkt stil te staan. Bijna iedereen kent wel het extatische gevoel dat verliefdheid met zich meebrengt. Eén willen worden met een ander hoort bij ons fundamentele menszijn.
Extase komt niet alleen in alle religies voor, maar ook in muziek, kunst, wetenschap of natuurbeleving. Sommige schrijvers vertellen over een vorm van meegenomen worden, een flow waarin ze hun tekst neerschrijven. Nieuwe wiskunde kan ontspringen uit een diepe concentratie die overgaat in een vervoering. Veel mensen kennen het tijdloze van een bijzondere natuurbeleving. Of het jezelf vergeten tijdens een muziekuitvoering, als luisteraar of musicus. Op veel popconcerten staat de muziek zo hard dat het opgenomen wordt in het lichaam en zo, van binnenuit, beleefd wordt, uit jezelf meegevoerd. Voor jongeren onder druk van onze prestatiemaatschappij kan zoiets een opluchting zijn – even niet in jezelf zitten. Even niet de last van het ik hoeven dragen, maar opgaan in de menigte en de muziek.
Vormen van extase
Er zijn veel vormen van extase. Er is een trance waarin het lichaam verstijft en kouder wordt, of een roes waarin er juist wild of schokkerig bewogen wordt. Massahysterie is een extatische bewustzijnsverlaging waardoor animale groepsinstincten aangesproken worden. Er zijn vormen van extase waarin contact met geesten of overledenen wordt gezocht, of een trance waarin aspecten van het onbewuste of afgesplitste elementen van de persoon een stem krijgen – soms overgaand in een vorm van bezetenheid en pathologisch zelfverlies.
Bij massahysterie worden animale groepsinstincten aangesproken
De mystieke traditie spreekt van extase in de geest en extase buiten de geest – verrukking over het een-zijn met God met of juist zonder zelfbesef of gevoel van tijd. Ruusbroec (14e eeuw) vertelt over een extase boven de geest – een gebeuren waarvan helemaal niets nablijft in gevoel of geheugen. Sommige extases gaan over in een vorm van schouwen, door visioen of gewaarwording.
In de pinkster- en charismatische beweging heb ik meegemaakt dat mensen ‘vallen in de Geest’, na voorbede-met-handoplegging in een vaak meeslepende viering. Het wordt ook wel ‘rusten in de Geest’ genoemd. ‘Ik kon niet meer op mijn benen blijven staan’, vertelde iemand me, ‘ik voelde me heel vredig’. In hoeverre dit verschijnsel gevolg was van gevoeligheid voor suggestie en verwachting, dan wel een goddelijk geïnspireerde beleving, is moeilijk te onderscheiden. Hoewel in de mystieke traditie kerkdiensten vaak een bron van extase zijn, werd deze toch zelden door meerdere mensen tegelijk beleefd. Regelmatig was het de eucharistie, de stilte, de lezingen of een gezang dat een deur naar dit innerlijk beleven opende.
Mystiek
Extase in algemene zin is dus niet ongewoon. Het is een oermenselijk verschijnsel en kan bij iedereen optreden die door een bepaald idee of gebeuren gegrepen wordt. In de mystiek is God de focus van verlangen en aandacht. Otger Steggink noemt extase ‘een verlangen dat onmogelijk vervuld kan worden, maar waarvan sommigen toch een voorsmaak genieten in een eenheidservaring (…)’. 1 Ieder mens is erop aangelegd om te leven in eenheid met God en de medemens, zo meent de mystiek. Dat fundamentele uit-staan naar de ander vindt in extase een extreme vorm. God zelf neemt je mee buiten jezelf. De mystica Hadewijch (13e eeuw) schrijft in haar derde visioen: ‘Daarna, op een Paasdag, was ik tot God genaderd. Hij omvatte mij van binnen, in mijn vermogens, en nam mij op in de geest.’ 2
In de pinkster- en charismatische beweging komt ‘vallen’ of ‘rusten in de Geest’ voor
Ook vandaag de dag kan dit zomaar gebeuren. Dit overkwam mijzelf eens tijdens een gebed:
‘Plotseling werd ik meegenomen (…). Het was alsof ik binnenstebuiten werd gekeerd. Alsof mijn lichaam ‘binnen’ zat en mijn binnenste ‘buiten’ was geworden. Ik werd opgenomen in licht en verrukking. Het valt haast niet te beschrijven. Het was alsof ik onder water was, in een andere wereld waar een andere buitenkant, een ander lichaam nodig is om te kunnen leven en communiceren. Ik was en Jij was – licht als mist dat zich krulde om mij heen, een spel van tederheid en doldwaas plezier, zwemmend, koppeltje-duikelend, doordringend en weer uitgaand. Ik bewoog mij in Jou – of was het weer andersom? (…) We lachten zo veel, zo vrij.’ 3
Waarom extase?
