Menu

Basis

‘Ik flirt met God, maar weet niet of ik verkering wil.’

Pionieren in nederland

Als afsluiting van onze serie ‘Pionieren’ en ook vanuit het synodale gesprek over de landelijke ervaringen met pioniersplekken, hier een beschouwing over ‘wat levert het op en wat leren we ervan?’

De afgelopen twee jaar heeft het Ouderlingenblad steeds pioniersplekken geportretteerd. De rondgang door Nederland bracht ons in bijvoorbeeld Kloosterwelle in het Zeeuwse Noordwelle, in een speeltuin in de Groningse Indische Buurt (‘Het Pand’) en in de virtuele getijdengemeenschap ‘De Binnenkamer’ op Nieuw Hydepark in Doorn. Overal in Nederland wordt gepionierd en zoeken kerken en individuele gelovigen naar nieuwe vormen van geloofsgemeenschap en kerk-zijn. In dit artikel sluiten we de serie over pioniersplekken af. Wat levert al dat pionieren op en wat kunnen we ervan leren?

Een pioniersplek is een nieuwe vorm van kerkzijn voor mensen die niet naar de kerk gaan

Het doel gehaald?

De serie portretten van de afgelopen twee jaar heeft laten zien dat het om een bonte wereld gaat. Op allerlei manieren wordt geprobeerd in contact te komen met mensen voor wie de ‘gewone’ kerk niet (meer) in beeld is. Dat verlangen is wat deze plekken verbindt. En het lukt ook. Op de ene plek uiteraard wat beter dan op de andere, maar onderzoek laat zien dat deze plekken veel meer dan de gevestigde kerken mensen bereiken die geen verbinding (meer) hebben met de kerk in haar traditionele gestalte. Daarmee beantwoorden de pioniersplekken aan hun doel.

‘Een pioniersplek is een nieuwe vorm van kerk-zijn voor mensen die niet naar een kerk gaan’, zo luidt de omschrijving in de beleidsstukken van de Protestantse Kerk. Deze mensen komen dus ook echt. Pioniersplekken hebben vaak een lage drempel waardoor het gemakkelijker wordt aan te haken, ook al heb je geen stevige christelijke overtuigingen.

De uitspraak boven dit artikel is van een vrouw die meedeed aan een bijbelklas voor mensen die wel eens in die Bijbel wilden lezen. De ruimte voor zoekers en anderen die het allemaal niet zo goed weten, is vaak groter dan in de gevestigde kerken. Zo vertelde een pionier het volgende: ‘er is iemand in het kookteam, die zegt: ik geloof niet, maar ik vind dit zo’n fijne groep mensen, ze voelt zich hier echt gewaardeerd. Ze krijgen wel zingeving en levensbeschouwing mee, voor ons horen ze er voor de volle honderd procent bij.’ En een andere pionier: ‘Een van onze bezoekers zegt: religie is verschrikkelijk, maar christenen zijn zo vaak leuke mensen.’

Open en helder, maar niet beklemmend

De veelkleurigheid in pioniersplekken heeft zeker te maken met een bepaalde vrije ruimte. Je kunt op verschillende manieren meedoen. Een pioniersplek in Zoetermeer had in het verleden – en misschien hebben ze het nog wel – een ‘twee vlaggen’ beleid. Bij een ‘neutrale’ activiteit hing er buiten een vlag aan de muur met een andere kleur dan wanneer er bijvoorbeeld een Alpha-cursus Niet kleurloos, maar wel laagdrempelig aan de gang was. Zo werd niemand verrast en kon je buiten al een beetje zien wat er binnen gebeurde. Een dergelijk tweesporenbeleid maakt dat allerlei verschillende mensen op verschillende manieren en momenten kunnen meedoen. Dat maakt de plekken zeker niet kleurloos, maar wel laagdrempelig. Daar kunnen bestaande gemeenten nog wel iets van leren.

