Meer over de bewoners van ’t Hooge Nest

In veel boekhandels liggen ze naast elkaar: ’t Hooge Nest van Roxane van Iperen en Lied van verzet. Niet voor niets, want wie onder de indruk is geraakt van de moed en de volharding van de bewoners van ’t Hooge Nest, zal meer willen weten over hun leven.

Dat kan nu met Lied van verzet. Dat boek is de autobiografie van twee bewoners van het ’t Hooge Nest: Lin Jaldati (geboren 1912 in Amsterdam als Lientje Brillenslijper) en Eberhard Rebling, geboren in Berlijn in 1911. Sag nie, du gehst den letzten Weg is de oorspronkelijke titel van het boek, dat in 1986 verscheen en nu is vertaald door Sander Stotijn, Rimco Spanjer, Diete Oudesluis en Johan Meijer.

Het begint met de jeugd van Lientje als Joods meisje dat al heel vroeg droomde van een carrière als danseres. Vanwege de bittere armoede moest ze als naaister gaan werken; ze vond een autoritaire vader tegenover zich. Heel anders was de jeugd van Eberhard, zoon van een welgestelde en eveneens autoritaire Pruisische majoor, bewonderaar van de keizer, die droomde van een wetenschappelijke carrière voor zijn zoon.

Met een verschillende achtergrond maakten ze uiteindelijk hun dromen waar

Doorzettingsvermogen

Dat deze twee mensen met een totaal verschillende achtergrond elkaar vonden en met hetzelfde doorzettingsvermogen in die zware tijden uiteindelijk hun dromen waarmaakten, is indrukwekkend om te lezen: Lin Jaldati als vertolker van het Jiddische lied en Eberhard als musicus.

Graag zou ik veel meer willen schrijven over dit boek en de gigantische research van de vertalers, zoals blijkt uit de vijftig pagina’s noten, de foto’s en de vertaling van de Jiddische woordenlijst. Maar ik houd het bij: neem en lees.