Extase – naar God toe uit jezelf getrokken worden, is niet iets dat je zelf genereert, maar dat je overvalt als een verliefdheid. Onze ziel is te klein om de Oneindige te kunnen ontvangen, we moeten ‘naar buiten’, ontgrenzen om de Oneindige te ontmoeten. Het mystieke verlangen is niet gericht op de extatische ervaring maar op God. En Gods verlangen is de mens om te vormen naar zijn beeld. Ruusbroec zegt daarom: ‘De mysticus deelt in de ademhaling van God: ingeademd in de extase, uitgeademd in goede werken.’ Met andere woorden: het door God uit jezelf getrokken worden naar vereniging met Hem, heeft als vanzelfsprekend gevolg een door God geïnspireerd leven – daaraan valt de echtheid van de vervoeringen te herkennen. In extase zijn is niet voor onszelf maar voor God, zo schrijft Paulus dan ook. Zodat we als we bij zinnen zijn, er ook werkelijk voor de ander kunnen zijn.
Ieder mens is erop aangelegd om te leven in eenheid met God en de medemens
Te nuchter
Titus Brandsma (20e eeuw), onlangs heilig verklaard, meende dat wij Nederlanders behoorlijk geremd zijn ten aanzien van deze intieme omgang met God. Hij schreef: ‘Waar is Hij? Hij kan niet in ons leven. Wij laten het niet toe. Wij schamen ons voor Hem. Laf zijn we, ja, en bang. Waarom? Omdat wij geen liefde hebben, zoals wij die zouden kunnen opwekken, geen liefde, die ons inderdaad met de Beminde verenigd houdt. Wij kennen, omdat onze liefde zo zwak is, ook geen offers meer en hebben ook geen moed. Wij, Nederlanders, moeten hier dubbel op onze hoede zijn. Wij zijn zo geneigd tot middelmatigheid. Wij hebben de leuze niet te overdrijven. En daarom onderdrukken wij alle spontaniteit. Wij noemen dat niet zo. (…) Wij noemen dat nuchterheid en werkelijkheidszin, wij willen de hoofden koel houden.’ 4
Misschien moeten we eraan toevoegen dat werkelijke overgave aan God in deze tijd haast nog moeilijker is geworden. De illusie dat het leven onder controle kan en moet worden gehouden, is groter en invloedrijker dan ooit. Maar de behoefte om ons te verbinden met iets of Iemand meer dan onszelf, is ook groter dan ooit.
Doorboord
In de levensbeschrijvingen van mystici staat beschreven hoe doordringend sommige extases kunnen zijn. Over Beatrijs van Nazareth (13e eeuw) wordt verteld: ‘Ze luisterde aandachtig naar de viering van de Eucharistie in het koor, en ingetogen verhief ze in uiterste aandacht haar geest tot de dingen des hemels. (…) Nadat ze zo reeds enige tijd in vrede des harten en zoetheid van geest verwijl had, doorboorde de zeer goedhartige Heer van alle ontferming als met een brandende pijl herhaaldelijk haar ziel met het vuur van zijn liefde. Als met een vlammend zwaard drong hij er machtig binnen met een forse stoot van de speerpunt. In deze doorboring drong de roepstem van de Heer door tot haar ziel.’ 5
Deze beschrijving van extase als een soort ‘doorboring’ komt vaker voor. Theresa van Avila (16e eeuw) vertelde over een visioen van een engel die haar met een speer doorboorde.
Wij Nederlanders zijn zo geneigd tot middelmatigheid
De Nederlandse theologe Maria de Groot schrijft in een gedicht: ‘Een pijl van vuur heeft mij doorboord./ In vlijmend licht en vlammen gloort / aan wie mijn hart nu toebehoort.’ Deze zinnelijke beeldtaal duidt erop dat alle lichamelijke en emotionele vermogens meedoen in het beleven van eenwording met God. Het is niet voor niets dat het Hooglied uit de Bijbel een grote inspiratiebron is voor mystici. ‘Eet, vriend en vriendin! Drink en word dronken van liefde!’ (Hooglied 5:1)
Ongemak
Het omgaan met de minne van God levert behoorlijk wat ongemak op. Een extase kan soms verrukking brengen, maar de weg van de liefde werkelijk gáán, is niet eenvoudig. Hadewijch schrijft in haar elfde visioen: ‘Ik heb dus van minne geen enkele vorm van rustige voldaanheid ondervonden, zo erg was ik getroffen door de onverbiddelijkheid van minne. Ik was immers een mens, en de godheid is zo vreselijk en meedogenloos: zij verslindt en verbrandt zonder iets te sparen. De ziel zit als in een kleine beek opgesloten: al heel gauw zijn haar diepten gevuld en al heel gauw treedt zij buiten haar oevers. Zo heeft de godheid de mensheid ook al heel gauw helemaal in zich opgenomen.’ 6 Weer anderen spreken van een ‘zoete pijn’.
