Menu

Premium

Fundamenten voor een nieuwe woning

Bij Jesaja 1:18-26, Psalm 17 en Lucas 19:41-48

Wat een heftig begin heeft dit profetenboek! Het lijkt wel een rechtsgeding met Israël en Jeruzalem in de beklaagdenbank. Het volk heeft de Eeuwige verworpen, en het land is verworden tot een Sodom en Gomorra vanwege leiders die de dienst aan de Eeuwige perverteren tot een schaamlap, die misstanden moet toedekken.

Gerechtigheid is ver te zoeken. Jeruzalem is als een hoer geworden, die het doet met een elite, bestaande uit misdadigers die het recht vermoorden. Die de kleine, weerloze mens in de kou laten staan in hun blinde jacht op bonussen en aanzien en bezit. De moraliteit is verdwenen. Gerechtigheid en trouw aan de Ene zijn ver te zoeken. Doffe ellende. Wordt ook aan ons een spiegel voorgehouden? Of mag je profeten met een korreltje zout nemen, omdat ze soms toch wat heftig tekeergaan met een tikkeltje oriëntaalse overdrijving?

Erop of eronder

De tijd van Jesaja, rond 765 voor Christus, was een woelige tijd voor Palestina: ‘In de corridor sta je altijd op de tocht.’ Het was een tijd van welvaart en verkalkte godsdienstigheid. Veel ellende bleef onzichtbaar. Alleen wanneer mensen tot inkeer komen, kan alles nog goed komen. Stil worden om weer bij de kern te komen waar het om moet gaan in de relatie tussen mensen onderling en tussen mensen en hun Ene. ‘Inkeer; geen offers van rammen en vette kalveren’ (Jes. 1:11).

Jeruzalem kan opnieuw ‘stad van gerechtigheid en van trouw aan de Eeuwige’ worden, net zoals er ook voor ons hoop is in onze vaak gewelddadige tijd met veel onrecht, op voorwaarde dat er weer geluisterd wordt naar het woord van de Eeuwige. En hoe luidde dat ook alweer? Kort samengevat: ‘Geef om je naaste, die net als jij een mens is, en je geeft om Mij’, met als criterium onze houding ten opzichte van de meest kwetsbare mensen, die in de Bijbel worden aangeduid als ‘weduwe en wees’. Mensen zonder inkomen of sociaal vangnet. Ook onder ons zo aanwezig. Je proeft in de tekst het verlangen van de spreker namens de Eeuwige naar herstel van de juiste verhoudingen, van de sjalom, met oprechte voorgangers en voortrekkers. Geen ‘bazen’ uit op eigenbelang, maar medemensen, geinspireerd door de Eeuwige. ‘Voor wie Hem eren is zijn hulp nabij’ (Ps. 85:10 – NBV). Degenen die dat niet doen, zal het uiteindelijk slecht vergaan. Toch blijft er hoop.

De ware koning

Maar Jezus huilt toch juist om de ondergang van ‘het huis’: ‘ha bet’, de tempel? Vanaf Jericho is Jezus nu aangekomen dicht bij Jeruzalem, het zelfbepaalde einddoel van zijn weg (Lucas 9:51). Lucas beschrijft dit laatste traject als onderdeel van de gangbare intochtprocessie bij bedevaarten en feesten onder psalmgezang. Maar met veelzeggende verwijzingen naar de Schriften, zoals het ezeltje (1 Kon. 1:38) en het citaat uit het gezang van de leerlingen (Ps. 118:26), getuigt hij van de koninklijke waardigheid van Jezus als de gezalfde van de Eeuwige. Anders dan bij Matteüs wordt Jezus hier niet door het volk, maar door zijn eigen leerlingen als koning begroet. Daartegenover staan een paar farizeeën met kritiek op dat gedrag van de leerlingen (Lucas 19:39). Zij bepalen Jezus tot wat zij vinden dat Hij is: een leraar. En Jezus leert ook iedere dag in de tempel, maar de betekenis daarvan ontgaat hun! Het is de ware koning van zijn eigen volk, die daar bouwt aan een huis voor de Eeuwige, zoals David wilde doen.