In beeldtaal zou je kunnen zeggen dat pioniersplekken een veel ruimer voorportaal hebben, een open ruimte waar uiteenlopende mensen zich thuis kunnen voelen. Je hoeft niet direct de kerkzaal in. Onderzoek onder ruim 40 deelnemers aan pioniersplekken liet zien dat ze die ruimte erg op prijs stellen, terwijl ze tegelijk vaak ook zien dat de plek onmiskenbaar een christelijk karakter heeft. Een plek typeert zichzelf zelfs als ‘schaamteloos christelijk’. Er is geen reden voor valse schaamte, vinden ze daar.

Typerend is misschien wel de volgende ervaring van een deelnemer aan een meditatieve pioniersplek: ‘Je bent niet verplicht om een godsgeloof te hebben om daar mee te doen, maar H. (de pionier) is heel alert op dingen die niet bij het christendom zouden passen. De geloofsvraag komt altijd weer centraal. In elke activiteit. Hoe jij daarmee omgaat, hoe jij dat voor jezelf invult, dat is altijd oké. Je kunt het niet fout doen. Het is veilig daar. Je hebt niemand die met je meekijkt “doe je het wel goed?”.’

Theologische variëteit

De meeste bezoekers of deelnemers hebben geen actieve band met een bestaande gemeente. Wel hebben ze, zo bleek uit recent onderzoek, in meerderheid een lijntje naar kerk en christelijk geloof. Dat kan een zondagschool van vroeger zijn of een oma die bijbelverhalen vertelde en met ze bad. Mensen zonder enige verbinding met christelijk geloof en kerk zien we niet veel op pioniersplekken. Wel zien we moslims die via een pioniersplek christen worden en zich laten dopen.

Daar kunnen bestaande gemeenten nog veel van leren

Dit laatste is overigens een gevoelig iets. We zien op dit vlak ook de theologische verscheidenheid binnen de pioniersplekken terug. Sommige interculturele plekken hebben een sterke oriëntatie op het bereiken van moslims met het Evangelie. Andere plekken blijven daar ver vandaan en willen juist interreligieus verbinden vanuit het respect voor het anders zijn van de ander. De pionierswereld vertegenwoordigt daarmee de volle breedte van de Protestantse Kerk. Sommige plekken zijn direct als kerk herkenbaar, andere veel minder. Al met al is de wereld van de pioniers een bont geheel.

Interactief

Een vrouw doet mee aan meditatieve wandelingen vanuit Nijkleaster, een monastieke pioniersplek in Friesland. ‘Ik zeg wel eens tegen mijn man, als ik daarheen ga dan weet ik dat ik bij de bijbellezing moet opletten, want dan moet ik er daarna iets mee. En als ik in mijn eigen gemeente ben, dan hoef ik daar niets mee, want het is allemaal eenrichtingsverkeer.’

Dat klinkt natuurlijk nogal zwart-wit, maar deze vrouw heeft hier wel een punt. In veel kerken is de klassieke eredienst nog altijd het middelpunt van de gemeente en daarbinnen neemt de preek vaak een belangrijke plek in. De kerkganger is daarbij vooral toehoorder. Natuurlijk kunnen ook preken ons behoorlijk raken en ons opbouwen, maar interactieve

Pioniersplekken komen als een boemerang terug bij de gevestigde gemeenten…

werkvormen doen vaak veel meer. In de meeste pioniersplekken ligt het accent dan ook niet bij de prediking, maar bij andere vormen van geloofscommunicatie. We moeten dan denken aan creatieve vormen om met een bijbelverhaal aan de slag te gaan (vooral in zogenaamde kliederkerken), stiltevieringen, meditatieve wandelingen en onderlinge gesprekken naar aanleiding van de Bijbel, literatuur of film.

Komen mensen tot geloof?

