Menu

Basis

Met grote blijdschap geven wij kennis

Bijbel verstaan

Glas in lood raam met de herders
Aankondiging aan de herders: ‘Wees niet bang. Micheletb, CC BY-SA 4.0 creativecommons.org/licenses/by-sa/4.0

Verblijdt u in de Here te allen tijde! Wederom zal ik zeggen: verblijdt u! Uw vriendelijkheid zij alle mensen bekend. De Here is nabij.
Filippenzen 4:4–5 (NBG 1951)

Echt een kerstevangelie, noemt Evert Jan de Wijer de brief aan de Filippenzen. Maar hoe kunnen we Paulus’ oproep lezen als het donker en koud is om ons heen?

Ik heb zo mijn aarzelingen bij de oproep om zich te allen tijde te verblijden. Kan dat? Kun je iemand opdragen om vrolijk te zijn? Verbieden om nog langer in het duister te staren en zich te verheugen op het licht? Kun je tegen iemand die huilt zeggen: ‘Droog je tranen!’ Kun je tegen wie alle moed verliest, zeggen: ‘Houd moed!’ Tegenover wie zich zorgen maakt, zeggen: ‘Houd daarmee op! Wees over niets bezorgd’?

Ik moet bekennen dat ik in de praktijk zelden een dergelijke poging waag. Het heeft weinig zin. Wie somber is, wordt hiermee eerder nog dieper in de put gepraat dan ermee geholpen. Alsof je dat zelf niet enorm zou willen, maar het eenvoudigweg niet kan!

Natuurlijk heb je mensen met een onverwoestbaar humeur. Dat type voor wie het glas altijd halfvol is. Ik behoor niet tot dat type. En bovendien, volgens mij gaat er iets radicaal mis als je een beroep gaat doen op karaktertrekken die je eigenlijk zou moeten hebben.

Aangestoken

Dat kan Paulus dus niet bedoelen, als hij de gemeente van Filippi oproept om zich te allen tijde in de Heer te verblijden. Paulus doet hier geen beroep op een soort aangeboren positiviteit. Alsof alle christenen altijd van die vrolijke mensen zijn. Ja, sommigen wel maar daar word ik dan weer een beetje somber van.

Nee, hij roept ertoe op. Het is een imperatief. En dat betekent eigenlijk al dat wij het van nature niet zijn.

Paulus doet geen beroep op een soort aangeboren positiviteit

Natuurlijk is het ons zwaar te moede. Natuurlijk zien wij het somber in, zeker in de politieke koude die deze dagen in onze westerse wereld is ingetreden. Natuurlijk zijn ons het duister en de chaos meer verwant dan de vreugde en het licht.

Maar wij worden dus opgeroepen, wij worden aangeraakt en aangestoken om het anders te zien. Niet door nog ergens verborgen en vergeten reserves uit onszelf tevoorschijn te halen. Alsof wij dat kunnen. Alsof onze voorraad niet allang uitgeput is.

Maar omdat de Heer zich meldt. Omdat de Heer van zich laat horen. Omdat de Heer een licht verspreidt in onze duisternis. Omdat, zoals Paulus het zegt, de Heer nabij is. Dat, die vrolijke wetenschap, genereert een andere levenshouding. Een houding van vrolijkheid, hoop en verwachting.

Paulus benoemt dat heel concreet: laat uw vriendelijkheid aan alle mensen bekend worden. Vriendelijkheid! Daar staan hoopvolle mensen blijkbaar om bekend.

Paulus kíest

Natuurlijk weet ook de apostel Paulus dat de werkelijkheid anders is. Deze brief is geschreven vanuit zijn gevangenschap en verderop in de brief blijkt dat hij de gemeente ook van een andere kant, de gemeente op zijn smalst, heeft leren kennen. Hij is niet naïef. Hij miskent de weerbarstige werkelijkheid niet en bagatelliseert deze ook niet. Het is zo.

Maar hij kíest ervoor om hoopvol te zijn. Om verwachtingsvol in de werkelijkheid te staan en hij roept zijn gemeente op om dat ook te doen. Nogmaals, niet omdat de gemeente daar een of ander bijzonder vermogen toe heeft of de zwaarte van de werkelijkheid anders inschat. Maar omdat de Heer nabij is en daarom ben je in staat om de werkelijkheid, diezelfde werkelijkheid, toch met andere ogen te zien.

Codewoord

In die zin is deze brief echt een kerstevangelie. Wie via de klassieke route in de richting van Kerstmis gaat, zal opgevallen zijn dat het eigenlijk nooit over mensen gaat die nou zo bijzonder verwachtingsvol leven. Zacharias, Elisabeth, Maria, de herders … eigenlijk doen zij maar wat. Leven maar een beetje aan en zijn ongetwijfeld ten prooi aan duizend grote en kleine angsten.

Omdat de Heer nabij is

… Laat ik maar gewoon zonder veel illusies mijn priesterdienst vervullen. Laat ik me er maar mee verzoenen dat op mijn leeftijd mij geen kind, geen grote toekomst meer ten deel zal vallen. Dat ik toch maar geen kind zal krijgen! Laten we de kudde maar een beetje in de gaten houden …

Gevaren dreigen overal. Maar van Godswege wordt de angst doorbroken. Het codewoord van den hoge klinkt overal en is steeds hetzelfde: wees niet bang! Een nieuwe tijd is aangebroken.

Nu zou het bijzonder arrogant zijn om te menen dat wij deze angsten niet zouden kennen. Ze zijn – vanzelfsprekend – ook de onze. Maar we worden opgeroepen om daartegen in te gaan. Om een andere levenshouding aan te nemen dan waartoe wij van nature geneigd zijn. Om het anders te doen. Als alles duister is en steeds donkerder wordt, wees dan zelf een licht!

Zetje van Godswege

Maar hoe doe je dat? In bijbelse zin en ook bij Paulus zou ik menen dat dit licht in jou ontstoken is. Dat de vrede van God die alle denken te boven gaat, ons bewaart en dat wij daarom alle zorgen kunnen laten varen. Precies zo worden dingen in ons opgeroepen die daar veel te lang verborgen hebben gelegen. Wij worden aangeraakt.

Er wordt iets in ons ontstoken en dat roept een andere levenshouding op. Een levenshouding waar we heus wel een vermoeden van hadden. Maar die toch net even een zetje van Godswege nodig had. Paulus ontsteekt de vreugde in de gemeente. En dat leidt tot een zachter, een kwetsbaarder, een sensitief leven. De moed om je te laten raken.

Eigenlijk hebben alle deugden die Paulus vervolgens noemt, dat in zich. Je zult je voortaan laten leiden door wat waarachtig is. Eerbiedwaardig. Rechtvaardig. Ongerept, liefelijk. En dat, zo drukt Paulus de gemeente op het hart, dat zouden jullie in praktijk moeten brengen. Tegenover de nacht: een lichtend licht te zijn.

Zo hebben wij het geleerd en zo zullen wij het anderen leren. Dan zal de God van de vrede met ons zijn.

Evert Jan de Wijer was predikant in Zoeterwoude en Amsterdam en is dat momenteel in Wassenaar.


Heilige familie…
Woord & Dienst 2024, nr. 12

Wellicht ook interessant

Nieuwe boeken