Menu

Premium

Gazel

hert

Uit het feit dat gazel en hert samen een rubriek vormen, mag niet worden afgeleid dat er weinig verschil tussen beide dieren zou bestaan. Dat is wel het geval. Zo is het gewei van een hert veel meer vertakt dan dat van een gazel. Dat beide dieren toch samen worden besproken, ligt in het gegeven dat zij – hetzelfde geldt voor hun talloze soortgenoten in onder meer Afrika -een aantal gemeenschappelijke kenmerken bezitten. Het zijn fraai gebouwde, sierlijke dieren die alleen dankzij hun snelheid aan hun belagers kunnen ontkomen. Ze moeten derhalve altijd op hun hoede zijn en dat maakt ze ondanks alles toch zeer kwetsbaar. Hun grote, donkere ogen maken een ontroerende indruk.

Grondtekst

Het Hebreeuwse woord ‘ajjal wordt gewoonlijk met ‘hert’ vertaald (Deut. 12:15,22; 14:5; 15:22; 1 Kon. 4:23; Ps. 42:1; Hoogl. 2,9,17; 8:14; Jes. 35:6; Klaagl. 1:6). Het vrouwtjesdier heet ‘ajjalah of ‘ajjèlèt (Gen. 49:21; 2 Sam. 22:34; Job 39:1; Ps. 18:34; 22:1; 29:9; Spr. 5:19; Hoogl. 2:7; 3:5 Jer. 14:5; Hab. 3:19). Voor gazel kent het Hebreeuws in de eerste plaats het woord tsevie (Deut. 12:15,22; 14:5; 15:22; 2 Sam. 2:18; 1 Kon. 5:3; Spr. 6:5; Hoogl. 2:9,17; 8:14; Jes. 13:14); daarnaast komt eenmaal tsava’ voor in de betekenis van ‘gazelle’ en tweemaal de vrouwelijke vorm tseva’ah (Hoogl. 2:7; 3:5).

In het Nieuwe Testament wordt niet gesproken over herten en gazellen. In het boek Handelingen staat echter de volgende passage: ‘In Joppe woonde een leerlinge die Tabita heette, dat wil zeggen Gazelle’ (Hand. 9:36; vgl. 9:39). In het Grieks wordt hier het woord dorkas gebruikt (de vertaling NBG-1951 laat dit woord onvertaald).

Letterlijk en concreet

a.Volgens de Tora mogen herten en gazellen wel worden gegeten, maar niet geofferd (Deut. 12:22; 14:5; 15:22). Het vlees was goed eetbaar en daarom was de jacht op beide beesten populair (Jes. 13:14).

b.Ook de bijbel weet dat dieren als gazellen en herten kwetsbaar zijn. Als zij door roofdieren worden achtervolgd, hebben zij alleen een kans te overleven dankzij de grote snelheid die ze over lange afstanden kunnen ontwikkelen (2 Sam. 2:18; 1 Kron. 12:8). Maar zelfs een hinde kan op een gegeven moment naar water smachten (Ps. 42:1).

c.In het huidige Israël zijn de herten uit de natuur verdwenen, maar de gazel heeft de jacht overleefd. Zij leven in de gebergten en in de Negev-woestijn.

Beeldspraak en symboliek

a.Herten en gazellen zijn sierlijke beesten. Van hun aantrekkelijk uiterlijk wordt veelvuldig gebruik gemaakt in de beeldende taal van het prachtige liefdeslied in de bijbel: ‘Wat ben je mooi, mijn vriendin, wat ben je mooi! Je ogen achter je sluier zijn duiven … Je beide borsten zijn als twee welpen, de tweeling van een gazelle, weidend tussen lelies’ (Hoogl. 4:5; 7:3).

