Met de kinderen: De tuin
Bij Spreuken 6 en Marcus 4:26-34
Gebed
Kind
Goede God, wij danken U voor het leven
dat we van U gekregen hebben.
We danken U voor de warmte van de zon,
voor de koele regen, die ervoor zorgt
dat struiken, bomen en bloemen kunnen groeien.
We danken U voor de dieren en voor de mensen
die ervoor zorgen dat wij te eten krijgen.
Voorganger
We verwonderen ons er niet meer over
dat alles altijd te koop is tegen een redelijke prijs.
We vergeten dat we het van U ontvingen.
Leer ons zorgvuldig omgaan met ons eten, ons leven
en dat van anderen.
Wij danken U, Heer,
voor al het goede dat wij in ons leven
van U en van elkaar mogen ondervinden.
Kind
We bidden voor de mensen
die zorgen dat arme mensen te eten krijgen.
We bidden dat mensen die op de vlucht zijn te eten krijgen.
We bidden voor mensen in landen waar hongersnood heerst.
We bidden voor mensen die ziek zijn.
Voorganger
Eeuwige God, geef ons lef om onze mond open te doen
als dingen niet deugen.
Geef ons moed om risico’s te nemen,
om ons te verzetten tegen onrecht.
(naar Spreuken 6:)
Jongere
U heeft een hekel aan ogen die hooghartig kijken,
aan een tong die liegt,
aan handen die onschuldig bloed vergieten,
een hart dat kwaad wil,
aan voeten die op weg zijn naar verkeerde dingen,
aan mensen die halve waarheden verkondigen.
Laat ons niet wanhopig worden als alles tegenzit.
Zet ons op de weg van Jezus.
Verhaaltip
De tuin, uit Alle verhalen van Kikker en Pad van Arnold Lobel (p. 58). Ploegsma, Amsterdam, 9e druk 2008.
Liedsuggesties
NLB 216, 218, 219, 225, 226, 235 en 716.