Gemeenteopbouw – de kerk van de toekomst
De toekomst van de kerk gaat ons aan. We onderzoeken het heden en denken na over wat de toekomst kan worden. We maken ons zorgen. We willen plannen maken, het tij keren, enz. Dat hoort allemaal bij ‘gemeenteopbouw’. Hier een indringend pleidooi om daaraan goed te beginnen. Met luisteren…
De toekomst begint met luisteren
Is dat zo? Begint de toekomst niet met gegevens verzamelen en de balans opmaken over de huidige situatie? Gegevens verzamelen over: hoe staat het met ons ledenbestand? Hoe groot is het verloop? Hoe staan we er financieel voor? Hoeveel vrijwilligers zijn (nog) beschikbaar? Op grond van die analyse maken onze kerkrentmeesters (want die zijn hierin het beste) een prognose. En dan de voorstellen. Soms ook maatregelen die diepingrijpend zijn, zoals vermindering van de taakomvang van een predikant of van een kerkelijk werker, of een gebouw sluiten en afstoten.
Toekomst van de kerk
Maatschappelijk wordt ook veel over de toekomst nagedacht. Van alle kanten wordt in onze samenleving gepleit voor het ‘echt naar elkaar luisteren’. Elkaar serieus nemen in de zorg om bestaanszekerheid. We roepen elkaar op te zoeken naar verbinding.
Als het gaat over de toekomst van de kerk zien we veel krimp. Heel vaak leidt die krimp tot kramp. Je krijgt ook kramp van de moeite om voorgangers te vinden voor kerkdiensten. Kramp van weinig of geen geld hebben voor een eigen predikant of kerkelijk werker. Kramp van het moeten sluiten van een kerkgebouw. Vertwijfeld vragen we ons af: zal er nog een kerk zijn voor onze kinderen? Maar durven we elkaar ook deze eerlijke vraag te stellen: hebben onze kinderen nog wel behoefte aan een kerk? En als ze wel behoefte hebben aan een kerk, is dat dan een kerk in de vorm zoals wij die nu kennen?
Vertwijfeld vragen we ons af: zal er nog een kerk zijn voor onze kinderen?
Durven we elkaar eerlijke vragen te stellen aan de kerkenraadstafel en op een gemeente-avond? We kunnen die vragen wegschuiven, wegkijken van krimpsituaties, in paniek raken wanneer er een noodsituatie ontstaat. Maar we kunnen er ook voor kiezen om bijtijds tijd en ruimte te nemen om over de toekomst na te denken. Om goed met die lastige vragen om te gaan, heb je inderdaad gegevens nodig. Maar er is meer nodig: een andere manier van kijken, goed luisteren en een goede vraag stellen!
Kerk van de toekomst
Gaat het nu om de toekomst van de kerk of om de kerk van de toekomst? Ik bedoel geen woordspelletje. Wanneer je gaat nadenken over de kerk van de toekomst, zou je zomaar kunnen denken vanuit de bestaande situatie van de kerk. Vragen we ons af hoe de kerk van de toekomst eruit gaat zien, dan geloven we dat de kerk op wat voor manier dan ook er toch zal zijn. Maar anders dan nu. In een andere vorm. Nu al laat de kerk zich in verschillende vormen zien. We spreken over ‘een mozaïek van kerkplekken’.
In ontspanning mag er ruimte zijn om zicht te krijgen op wat kerk in de kern is
Allemaal varianten waarin gezocht wordt ‘de Godslamp te laten branden’ en een kerkplek in te richten. We hoeven dus niet krampachtig bestaande vormen van kerk-zijn vast te houden. In ontspanning mag er ruimte zijn om oog en oor te krijgen voor wat kerk (hoe klein ook) in de kern is.
Bezinningsproces
Anders kijken is niet eenvoudig. Wat is er wel? Hoe kan dat wat er is, vermenigvuldigd worden (denk aan het Bijbelverhaal van de vermenigvuldiging van 5 broden en 2 vissen, Joh. 6:1-14). We sommen dan niet op wat we allemaal missen. We stoppen met het terug verlangen naar het verleden.
Luisteren naar elkaar is een manier om de Geest te horen
‘Wie kan ons dan in zo’n proces begeleiden?’ Gemeente-adviseurs of gemeenteopbouwers zijn in mindere mate beschikbaar. We kijken steeds meer verwachtingsvol naar een predikant of kerkelijk werker. Maar… dan moet je wel zo’n ‘professional’ in huis hebben. En van die professional verwachten we dan enige specifieke deskundigheid en vaardigheden betreffende gemeenteopbouw. In zo’n situatie merkt een predikant of kerkelijk werker dat hij/zij een andere rol krijgt in de gemeente. Veel meer die van begeleider en toeruster van de gemeente. En minder de vrouw/man die alle werkzaamheden in de gemeente uitvoert.
Synodaal proces
Het is paus Franciscus geweest die in de Rooms-Katholieke Kerk het synodale proces in het najaar van 2021 startte. Het grondvlak van de kerk moest gehoord worden. In oktober 2023 kwamen de bisschoppen bij elkaar in Rome. En in de herfst van 2024 reizen ze opnieuw af.
Wat verstaat de RKK onder een synodaal proces? Een synodaal proces is een ‘samen op weg’ gaan. Samen tot wijsheid komen over de toekomst. Het is een serieus nemen van gemeenteleden én de Heilige Geest. Gemeenteleden zijn het ‘volk van God’. Ze zijn gedoopt en leden van het Lichaam van Christus. In hen werkt de Heilige Geest. Dat de Geest werkt én leiding geeft, betekent dat we ons voortdurend nederig én nieuwsgierig moeten opstellen.