b.Naast schoonheid en sierlijkheid heeft de snelheid van herten en gazellen in bijzondere mate de verbeeldingskracht geprikkeld: ‘Hoor, daar is mijn lief! Kijk, daar komt hij aan: springend komt hij over de bergen, over de heuvels komt hij aangesneld. Mijn lief als een gazelle, hij lijkt wel het jong van een hert’ (Hoogl. 2:89). In diezelfde geest eindigt het liefdeslied: ‘Kom snel, mijn lief, wees als de gazelle of het hertenjong op de bergen vol met de kruiden-planten’ (Hoogl. 8:14).

c.Snelheid en lichtvoetigheid spelen niet alleen in de liefde een rol. Er zijn momenten dat de psalmdichter ervaart dat het leven met God zo heilzaam kan zijn: ‘Die God schenkt mij een gordel van kracht, Hij maakt mijn weg tot een oprechte weg. Mijn voeten maakt Hij tot hin-denhoeven, ik sta daar hoog op die bergkam’ (Ps. 18:33-34).

Praxis

a.Liederen:

Liedboek: Psalm 18; 27; 42; 63; 84; 137; Gezang 355; 428; 459; 477; 489; Eva II: 30; Gezangen: 227; Gezegend: 151; 182; Hoop: 96; Liederen: 2; Psalmschrift: 42-43; Zolang: 55 (= Liturgie: 531).

b.Poëzie:

Gerrit Achterberg, Verzamelde gedichten, Amsterdam 19724, blz. 359: ‘Onland’. Chr.J. van Geel, Verzamelde gedichten, Amsterdam 1992, blz. 701: ‘Herten’. Frederik van Eeden, Van de passieloze lelie: Verzen, Amsterdam 19163, blz. 91: ”t Herteken’. Ida Gerhardt, Verzamelde gedichten, Amsterdam 1989, blz. 411: ‘De gestorvene’. Judith Herzberg, Doen en laten, Amsterdam 19977, blz. 119: ‘Kom naar buiten…. Alfred Kossmann, Gedichten 1940-1965, Amsterdam 1969, blz. 9: ‘De herten’. Rainer Maria Rilke,Nieuwe gedichten, Amsterdam 19972, blz. 75: ‘De gazelle’.

c.Verwerking:

Herten en gazellen spreken tot onze verbeelding. Haast iedereen kent hun stijlvolle en schitterende verschijning, hun rappe gang en – in het wild – hun voortdurende oplettendheid ten aanzien van roofdieren. Hier kunnen we bij aansluiten als we de bijbelse teksten over deze dieren bespreken. Een andere benadering is ons uitgangspunt in Psalm 42 te zoeken, waar het naar water verlangende hert (of de ‘hinde’ zoals het Liedboek weergeeft) beeld is van de naar God zoekende mens. De thema’s die opwellen, zijn onder andere: liefde, schoonheid en sierlijkheid, heimwee en verlangen naar God en mens.

Verwijzing

Gazel en hert hebben een geheel eigen betekenis met weinig raakvlakken met andere beelden. In de buurt komen ‘vogel‘ (vanwege de snelheid en sierlijkheid) en ‘bron‘ (vanwege de mogelijkheid de dorst te lessen).

Wellicht ook interessant

God zelf ontmoeten
God zelf ontmoeten
None

Thema: God zelf ontmoeten

Hoe vind je stille tijd in een wereld die op hol is geslagen? Nikolaas Sintobin nodigt je in God zelf ontmoeten uit om op retraite te gaan. Zonder klooster, gewoon vanuit je eigen huiskamer. Want in de stilte en het gebed kan God opeens verschijnen. Hij laat zich daarbij inspireren door de geestelijke inzichten Ignatius van Loyola. Het leidt tot een herontdekking van de geestelijke begeleiding uit vroeger tijden. Geestelijke begeleiding die erop gericht is de ander te helpen bij het ontwikkelen en onderhouden van een relatie met God. Belangrijk daarin is het herkennen van Gods stem in je leven. Vanuit de overtuiging dat God spreekt via gevoelens, verlangens en dagelijkse ervaringen.

Nieuwe boeken