‘Drink en word dronken van liefde!’
Groei
Toch ligt in de verhalen van de mystici geen enkele nadruk op extase. Ze lijken vooral te horen bij een bepaalde fase in de omgang met God. Deze geestvervoeringen lijken te verdwijnen na ‘de donkere nacht’ van de godsverduistering, een ander onderdeel van de mystieke weg. Ziel en geest zijn dan meer onderscheiden geraakt, waardoor het leven in vereniging met God niet meer zo’n grote invloed heeft op het lichaam. Ruusbroec meent: ‘Deze gevolgen (van de geestvervoering) grijpen diegenen aan, die de staat van volmaaktheid nog niet bereikten, en dus nog de weg van gevorderden bewandelen. Zij immers, die de volmaaktheid bereikten, genieten alle mededeling in vrede en genoeglijke liefde. In hen houden de geestverrukkingen op (…).’ 7
Het mystieke werkje De Wolk van niet-weten vertelt hoe mensen die in voortdurende beschouwing van God leven, niet meer zo overvallen worden door extases die het lichaam beïnvloeden: ‘Toch hebben zij gedurende deze tijd de volle beschikking over hun vermogens, lichamelijke zowel als geestelijke en kunnen deze naar believen gebruiken, natuurlijk niet zonder een beetje hinder, maar toch wel zonder al te veel last.’ 8
God wordt ‘geproefd’ en dat is onvergelijkbaar geluk
Godskennis door extase?
Als extase een vorm van eenwording met God kan zijn, wat leer je dan over God? Niets dat je met je verstand kan be-grijpen. Ruusbroec noemt deze eenwording: de ‘afgrond van ongenaamdheid’: alle namen en definities waarmee het leven is geordend, vallen weg. De werkelijkheid van God overstijgt alles waar we een label op kunnen plakken. Toch wordt er werkelijke kennis geschonken: ervaringskennis. Het eten van kersen is iets anders dan erover horen. God wordt ‘geproefd’ en dat is onvergelijkbaar geluk. Thomas Merton (20e eeuw) schrijft:
‘God wordt niet volledig gekend wanneer hij enkel “gekend” wordt met het verstand. Hij wordt het best gekend door ons wanneer Hij bezit neemt van heel ons zijn en ons met Zichzelf verenigt. Dan kennen we Hem niet als een idee maar voorbij aan alle ideeën, in een liefdescontact, in een ervaring van Wie Hij is, in een realiseren dat Hij en alleen Hij ons leven is en dat we zonder Hem niets zijn. Het is onze vreugde om niets te zijn, en te weten dat Hij alles is.’ 9
Dan kun je, levend op de adem van God, met Paulus zeggen: ‘Niet ik, maar Christus leeft in mij.’
Marianne Vonkeman is emeritus predikant, redactielid van Herademing en beheert de website www.sporenvangod.nl.
Noten/literatuur
- Encyclopedie van de mystiek, fundamenten, tradities en perspectieven. Kok, Kampen, 2003, p. 323. ↩︎
- Hadewijch, De visioenen van Hadewijch. Vertaling en kommentaar Paul Mommaers, Gottmer, Nijmegen, 1979. ↩︎
- Marianne Vonkeman. Ik mis Je terwijl Je bij me bent, mystiek dagboek van een dominee. Van Warven, Kampen, 2023, p. 32. ↩︎
- Heldhaftigheid, Titus Brandsma ↩︎
- Herman W.K. Vekeman, Hoezeer heeft God mij bemind, over Beatrijs van Nazareth. Kok, Kampen, 1993, p.115. ↩︎
- Ibid. p.107. ↩︎
- Jan van Ruusbroec, Vanden blinckenden steen, Werken III. p. 23—24. Standaardhandschrift van Groenendaal uitgegeven door het Ruusbroec-Genootschap te Antwerpen, Mechelen/Amsterdam, 1932 (bewerkt). ↩︎
- Anoniem, De Wolk van Niet-weten. Vertaald door André Zegveld, Van Gennip, Amsterdam, 2008, p. 125. ↩︎
- Thomas Merton, Bread In the Wilderness. Liturgical Press, Collegeville, MN, 1971, p.166. ↩︎
Ook aanbevolen, met een heel hoofdstuk over extases:
Evelyn Underhill, Mystiek, hoe God werkt in de mens. Skandalon, Middelburg, 2023.