Menu

None

Hartmut Rosa en de relevantie van de kerk

Uitgeputte student die op een muurtje tussen pilaren ligt uit te rusten
Het moderne leven kan ons uitputten en op onszelf terugwerpen. Beeld: Ryan McGuire via Pixabay

De moderne mens zet in op het beheersen en controleren van zijn of haar omgeving. Is er een andere manier van in het leven staan? En zou die bij uitstek in de kerk geoefend kunnen worden? Die vragen komen aan bod in de scriptie van Bob van Meijeren over het werk van de Duitse socioloog Hartmut Rosa.

Hartmut Rosa benoemt de neiging van de moderne mens om de wereld zo veel mogelijk controleerbaar te maken. De mens zoekt ernaar om het lichaam, de natuur, de medemens, zo veel mogelijk te beheersen. Rosa gebruikt daarvoor het woord ‘beschikbaarheid’.

We zien het bijvoorbeeld terug in de wijze waarop we steeds meer naar ons lichaam kijken als een maakbaar object, wat we naar believen kunnen veranderen en aanpassen. Het komt terug in de manier waarop geboren worden en sterven steeds meer geregisseerd worden. Ook instrumentaliseren we onze sociale contacten: we praten met elkaar omdat we iets van elkaar nodig hebben, maar niet omdat we de ander echt willen leren kennen.

Resonantie

Volgens Rosa leidt dit proces van ‘beschikbaar’ maken tot vervreemding. De mens komt los te staan van het eigen lichaam, de natuur en de medemens, terwijl mensen, volgens Rosa, juist tot hun recht komen in relatie tot elkaar en tot het grotere geheel waar zij onderdeel van uitmaken.

Rosa stelt daarom tegenover beschikbaarheid het concept ‘resonantie’. Resonantie is een andere manier van in de wereld staan, waarbij je geraakt kunt worden door een persoon of een object, anders dan jijzelf.

Het is een ónbeschikbaar gebeuren

Voor Rosa begint resonantie met een appel dat iets of iemand van buiten op je doet. Als je op die roep antwoord geeft, verander jijzelf en verandert de ander. Er vindt een transformatie plaats.

Essentieel voor Rosa is dat het ontstaan van resonantie niet afgedwongen kan worden. Het overkomt je. Het is simpelweg een ónbeschikbaar gebeuren. En daarmee is het tegenovergesteld aan de dominante logica van onze samenleving.

Aandacht voor religie

Voor de theologie is Rosa’s denken bijzonder interessant. Rosa maakt ruimte in het sociologische denken voor datgene wat groter is dan wijzelf, voor God. Bovendien beschouwt Rosa religieuze praktijken en rituelen bij uitstek als bronnen van resonantie. Geen wonder dat theologen geïnteresseerd zijn in het denken van Rosa. Zijn denken helpt hen om de relevantie van de kerk aan te tonen.

Rosa volgend biedt de kerk met haar geloofspraktijken en tradities een antwoord op het gebrek aan resonantie in onze moderne samenleving. In de kerk leren we te leven van wat ons toekomt, in plaats van ons leven in eigen hand te houden. Vooral in het Duitse taalgebied is er de afgelopen jaren door theologen veel aandacht besteed aan het werk van Rosa. Maar ook in Nederland en andere landen vindt het gesprek tussen de theologie en het werk van Rosa plaats.

Zo is er op 7 juni 2024 een conferentie in Groningen gepland over het begrip resonantie, onder andere georganiseerd door de Protestantse Theologische Universiteit, waar Hartmut Rosa te gast zal zijn.

Zich geraakt weten

In mijn eigen onderzoek zal ik specifiek ingaan op de betekenis van resonantie voor het denken over de kerk (de ecclesiologie). Rosa lijkt een antwoord te geven op de vraag naar de relevantie van de kerk in onze moderne westerse samenleving. Maar wat zijn precies de implicaties van dat antwoord? Is de kerk een ‘gemeenschap van resonantie’? En is dat anders dan andere resonantiegemeenschappen, zoals een vriendengroep of een yogaklas? Wat gebeurt er precies wanneer de kerk zich identificeert met het verhaal van Rosa? Wat wint en verliest zij daarmee?

Ik hoop dat het in de kerk mag gaan om dat wat ons geraakt heeft en wat ons in beweging zet. Om het in pinkstertermen te zeggen: dat het vonkt en knettert in de kerk. Dat we elkaar vertellen van het vuur dat in ons is ontstoken, ieder in onze eigen taal. En dat we bij elkaar de vlam van Gods liefde mogen ontsteken.

Vaak gaat het in de kerk om hoe we het hoofd boven water en de boel draaiende houden. En we kunnen onszelf verliezen in eindeloze vergaderingen over de praktische zaken van alledag. Wanneer is er echt ruimte in de kerk om elkaar de vraag te stellen hoe jij of de ander zich geraakt weet door God? Wat is de vonk die in jou brandt? En wat hoop je in de kerk te vinden? Doordat we zo bezig zijn met geregel en instandhouding van de kerk, lopen we ook als kerk zelf het gevaar meegezogen te worden in de val van ‘beschikbaarheid’. De Amerikaanse lutherse theoloog Andrew Root schrijft – geïnspireerd door Hartmut Rosa – dat het van groot belang is om te beseffen dat de kerk zichzelf niet in leven houdt, maar dat haar leven van buiten komt, van God zelf.

Wellicht dat dit inzicht de kerk in haar huidige vorm niet zal redden. Maar het brengt ons volgens mij wel dichter bij waarom we kerk zijn en hoe we kerk kunnen zijn. Ik denk daarbij aan gemeenschappen, waarin er ruimte is voor kwetsbaarheid in plaats van maakbaarheid, waarin we delen van wat ons heeft geraakt en wat er werkelijk toedoet in ons leven. Waarin er ruimte is voor de Geest om ons als kaarsen aan te steken aan elkaar en ons als hoopvolle en opgewekte mensen de wereld in te sturen.

Nog in deeltijd

Volgend jaar zomer hoop ik mijn master Gemeentepredikant af te ronden. Ik studeer in deeltijd en dat betekent dat ik mijn studie combineer met mijn werk bij een ministerie. Ik kijk er voor nu naar uit om voltijds predikant te kunnen worden en mijn aandacht niet langer te hoeven verdelen over studie én werk. Daarbij sluit ik niet uit dat ik op termijn het werk in de kerk zal willen combineren met andere bezigheden in het maatschappelijk domein.

Bob van Meijeren studeert voor de master Gemeentepredikant aan de Protestantse Theologische Universiteit te Amsterdam.


Rood!
Woord & Dienst 2024, nr. 6/7

Wellicht ook interessant

Nieuwe boeken