Gods wijsheid zichtbaar voor wie Hem liefhebben
Alternatief bij 6de zondag na Epifanie (1 Korintiërs 2,6-11)

Alleen de menselijke geest kent een mens van binnenuit. Alleen de Geest van God kent God van binnenuit. De Geest van God doorvorst de diepten van God, zegt Paulus. En die Geest deelt zich mee aan mensen die deze geestbeweging toelaten. Het verborgene, de diepste geheimen: het komt naar ons toe als we bereid zijn om de geestbeweging van ‘deze wereld’ te verruilen voor de Geestbeweging van God.
Twee bewegingen
Het betoog over twee ordes, de waardenschaal van de wereld en die van God (zie vorige week), komt in de lezing van vandaag tot een voorlopig hoogtepunt. De vorige drie alinea’s zeiden: kijk naar Jezus de Gekruisigde (1,18-25), kijk naar jezelf (1,26-31), kijk naar mij (2,1-5). Bij God staat bovenaan wat in deze wereld niet in tel is, Gods wijsheid is dwaasheid in de ogen van ‘deze eeuw’. Na die betoogstappen maakt Paulus nu een doorstart: ja, ook wij spreken wijsheid als er hoorders zijn die daaraan toe zijn (Gr.: teleioi, ‘volmaakten’, ‘volwassenen in het geloof’ – 2,6), maar dan wel de wijsheid van God.
Deze eeuw, deze wereld: als Paulus die termen gebruikt, gaat het niet over de natuur en de natuurlijke tijd als iets van lagere orde. Het gaat over de mensenwereld en de dynamiek die daar heerst, de waardenschaal van degenen die heersen en die de toon aangeven in de samenleving. Wat hoog aangeschreven stond, was kracht, macht, succes, fysieke volmaaktheid, welsprekendheid, rijkdom, populariteit, charisma. Dat was wat je had als de goden je gunstig gezind waren, als je onder een gelukkig gesternte geboren was. Die waarden waren diep verinnerlijkt, vaak ook onder de mensen die volgens die schaal verliezers waren, de slaven, de pechvogels, de kwakkelaars, de stotteraars, de mensen zonder naam en titel.
Terwijl Jezus Christus als belichaming van God juist onder die categorieën helemaal thuis is. God woont niet boven aan het topje van de piramide, maar onderaan, waar mensen vermorzeld worden onder het verpletterende gewicht van al die macht en al dat geweld.
Verborgen wijsheid
Als het dan tóch over wijsheid gaat en over ‘schittering’ (Gr.: doxa – 2,7.8), zijn beide van een orde die binnen deze wereld niet wordt herkend of erkend, want in deze wereld verschijnen ze in de gestalte van schande en nederlaag: Jezus de Gekruisigde (1,23; 2,2). De glans ervan ontgaat de heersers van deze eeuw, zegt Paulus, maar ook: het is door God verborgen en geheimgehouden tot nu toe.
Dat laatste vind ik wel lastig. Ook in de Hebreeuwse Bijbel is de God van Israël de God van de omgekeerde waardenschaalin vergelijking met de machtspiramides van de Farao’s en de Babylonische heersers. De Eeuwige hoort het gejammer van de slaven en is niet de God van kampioenen en krijgshelden. Wat in Jezus zichtbaar wordt, is niet een totaal ander hart van God dan wat we al kenden uit Tora en profeten. Het is wél een veel uitgesprokener tegenbeeld tegen de heersende waarden, omdat het nu helemaal losgemaakt is van aards koningschap en nationale aspiraties.
Nu, in de Gekruisigde, is alles helder geworden: de twee ordes, die van het keizerrijk en die van de Christus, staan scherp tegenover elkaar. Paulus wijst er vaker op dat de gemeenteleden bofkonten zijn dat ze in déze tijd leven. Waarschijnlijk hoorde hij in de kerk dezelfde geluiden die nog steeds klinken: dat het nog nooit zo bar is geweest als nu, dat het steeds gekker wordt met alle onrecht en ellende in de wereld. Op die golf van ach en wee gaat hij niet mee: het is de gezegende tijd waarin het totaal-andere zich aandient. Maar je moet dan wel in die ándere beweging stappen.
In vers 9 heeft Paulus daar ook een prachtige Schrifttekst bij: ‘Zoals geschreven staat (…)’ – maar voor zover we weten staat het nergens, in ieder geval niet in ons bekende geschriften. Origenes meende dat het een citaat uit een apocriefe Elia-apocalyps was, maar dat is niet te verifiëren. Het zou een compilatie van een aantal Jesajacitaten kunnen zijn. Maar Paulus buigt het dan wel toe naar zijn denkmodel: het ongehoorde en ongedachte dat zich in het Christusmysterie aandient, is in de wereld ongehoord en ongedacht omdat het buiten het waardenschema van deze eeuw valt. Het wordt zichtbaar en denkbaar voor ‘wie God liefhebben’ (2,9), mensen die intunen op Christus de Gekruisigde.
De diepten van God
‘De Geest doorvorst alle dingen, ook de diepten van God’ (2,10). Hier maakt Paulus een prachtige denkbeweging. Wie jij vanbinnen bent, weet alleen je eigen geest. Zo kent alleen de Geest van God de binnenkant van God – maar die Geest is beschikbaar, die ademt ook in ons als de energie van die andere waardenschaal. Wie niet de geest van deze wereld/deze eeuw door zich heen laat waaien maar de Geest van God, die kijkt diep in de ziel van God. De Geest van God is die van Christus de Gekruisigde. Hier heeft God zich als het ware binnenstebuiten gekeerd, hier ademt alles wat Hem beweegt, zó anders dan wat de mensenwereld van het keizerrijk beweegt.
Wie zich aan die Geest overgeeft en in die andere waardenschaal gaat leven en denken, raakt diepgaand getransformeerd. Die wordt zelf belichaming van Christus. Maar wat Paulus aan het schrijven brengt, wat hem zorgen baart, is dat de gemeente in Korinte in allerlei opzichten die Geest niet ademt – aan die zorgen is vrijwel heel de rest van de brief gewijd. Als we de concrete thema’s en de waarden ‘van deze wereld/deze eeuw’ transponeren naar onze tijd, is het een bijzonder actueel geschrift.
Deze exegese is opgesteld door Piet van Veldhuizen.