Een nieuw huis voor de Eeuwige

De ecclesia als nieuwbouw voor de tempel. Lucas bereidt dat al voor vanaf het begin van zijn evangelie, als Jezus wordt begroet in de tempel door Hanna en Simeon, vertegenwoordigers van het ware Israël (2,25vv.). Als twaalfjarige leert Jezus in de tempel (2,49). En tijdens zijn verblijf in Jeruzalem leert Jezus iedere dag in de tempel, net als zijn leerlingen na de hemelvaart doen (24,53) en zoals Lucas verder beschrijft in Handelingen. Lucas ‘läszt die Kirche hervorwachsen’ vanuit het getrouwe Israël dat in de tempel troost verwacht in continuïteit met de oeroude religie van Israël. Jezus trekt de ten dode gedoemde stad binnen en bouwt er aan een nieuw ‘huis voor de Eeuwige’.

Rouw om de tempelverwoesting

Lucas heeft de verwoesting van Jeruzalem in 70 na Christus meegemaakt en zijn eigen rouw daarover ondergebracht in Jezus’ herhaalde weeklacht over de stad, zoals ook in de tempelrede van Jezus (Lucas 21:22), waarin Lucas eerder gedane uitspraken door profeten, zoals Jesaja, Jeremia en Ezechiël, of geuit in klaagliederen en psalmen, opneemt.

De teloorgang is onafwendbaar, gezien de toestand in de tempel zoals Jezus die er volgens Lucas aantreft. Verloedering en commercialisering hebben het huis van de Eeuwige ontheiligd. Inkeer en gebed hebben plaatsgemaakt voor een wereldse bedrijfsvoering onder leiding van een rijk uitgedoste en gehonoreerde elite als leiders van het volk. Ook zij zullen verdwijnen. Na de verwoesting van de tempel in 70 na Christus is er geen priesterstand meer.

Na het opschonen van de tempel gaat Jezus er iedere dag heen om te bouwen aan een tempel als ‘huis van gebed’, zoals oorspronkelijk bedoeld. Gebed: de woorden van Jezus, genesteld in de harten van mensen, gehoord en gedaan. Als bouwplan en contouren voor herstel van een band met de Eeuwige, die staat als een huis. Een nieuw huis als het oude is verwoest. Hoop, ook als ondergang van het oude onafwendbaar is.

Ook nu dreigen ‘heilige huizen’ in te storten; nog in stand gehouden door strakke structuren, maar steeds minder bewoond. Vindt er nieuwbouw plaats, of is het echt crisis in de bouw?

Wellicht ook interessant

bijbel
bijbel
Basis

Het mystieke lichaam van de nieuwe Adam

Johannes laat geen moment twijfel bestaan over wat hij wil vertellen: in de ouverture van zijn bericht schrijft hij al ‘dat het woord vlees geworden is en onder ons heeft getabernakeld’ (1:14 – Gr.: skènaoo, ‘zijn tent opslaan’). In die tabernakel manifesteert zich de aanwezigheid van de Eeuwige: hautnah, rakelings nabij. En die aanwezigheid krijgt bij Johannes de gestalte van de ‘eniggeboren Zoon des Vaders’ (1:14). Hij ís de tabernakel.

bijbel
bijbel
Basis

‘Wat Hij u zegt, doe dat’

Het verhaal van de bruiloft in Kana staat al sinds mensenheugenis jaarlijks op het leesrooster voor de tweede zondag na Epifanie. Ook in het alternatieve leesrooster voor het Johannesevangelie dat De Eerste Dag dit jaar volgt, is het voor deze zondag opgenomen, waarvoor dit rooster zelfs is omgegooid. Daarom is het fijn dat de twee andere lezingen voor deze zondag in dit alternatieve rooster ons een andere bril opzetten om daardoor dit overbekende verhaal opnieuw te lezen.

Nieuwe boeken