Dat gebeurt zeker, maar niet op grote schaal. Sommige plekken zijn er ook niet echt op uit. Typerend is misschien wel de stem van een stadspastor die verbonden is aan een pioniersplek: ‘Ik voel me soms een beetje Paulus op de Areopagus, ik verkondig u de onbekende God die u zoekt. Dan wil ik nog mensen op geen enkele manier dwingen. Ik heb geen verborgen agenda. Je hoeft niet naar de kerk. Ze mogen wel. Bij al mijn activiteiten zeg ik: “geloven hoeft niet, mag wel”.’ Misschien is het juist wel die vrijheid en die ruimte die maakt dat via pioniersplekken mensen tot geloof komen. ‘Ik moest tot mijn eigen verwondering erachter komen dat ik een godsgeloof heb ontwikkeld’, zegt een vrouw die zich tot dan toe vooral oriënteerde op het boeddhisme. Ze heeft zich laten dopen. Zij is niet de enige, maar ook als het niet tot een doop of belijdenis komt, gebeurt er vaak veel bij mensen.

Een boemerang richting de bestaande kerk

In allerlei opzichten komen pioniersplekken als een boemerang terug bij de gevestigde gemeenten. Ze hebben vaak geen kaartenbak of ledenadministratie en dat is natuurlijk lastig in een kerk die gewend is met lidmaatschap te werken. En moet je een dominee van buiten ‘invliegen’ als iemand binnen een pioniersplek de doop verlangt? Wie mag er de sacramenten bedienen? Zo zijn er allerlei vragen die ook raken aan kerkordelijke kwesties. De Protestantse Kerk neemt die vragen ook heel serieus. Bepaalde pioniersplekken groeien door naar een geloofsgemeenschap waarin vieringen worden gehouden en ook de sacramenten worden bediend. Ze hebben echter niet de omvang en de menskracht om aan alle kerkordelijke verplichtingen van ‘gewone’ gemeenten te voldoen. En ook al zouden ze dat wel kunnen, dan nog is er vaak een afstand tot de kerkelijke cultuur en structuur. Daarom heeft de synode ruimte gemaakt voor zogenaamde ‘kerngemeenten’. Dat zijn gemeenten en gemeenschappen die wel volop een plaats hebben binnen de Protestantse Kerk, maar een lichtere organisatiestructuur kennen. Sommige pioniersplekken ontwikkelen zich tot zo’n kerngemeente. Ze hoeven niet aan allerlei gangbare kerkelijke spelregels te voldoen, maar krijgen wel echt een plek binnen het geheel van de Protestantse Kerk.

Huis, tiny house en caravan

Een en ander is uitgewerkt in de nota ‘Mozaïek van kerkplekken’. Beeldend wordt op de eerste pagina van de nota het mozaïek gepresenteerd. De reguliere gemeente is afgebeeld als huis, stevig, veilig en permanent bewoonbaar. Kerngemeenten worden gepresenteerd als tiny houses, flexibel, veilig en ook permanent bewoonbaar. Tenslotte is er de caravan, flexibel, doorgaans klein en meestal tijdelijk bewoond. Dit zijn kliederkerken, pioniersplekken die geen kerngemeenten zijn en andere vormen van missionaire presentie.

Vanuit het buitenland wordt met grote interesse en ook waardering gekeken hoe de Protestantse Kerk in Nederland zoekt naar nieuwe vormen van kerkzijn en naar daarbij passende regelingen. Dat is een spannend proces, want wat we op pioniersplekken zien gebeuren, raakt ook direct aan reguliere gemeenten. De samenleving verandert en de kerk ook. Wat lang ‘regulier’ was, zal dat misschien niet meer zijn. Alle reden dus om pioniersplekken goed in de gaten te houden!

In het najaar van 2019 werd door de Protestantse Kerk onderzoek gedaan naar de beleving van pioniersplekken door deelnemers. Wat betekent hun verbondenheid met een plek voor hun sociale leven en voor hun zingeving en geloofsontwikkeling? De resultaten van het onderzoek zijn te vinden op https://www.lerenpionieren.nl/impactonderzoek/ Van belang is ook de nota ‘Mozaïek van kerkplekken’. Deze nota is te vinden op de site van de Protestantse Kerk.

Sake (dr. S.) Stoppels is lector Theologie aan de Christelijke Hogeschool Ede (CHE) en beleidsmedewerker binnen de Dienstenorganisatie van de Protestantse Kerk. Hij is tevens lid van de redactie van Ouderlingenblad.

Wellicht ook interessant

Nieuwe boeken