Gebed over ouder worden

Gebed in de ouderdom van Pierre Teilhard de Chardin sj
Eerst heb ik U mogen ontdekken, God, als
“Degene die mij te boven gaat.”
Geef dat, wanneer mijn uur gekomen is,
ik U herkennen mag
in de gedaantes van machten die vreemd
en vijandig uit lijken te zijn op mijn vernietiging.
Wanneer mijn lichaam tekenen van slijtage gaat vertonen
– en meer nog als mijn geest dat doet –
wanneer de ziekte die mij verzwakken zal of doen bezwijken
me aanvalt of van binnen groeit,
wanneer dat pijnlijke moment zal komen waarop ik
plotseling weet
dat ik ziek ben of oud,
en vooral op dat laatste ogenblik
wanneer ik voel dat ik alles los moet laten
me overgeven in de handen van de onbekende machten
die mij ooit hebben gemaakt,
in al die donkere uren,
geef mij dan te verstaan, mijn God,
– als mijn geloof tenminste groot genoeg is –
dat U het bent
die mijn vezels rauw en pijnlijk blootlegt
om door te dringen tot het merg, mijn wezen,
om mij te halen en te dragen
ik in U.
Levensduur
Een adem, de duur van mijn leven,
Een dag, minder dan de aanzet
van mijn inademing, minder dan
het laatste zuchtje dat mij verlaat.
Volgens Jouw uurwerk
mijn levensduur: één adem.
Maar voor mij, als een
voortdurende zwemtocht
naar de einder.
Fier begon ik, tegen de branding
in, ontwikkelde spierkracht
om de stormen van de kinderen
van de Leviathan te doorstaan.
Windstilten brachten ontspanning,
soms voerde de onderstroom mij
naar rustig water, dan doorsneed
ik zonder slag of stoot de golven.
Nu mijn krachten minderen,
dobber ik in open water.
Zal ik me nog druk maken om
te koersen naar de einder?
Als ik toch eens wist hoelang
Jij mij nog adem geeft…
Jij!
Zie mij, drenkeling.
Op Jou hoop ik met mijn
deinende hoofd vol suizen
en onrustige gedachten.
Wees in mij als drijfhout,
zodat mijn ziel Jou niet
kwijtraakt in het woelen
van de golven en wij elkaar
herkennen als mijn adem is
teruggekeerd in Jou.
Uit: Op vleugels van verwondering van Janneke Nijboer
Allerzielen
Voor de laatste keer
je laarzen uitgedaan
de dag verlaten,
je huis binnengegaan.
Voor de laatste keer, het schoeisel
van jouw leven uitgedaan:
de kinderschoenen met klittenband
en bonte kleuren;
de hakken onder je altijd zwierige rok;
de werkschoenen met stalen neuzen;
de spitzen dansend op de houten vloer;
de aangepaste schoenen,
precies voor jou op maat;
de ziekenhuisklompen om
van bed tot bed te gaan;
de kisten voor je missie;
de pantoffels warm en zacht.
Je hebt ze uitgedaan
voor de laatste keer,
om op kousenvoeten
zonder het te weten
stilletjes naar huis toe te gaan.
Uit: Op vleugels van verwondering van Janneke Nijboer
Scheepke onder Jezus hoede
Molens op de dijken,
wind waait de wieken rond.
Bol staan de zeilen, in
verwachting van wat komt.
Onder blauwe luchten,
kerk met de deuren dicht
opstijgt klagend zuchten
om verdwenen zicht.
Wind beukt tegen muren,
giert om de hoeken heen,
jammert van ellende,
komt niet door dichtheid heen.
Wie durft Geestkracht toe te laten,
als het beste uit Gods mond,
laat het schip opnieuw gaan varen,
nieuwe einder tegemoet.
Scheepje kiest woelige baren,
schuimig, golven huizenhoog,
vaart weer zoals ooit geleden
in vertrouwen op Gods Woord.
Uit: Op vleugels van verwondering van Janneke Nijboer