Man en paard noemen
Minder bekend (denk ik) dan het schilderij van Magritte, is het hier afgebeelde kalligram van de Franstalige schrijver en dichter Guillaume Apollinaire (1880-1918). Hij schreef een gedicht met de titel ‘Cheval’ (paard) en schreef de woorden van dat gedicht zo vormelijk op dat we het paard in een oogopslag ook zien. Een prachtig paard, maar wat voor paard? Er zijn immers allerhande soorten paarden. Een wild paard, een werkpaard of een sportpaard bijvoorbeeld. Het kalligram geeft geen uitsluitsel, maar het gedicht misschien wel… Hier slaat na lezing evenwel de verwarring toe omdat het gedicht helemaal niet over een paard lijkt te gaan. Vrij vertaald lezen we: Mens je bevindt je hier / (in) een nieuwe verbeelding / van het universum waarin meer / poëtisch en (ook) meer modern is / mens mens mens / mens mens / laat je gaan in deze kunst / waarin het sublieme de charme niet uitsluit / en het lawaai de nuance niet verwart / dit is wel of niet het moment om gevoelig te zijn / voor de poëzie want zij domineert / heel vreselijk
Waarom, zo zou je kunnen vragen, heet dit gedicht in vredesnaam ‘Cheval’? De woorden maken het niet duidelijk, maar de tijd en situatie waarin Apollinaire deze woorden schreef wel. Het is vlak voor het einde van de Eerste Wereldoorlog, waarin er naar schatting tussen de zes en acht miljoen paarden zijn omgekomen. De dichter had het oorlogspaard voor ogen en nodigt zijn lezers uit om een paard, met de poëzie en haar verbeelding, ook los van de oorlog te zien. Een nieuwe verbeelding. Een paard, zo lijkt Apollinaire te willen zeggen, is zoveel meer dan een element in de strijd.
Dat laatste is echter niet het geval in de Bijbel, ook al worden er verschillende paarden onderscheiden in de boeken Zacharia en Openbaring. Zacharia spreekt over een voskleurig paard, roodvossen, goudvossen en schimmels (1,8) en Openbaring over een vuurrood paard, een zwart paard, een vaalgeel paard en een wit paard (Openbaring 6,4.5.8 en 19,11). Het onderscheid in deze boeken betreft vooral de kleur van de paarden, maar ondanks die kleuren is het paard in de Bijbel doorgaans gewoon het dier dat dienstbaar is aan macht en kracht (in het boek Esther bijvoorbeeld – 6, 8-11) of het dier dat dienst doet in de strijd; een paard hoort bij vechtende ruiters en strijdwagens. (o.a. Exodus 14,23 / 15,21) Het bijbelse paard is dan ook haast altijd een oorlogspaard!
En nou wij weer. Apollinaire heeft het paard teruggebracht naar het edele dier dat het buiten het slagveld ook is. Mooi, geliefd en bewonderd. In de teksten van de Bijbel is dat echter niet het geval. Paard en strijd horen daar vrijwel altijd onlosmakelijk samen en dat zorgt in hedendaagse ogen voor verwarring. Dat de Eeuwige het paard en zijn ruiters in zee stortte (Ex. 15,1), klinkt in onze oren bruut en zielig. Als je echter voor het paard een vijandelijke tank voor ogen zou houden, dan klinken de aloude woorden al heel anders.
Het bijbelse paard is dus niet zomaar het paard of een paard waaraan wij vandaag nog denken. Daarom eindig ik met een toevoeging aan de eerste zin in het gedicht van Apollinaire. Mens, je bevindt je hier. In het Woord. Niet zomaar een woord, maar een woord dat geproefd, gespeld en begrepen moet worden.