Menu

Basis

Gevoel en geloof

Persoon houdt haar hand bij de zon tijdens een zonsondergang
(Beeld: Francescoch via iStock.com)

‘Ik voel dit, ik voel dat, o wat voel ik toch? Dat voelen is buitengemeen egocentrisch’, zei Antoine Bodar eind december in een interview met Annemiek Schrijver. Ik was het zowaar een keer met hem eens.

Ik doe wat ik lekker vind, ik drink wat ik lekker vind.’ Met die woorden probeerde de firma Coebergh de samenleving in 1976 aan de bessenjenever te krijgen. Ik was twaalf en vroegwijs genoeg om al aan te voelen dat er enige spanning zat tussen het levensgevoel zoals gepropageerd in deze reclame en het evangelie. De burger was sinds de jaren zestig vooral een consument geworden, die als belangrijkste maatstaf voor het menselijk handelen aanhield: ‘als het voor mij maar goed voelt’.

Maar hoe verhoudt het volgen van je hart zich tot het volgen van Christus? Is dit niet de ultieme secularisatie in de zin dat het alleen nog maar om het eigen gevoel van welbevinden draait? Gaat het in het geloof niet om de ander en de Ander?

In 1981 aanvaardde Hans de Knijff het ambt van kerkelijk hoogleraar met een rede, getiteld: ‘Het gevoel historisch en theologisch beschouwd.’ Hij zei daarin: ‘Alom is sprake van de aanwezigheid en het belang van gevoelens: allerlei irrationeel gestemde bewegingen breken zich baan en op tal van wetenschapsgebieden wordt […] de voorrangspositie van “gevoelens” bepleit.’ Deze woorden lijken wel een beschrijving van onze huidige tijd met al het wantrouwen dat veel mensen koesteren jegens wetenschappers, rechters en journalisten. Of De Knijff was zijn tijd ver vooruit.

Gevoelens gelden nu als het meest authentieke stukje van onszelf

Korte geschiedenis van het gevoel

De Knijff wees erop dat er eeuwenlang juist een wantrouwen had bestaan tegenover gevoelens. De Latijnse woorden voor gevoelens waren ‘passio’ en ‘affectus’. Achter beide termen gaat een mensbeeld schuil waarbinnen gevoelens worden gezien als krachten die je van buitenaf overkomen: een passie maakt je passief en een affect is een aandoening (‘ad-facere’ = aandoen). Gevoelens waren wilde paarden die met je op de loop gingen en het gold daarom lange tijd juist als een levenskunst om de ruiter van het verstand het paard van de emoties te laten leiden.

De rollen lijken nu omgedraaid. Gevoelens gelden nu als het meest authentieke stukje van onszelf. Ze zijn voor veel mensen de allerindividueelste expressie van de allerindividueelste emotie. En als je er zo tegenaan kijkt, lijkt het logisch dat je datgene wat je zelf ten diepste in je hart voelt niet wilt inleveren voor wat een journalist in de ‘mainstream media’ beweert of wat een wetenschapper in een peer-reviewed tijdschrift publiceert, laat staan voor wat een dominee van de kansel verkondigt.

Geloven ontstaat in een relatie

Dat ondertussen dat authentieke gevoel ons in de zomer massaal naar hetzelfde ‘ongerepte’ dorpje in Cinque Terre voert of ons allemaal gelijktijdig dezelfde kleur taupe op de muur laat smeren, moet toch op zijn minst te denken geven. Zijn onze gevoelens wel een spiegel van ons diepste zelf of hadden die middeleeuwse theologen gelijk en zijn ze eerder een onbeveiligd wifi-netwerk waarlangs Elon Musk en Coca Cola onze diepste verlangens voortdurend hacken? ‘We are all individuals!’ roept Brian in The life of Brian de menigte toe, die het vervolgens als uit één mond scandeert.

Het goed recht van het gevoel

Maar er is ook een andere kant. Dat het gevoel zijn plek opeist, komt wel ergens vandaan. Die middeleeuwers gaven wel heel sterk de voorrang aan externe autoriteiten zoals Aristoteles en de Bijbel. Als Aristoteles zei dat planeten een ronde baan volgden, dan was dat zo, ook al meenden astronomen toch echt waar te nemen dat die banen ellipsvormig waren. En als in de Bijbel stond dat Jezus over het water liep, dan moest dat ook wel waar zijn. Wie was jij met je gebrekkige zintuigen en je manipuleerbare gevoelens om de Bijbel en de grote filosofen in twijfel te trekken? Pas toen Copernicus en Galileï hun eigen waarnemingen en hun eigen gevoelens durfden te vertrouwen, kreeg de natuurwetenschap vleugels.

Deze ‘empirical turn’, deze draai naar een vertrouwen op eigen ervaring en gevoel, heeft ook heel emancipatoir gewerkt. Vrouwen, zwarten en homo’s durfden dankzij deze culturele verandering hun eigen ervaringen serieus te nemen tegenover een vaak als ‘objectief’ gebrachte witte, masculiene, heteroblik. Dat mensen zijn gaan durven vertrouwen op hun eigen gevoel, is dus ook een groot goed.

De waarheid ligt in het medium

Misschien ligt een deel van het probleem wel in het feit dat onze westerse talen alleen maar een actieve en een passieve vorm kennen. We denken daardoor dat je óf zelf iets doet óf dat jou als lijdend voorwerp iets wordt aangedaan. Het opmerkelijke is dat oude talen zoals het Oudgrieks, het Latijn en het Sanskriet ook een vorm ertussenin hebben: het medium. Werkwoorden in het medium moet je doorgaans vertalen met: ‘ik laat me…’ of ‘ik raak…’ Neem een werkwoord als ‘genezen’. Als je in een ziekenhuis ligt, ben jij dan zelf degene die geneest of word je genezen door een dokter of door medicijnen? Is het iets actiefs of iets passiefs? Het zit ertussenin. In zulke gevallen gebruiken die klassieke talen het medium om uit te drukken: ‘ik raak genezen’ of ‘ik laat me genezen’.

Misschien is het dat ‘mediale’ besef wel wat er in ons huidige, liberale mensbeeld ontbreekt. Het lijkt allemaal om onszelf te draaien: om wat we doen en wat we beleven. We zijn in de kerk óf een actieve producent óf een passieve consument. We lopen als actieve (!) gelovigen de benen uit ons lijf of we zitten als consument reviews te geven en lopen geeuwend weg met de mededeling ‘dat ik er niets aan heb of erbij beleef’.

Geloven is een werkwoord dat net als ‘genezen’ vooral in de mediumvorm zijn betekenis prijsgeeft. Geloven is niet per se iets dat je zelf maakt en ook niet alleen iets dat jou overkomt. Het is iets dat in een relatie ontstaat. Je hebt de ander en de Ander nodig. Het is dus niet zo dat het om het ‘ik’ draait en om wat dat ‘ik’ wel of niet voelt of ervaart. Het is aan de andere kant ook niet zo dat het ‘ik’ er niet toe doet. De waarheid ligt in het medium: ik kan geloven, omdat ik me laat raken door iets of iemand buiten mij.

Aarnoud van der Deijl is pionierend predikant in Abcoude en auteur van De toekomst van de kerk. Essay vol rouw en hoop. (Middelburg 2024).


Makkelijk mooi
Woord & Dienst 2025, nr. 2

Wellicht ook interessant

Nieuwe boeken