Menu

Premium

Leegte en hoop op volheid

Alternatief bij Trinitatis (Ruth 3)

Bijbelwetenschappen

Francine Klagsbrun schreef: ‘Ik zie in deze (…) vrouwen nog steeds wat ik als kind in hen zag: Ruths passiviteit, Naomi’s goedheid die de vorm aanneemt van leiding en controle over Ruth. Ruth dient Naomi graag, vrijwillig, ruimhartig, maar niettemin dient. Naomi domineert Ruth met zorg, diepe liefde, en een oog op Ruths interesses, maar niettemin domineert.’1

De oogst is voorbij. De volheid van voedsel is binnen, maar de innerlijke volheid van Naomi is nog steeds zoek. De intense liefde van Ruth is niet genoeg. Binnen het patriarchale systeem zijn twee vrouwen alleen veilig en verzorgd als zij getrouwd zijn en/ of familie hebben. Naomi leeft en voelt binnen dat systeem, ondanks haar zelfstandige reis vanuit Moab naar Betlehem. Zij had een familie, maar is de enige overgeblevene en kan de familielijn niet voortzetten. Zij is een overlevende, leeg en verbitterd.

Als Ruth terugkomt van Boaz met de gerst, voegt zij heel fijnzinnig aan Boaz’ woorden toe dat hij haar niet ‘leeg’ naar haar schoonmoeder wilde laten teruggaan (Ruth 3,15-17). Naomi is weduwe en niet eens moeder meer, desenfanté, een Franstalige woordcreatie voor ouders die een kind overleven. Naomi’s enige hoop op volheid is dat zij nog schoonmoeder is. In hoofdstuk 4 wordt deze hoop vervuld en wordt haar weer volheid geschonken. Naomi is de enige vróúw in de hele Bijbel ‘aan wie een zoon geboren wordt’ (4,17 – NGB51).

Risico

Naomi neemt het heft in handen. Boaz was aardig en trad beschermend op tegenover Ruth, maar meer ook niet. Hij weet wie Ruth is, in welke omstandigheden zij verkeert, en dat hij een van de lossers is. Naomi wil dat hij eindelijk zijn plichten waarneemt.

Zij spreekt Boaz niet direct aan, maar ontwikkelt een strategie waardoor hij de beslissende stappen zelf kan zetten. Naomi bepaalt tot in de puntjes hoe Ruth zich moet opmaken en wat zij moet doen als zij bij de dorsvloer aankomt. Zij neemt daarmee voor Ruth het risico om verkracht te worden. Het ontbloten van en neerliggen bij Boaz’ voeten heeft een duidelijk seksuele connotatie. Daarom is haar eerste vraag als Ruth terugkomt: ‘Wat is er met jou, mijn dochter?’ (Hebr.: mi-’att bitti). En Ruth vertelt haar alles wat ‘de man haar heeft gedaan’ (Hebr.: ‘assah-lah ha’isj, 3,16). Boaz is een ‘man’ geworden, zoals Adam een man wordt zodra Eva gemaakt is.

‘Ik ben Ruth’

Ruth houdt van haar schoonmoeder en vertrouwt haar. Zij kent de codes niet volgens welke deze gemeenschap functioneert. Ruth doet alles wat Naomi haar vraagt, maar in het gesprek met Boaz komt een ander beeld van Ruth tevoorschijn. Zij stelt zich zelfbewust voor met: ‘Ik ben Ruth’ (Hebr.: ’anokhi roet), gevolgd door het bescheidene ‘je dienstmaagd’ (Hebr.: ’amatekha, 3,9). In wat volgt vertaalt Avivah Zornberg (Hebr.:) farasta met een toekomende tijd: ‘je zult uitspreiden’. Zij associeert ’anokhi in combinatie met de toekomende tijd met God aan het begin van de Tien Woorden: ‘Ik ben de Eeuwige, je God, je zult geen andere goden hebben naast Mij.’ Avivah Zornberg: ‘Als het Ik van een zekere kwaliteit is, dan kunnen er geen andere goden naast Mij zijn. Als het Ik is begrepen, volgt al het andere – de toekomst volgt.’2 Zoals de ’anokhi van God kwaliteit heeft, heeft de ’anokhi van Ruth de benodigde kwaliteit en kan daaruit de vaststelling volgen: ‘je zult uitspreiden’.

Waardevol: chajil

Avivah Zornberg: ‘Met de toekomende tijd haalt zij de dreiging van een bestaan waarin zij niet existeert weg.’ Boaz begrijpt het en noemt haar een ’esjèt chajil, een ‘waardevolle vrouw’ (3,11). Mozes benoemt ’ansjei-chajil, ‘waardevolle mannen’, om hem met het leiden van het volk te helpen (Ex. 18,21). Avivah Zornberg: ‘Verschillende commentaren zeggen dat chajil personen waardig zijn om een groot volk te leiden.’ Wij kennen een ’esjèt chajil uit Spreuken 31,10, een vrouw die een groot huishouden en bedrijf leidt. Volgens Rambam is chajil een soort energie of alertheid: zrizoet.

Martin Buber zegt: ‘Achter iedere voorspelde catastrofe staat een verborgen alternatief. Ruth laat hier door het gebruik van de toekomende tijd het alternatief zien waarmee de catastrofe afgewend kan worden.’ Boaz hoort het. Daarom noemt hij haar ’esjèt chajil: een sterke, vitale en moedige vrouw die met het gevaar voor ogen een oplossing presenteert.

Daden van verbondenheid

Boaz verbindt de ’esjèt chajil met chèsèd (3,10). Voor chèsèd heb je kennelijk sterkte, vitaliteit en moed nodig. Je doet chèsèd aan levenden en doden (1,8; 2,20). Ruth doet daden van chèsèd, van verbondenheid, omdat zij anders dan Naomi ‘vol’ is, altijd vol is geweest. Avivah Zornberg definieert ‘vol’: ‘Zij heeft in zichzelf het beste wat de wereld te bieden heeft.’ Vanuit deze volheid is chèsèd een kwestie van niet alleen doen wat noodzakelijk is, maar geven in verbondenheid. Zij wil dat er meer leven is, dat er daar waar leven niet voldoende levendig is, meer levendigheid komt. Ruth handelt tegenover Naomi uit chèsèd, gepaard met liefde.

Boaz doet uiteindelijk ook meer dan het strikt noodzakelijke. Hij stelt alles in het werk om ervoor te zorgen dat het andere familielid het veld en Ruth niet zal lossen. In de joodse traditie hoort chèsèd bij de dingen zonder maat. Met heel je vermogen, maar niet meer dan dat. Er kan geen maat aan gesteld worden, omdat het individueel is, afhankelijk van iemands krachten die gaandeweg kunnen verschuiven.

De houding van Ruth is, anders dan door Francine Klagsbrun beschreven, niet passief, en kan niet dienend genoemd worden, tenminste niet in een afhankelijke‚ slaafse zin.

Deze exegese is opgesteld door Kristin Ritsert.

  1. J.A. Kates, G.T. Reimer (eds.), Reading Ruth, Contempory Women Reclaim a Sacred Story, New York 1994, 265. ↩︎
  2. Reading Ruth, 78; voor de volgende citaten van A. Zornberg en M. Buber, zie idem, 76.78.79.67. ↩︎

Wellicht ook interessant

Nieuwe boeken