Menu

Basis

Laat de overledene niet boven de aarde staan

Samantha Drent

Aan het eind van het leven keert elk mens terug tot as of stof in de aarde. Hoe ziet het werk eruit van degenen die beroepsmatig bij dat afscheid aanwezig zijn? Irma Jansen vroeg dat aan Samantha Drent.

Samantha Drent is uitvaartbegeleider. Ik spreek haar op de plek waar ze ook haar bedrijf heeft: in het Afscheidshuys ’t Zeisterbosch.

Hoe ben je ertoe gekomen om dit werk te doen?

‘Ik heb helaas al in mijn jeugd een aantal keer afscheid moeten nemen van geliefden. En ik herinner me dat er dan een stoffige man kwam, die de uitvaart leidde maar ons als gezin niet echt begeleidde. Ik vroeg me later af: waarom is dat toen zo gegaan en wat zou ik gedaan hebben?

Daarom heb ik tijdens mijn opleiding sociaalpedagogische hulpverlening een specialisatie verlieskunde gedaan, met een onderzoek in een uitvaartbedrijf. Toen ik klaar was met de opleiding, ben ik begonnen met werken bij een grote uitvaartorganisatie. Ik had allerlei ideeën omtrent het beleid, en dat werd gezien en opgepakt door de directie. Zo groeide ik door en werd regiomanager.

Maar steeds meer miste ik het persoonlijke contact met de mensen en toen ben ik voor mezelf begonnen. Eerst deed ik dat van huis uit, maar later kreeg ik hier mijn plek, waar ik een thuis kan maken voor de mensen, waar ze altijd welkom zijn, met een eigen kamer, waar ze de tijd kunnen nemen. Ik ben op de achtergrond aanwezig, mag ze begeleiden, maar hoef hen niet voor de voeten te lopen.’

Je noemt jezelf uitvaartbegeleider. Waarom koos je voor dit titel?

‘Vooropgesteld: er zijn veel verschillende ondernemers – iedereen met eigen kwaliteiten en kracht. Maar inderdaad, ik vind “uitvaartleider” een naar woord. Ik wil niet leiden maar begeleiden. Vooral luisteren: hoe staan mensen in het leven? Verbinden, vertrouwen geven en ontvangen. Dat alles zorgt ervoor dat een uitvaart persoonlijk is.

Ben je een perfectionist?

‘Ja, je kunt dit voor een familie maar één keer doen. Een uitvaart is het eerste bouwsteentje van de rouw. En ik doe elke dag, elke uitvaart, alsof het mijn eigen dierbare is – zo kijk ik ook naar de overledene.

Een uitvaart is het eerste bouwsteentje van de rouw

Geef mensen de tijd en ruimte. Soms is het ook goed om gewoon stil te zijn. Zeker als er boosheid klinkt, sluiers wegvallen, dat gebeurt en is puur. Laat het er maar zijn. Je ziet vaak dat mensen in een situatie van rouw terugvallen in oude familiepatronen en soms ook oude frustraties.

Ik probeer telkens mee te geven: iedereen rouwt anders, ook in een familie. Je hebt allemaal een andere band gehad met de overledene. Dat moet je niet met elkaar gaan vergelijken.’

Hoe houd jij dit toch wel zware werk vol? Als predikant mag ik ook aanwezig zijn bij blijde gebeurtenissen. Maar jij wordt toch elke dag geconfronteerd met rouw en dood?

‘Het zit gewoon in mijn DNA, het is wie ik ben. En ik heb zoveel bijzondere gesprekken en ontmoetingen, en kom in zoveel kerken met zoveel verschillende gezindtes. Het is zulk mooi werk, zo verrijkend.

Een voorbeeld: laatst mocht ik een dienst begeleiden in de rooms-katholieke kerk en de familie wilde graag dansen om de kist. Als dat dan gebeurt, uiteraard in overleg met de pastor – we zijn wel te gast in de kerk – dat is dan zo’n prachtig en ontroerend moment.’

Ben je zelf gelovig?

‘Ik kan alleen mijn werk doen omdat ik geloof in de liefde. En liefde, dat is voor mij God maar zie ik ook groter – door de mensen heen. Juist ook bij een uitvaart.