Luisteren naar elkaar is een manier om de Geest te horen. Degenen die leiding geven, luisteren eerst en spreken daarna – om vervolgens besluiten te nemen. Dat luisteren naar mensen is niet alleen nodig in de kerk, maar ook in onze samenleving. Waar zien en horen we toch – ondanks alles – het goede van God? Waar vinden we geloof? Waar kunnen we initiatieven om te komen tot een rechtvaardige samenleving steunen?
Oefen jezelf in de bereidheid om van mening te veranderen
Dat doen wij toch?
We zijn als Protestantse Kerk een synodale kerk. In synodevergaderingen luisteren we toch naar elkaar? Tabitha van Krimpen, jonge Theoloog des Vaderlands in het seizoen 2021-2022, denkt daar anders over. In haar boek Bottom-up kerk, zijn waar twintigers zijn (2023) pleit zij voor een kerk waarin wordt gedacht en gewerkt van beneden af, vanaf de basis. Ze laat met voorbeelden zien dat in de protestantse kerk toch hiërarchisch en volgens de bestaande structuren wordt gewerkt. We nemen besluiten in onze kerkenraden. En daarna lichten we daarover de gemeente in.
Spreken over de ‘kerk van de toekomst’ begint niet vanzelfsprekend op gemeente-bijeenkomsten. Het is niet vanzelfsprekend om besluiten te nemen op basis van consensus in plaats van de helft plus 1. Een synodaal proces omvat luisteren als een geestelijk proces. Het is een proces van ontvankelijk zijn en onderscheiden waar het op aankomt (door Bijbellezen, gebed, luisteren en een oordeel uitstellen).
Hoe dan luisteren?
Vanuit de kerkenraden – geholpen door een predikant of kerkelijk werker wanneer hij/zij beschikbaar is – zullen we aan zo’n proces leiding moeten geven. Met het oog op dit leiding geven aan ‘de toekomst begint met luisteren’ noem ik een zevental aandachtspunten:
- Begin als kerkenraad zo spoedig mogelijk met het echt leren luisteren naar elkaar. Om zo te komen tot een ontvankelijke houding voor de stemmen in/vanuit de gemeente en de samenleving. Vergeet ook niet elkaar te bevragen waar en hoe we de stem van God horen.
- Stel snelle oplossingen – behalve in noodsituaties – uit.
- Oefen jezelf in het zwijgen. Probeer je mond te houden, wanneer de ander spreekt. Ook wanneer dingen gezegd worden waar je het niet eens mee bent of die je anders ziet. Het doel van dit zwijgen is om te luisteren. Om echt te horen wat de ander zegt, ook achter zijn/haar woorden. Zo’n gesprek wordt een ‘nieuwsgierig’ luistergesprek. En als we reageren, begin dan niet met ‘ja maar’, maar met ‘vertel eens meer’.
- Oefen jezelf in het ‘opbouwend spreken’. Je zegt dan niet: ‘Dat vind ik nu eenmaal’ of ‘dat is mijn mening’, maar je probeert te zeggen wat – in jouw aanvoelen – de Geest te zeggen heeft. Zeg het dan ook zo, dat het uitnodigt om te luisteren (qua toon en met een korte toelichting).
- Oefen jezelf in de bereidheid om van mening te veranderen. Je zit niet vast aan eigen gedachten, maar je probeert open te staan voor andere gedachten. Je durft los te laten waaraan je je zou willen vasthouden.
- Bemoedig elkaar en herinner elkaar eraan dat ook nu de Geest de gemeente, de kerk leidt. Wanneer we dat echt geloven, willen we ruimte maken voor de Geest. Door Bijbellezen, bidden, het leiden van een leven in vertrouwen. Met aandacht voor verwondering, geloof, hoop en liefde. Wanneer je zelf verlangt om te zeggen wat de Geest te zeggen heeft, geef je zelfs voorrang hieraan. Kerkenraadsvergaderingen zijn dan meer dan bestuurlijke besprekingen. Naast het besturen, ruimen we tijd in voor die geestelijke oefening.
- Nadat de kerkenraad dit enkele malen beoefend heeft, wordt de gemeente uitgenodigd om mee te zoeken met het oog op ‘de kerk van de toekomst’. We vertellen eerlijk wat de urgentie is. We verwoorden ook wat ons verlangen is. Er liggen geen kant-en-klare voorstellen klaar. Wel een overzichtelijk stappenplan om inhoud te geven aan dit proces van onderscheiden. Als kerkenraad (met hulp van predikant of kerkelijk werker of een externe gemeentebegeleider, wanneer die beschikbaar zijn) geven we zo leiding aan gezamenlijke en wederkerige ontvankelijkheid.
Deze vorm van nadenken over de toekomst, de kerk van de toekomst door actief te luisteren en te kijken wat de gemeente gegeven is, is anders dan we gewend zijn. We bouwen voort op dat wat van waarde is. Laten we eerlijk zijn: dat vraagt om oefening. Zo’n oefening willen we ook doen op een landelijke Dag van de Kerkopbouw, op 11 oktober 2024. Voor meer informatie: zie verder in Ouderlingenblad 1160. Hoe meer we geoefend zijn, des te ontvankelijker kunnen we zijn!
Nico Belo was als hoofddocent Gemeenteopbouw verbonden aan de opleiding Theologie van de Christelijke Hogeschool Ede. Ook was hij jarenlang hoofden eindredacteur van het WKO-bulletin, een uitgave van het interkerkelijke Werkverband Kerkelijk Opbouwwerk, en is hij betrokken geweest bij het team ‘Met Andere Ogen’, dat processen van ‘waarderende gemeenteopbouw’ begeleidt en voor dit najaar een landelijke Dag van de Kerkopbouw voorbereidt.