De dood is een mysterie. We weten niet wat er daarna komt. Er is nooit iemand teruggekomen … geen idee of er leven is na de dood. Ik wil vooral in het hier en nu zijn.

Waarom bedanken we de mensen pas als ze overleden zijn, en niet nu ze nog in ons leven zijn? Toen ik veertig werd, heb ik mijn vriendinnen uitgenodigd voor een weekend weg en heb voor ieder een brief geschreven waarom ze belangrijk is in mijn leven. Dus heb elkaar gewoon lief en geloof ook in jezelf. Maar ik geloof zeker dat er een hogere macht is, anders houd ik het ook niet vol.’

Hoe kijk jij aan tegen begraven of cremeren?

‘Vroeger was ik een voorstander van begraven maar inmiddels ben ik daar toch wat anders naar gaan kijken. Dat komt in de eerste plaats door het overlijden van ons eigen kindje. We wilden haar niet in de koude grond begraven, maar thuis hebben; ze hoort in ons gezin. Daarom is ze gecremeerd en kwam ze bij ons thuis.

Het voelt ook best eenzaam op een begraafplaats; daar is vaak een aparte plek voor de kindergrafjes en liggen de kindjes dus niet bij hun ouders. Ik stel nu voor aan ouders die een kindje verliezen: kijk of je een plek kunt vinden waar je later ook zelf begraven kunt worden.

Verder zie ik in mijn werk ook best veel verwaarloosde grafstenen. Dat doet wel wat met mij. En dan ben ik realistisch: gaan mijn kinderen later mijn graf onderhouden?’

Ik ga vaak de hele route met ze lopen, op een begraafplaats en in een crematorium

Ik maak als predikant regelmatig mee dat mensen de overledene niet echt begraven maar de kist hooguit een klein stukje willen laten zakken, ‘net onder het maaiveld’. Wat vind jij daarvan?

‘Ik zeg altijd: laat de overledene niet boven de aarde staan, dan is het niet af. Wil de familie dat toch, dan blijf ik tot de overledene wel begraven is. Zo ga ik bij een crematie ook mee naar de crematieplaats, en moedig de familie aan om ook mee te lopen.

Het helpt als je van tevoren gaat kijken. Ik ga vaak de hele route met ze lopen, op een begraafplaats en in een crematorium. Zo zoek ik ook altijd met de familie een graf uit, een plekje dat goed voelt. De mensen van de gemeente die op de begraafplaats werken, weten precies waar de zon schijnt, waar de boomwortels lopen, welke plek altijd vochtig blijft. Ik noem hen bewust ook mijn collega’s. Uiteindelijk doen we het allemaal samen. We zijn allemaal nodig.’


Aards
Woord & Dienst 2024, nr. 10

Wellicht ook interessant

Premium

Klaagliederen in de Goede Week

De Klaagliederen zijn een vorm van rouwverwerking. Ze geven stem aan de gevoelens die opkomen bij de confrontatie met een groot verlies. In de week voor Pasen kunnen ze helpen om volop mee te doen in het liturgische spel dat ons betrekt bij het lijden en sterven van Jezus. We delen de verwarde gevoelens van ontzetting, schuldgevoel, boosheid en hoop. Net als in de passiemuziek bieden ze een combinatie van lelijk geweld en schoonheid. Er wordt vorm gegeven aan iets wat niet goed in woorden is te vatten.

Premium

Kiezen voor leven of dood

In de beide lezingen van vandaag wordt ons de keuze voorgehouden: leven of dood. Het is of het ene of het andere. Het zijn vrouwelijke personages die die keuze representeren – opvallend in teksten uit een patriarchale cultuur. Qua opbouw hebben beide lezingen veel gemeen: het positieve wordt afgezet tegen het negatieve. Maar er zijn ook opmerkelijke verschillen. In Spreuken 9 worden we voor een keuze gesteld, terwijl in Matteüs 25 niet meer gekozen kan worden. Aan ons de vraag, waardoor wij ons laten leiden bij onze keuzen. En wat is wijsheid?

Nieuwe boeken