Niets spreekt vanzelf bij Jezus’ geboorte
Een stagiaire in het verpleeghuis brengt worstelend met haar rol het oude geboorteverhaal tot leven.
Maar dat ga ik niet voorlezen hoor. Dat is zo onderdrukkend voor vrouwen, dat kan echt niet meer!’ Voor haar stage moet Laura iets voorlezen in een viering. Dat wordt de kerstviering want andere vieringen zijn er niet in haar stageperiode in het coronajaar.
We hoeven de bijbel niet eens open te slaan want ze kent het verhaal goed: Maria, Jozef en het kindje. Als kind zat ze in het kinderkoor van haar parochie, ze speelde mee in het kerstspel en kent alle liedjes nog uit haar hoofd.
Zelf is ze net moeder. Ze kwam zwanger terug van haar wereldreis. Haar kindje is haar alles. Maar ze wil ook haar studie afmaken, meer dan alleen maar moeder zijn.
Weer reizen en dan later een baan vinden waarmee je op een feestje voor de dag kunt komen.
‘En dat is dus niet in de ouderenzorg hè, want die mensen hier zijn allemaal oud en bijna dood, sommigen zijn wel lief, maar zo allemaal bij elkaar, ik zou het hier echt niet lang uithouden.’
Overdonderd door de felheid waarmee Laura heilige huisjes omverschopt, begin ik het geboorteverhaal te verdedigen.
We lezen de eerste hoofdstukken van Lucas. Ik leg uit hoe bijzonder het is dat in een tekst uit een patriarchale tijd en traditie vrouwen aan het woord komen en mannen zwijgen, zelfs met stomheid geslagen zijn.
Ik wijs haar op het lied dat Maria zingt als ze op bezoek is bij haar nicht Elizabet. Hoe God in de woorden van Maria de rollen omdraait, machtigen hun plaats wijst, en een eenvoudige, jonge vrouw uitkiest en haar tot een beroemdheid maakt, over wie gepraat wordt met bewondering. Tot op de dag van vandaag, nu wij samen in een kamertje in het verpleeghuis over een bijbelverhaal zitten te praten.
Overtuig ik Laura? Ze is er stil van, dat wel, maar of ze nu wel wil voorlezen in de kerstviering?
Gerammel aan tradities
Zelf heb ik veel om over na te denken. Wat gebeurde er met mij dat ik in de verdediging schoot? Een sterk verhaal spreekt toch voor zichzelf? Het is een open deur dat in de bijbelse geboorteverhalen de rollen traditioneel verdeeld zijn. Maria en Elizabet worden zwanger en baren elk een mannelijk kind. Hun leven speelt zich thuis af, hun mannen hebben een baan buitenshuis. Zo verschijnt ogenschijnlijk tweemaal het geijkte plaatje: man, vrouw en zoon.
In het verhaal wemelt het van genderloze wezens
Dat in het verhaal van Lucas aan de traditionele rolverdeling gerammeld wordt, is bij oppervlakkige lezing niet duidelijk. Er is een aandachtige lezing voor nodig, met oog voor details en vertelstructuur, de context in het geheel van de Bijbel en veel kennis over de tijd waarin deze tekst is ontstaan en opgeschreven. Pas dan valt op dat niets vanzelf spreekt. Dat Maria en Elizabet onvruchtbaar geachte vrouwen zijn, die zich bevonden aan de rand van de samenleving van toen. Dat het in het verhaal wemelt van genderloze wezens, engelen. Dat gemarginaliseerde en hooggeplaatste mensen van positie wisselen, dat jong en oud elkaar ontmoeten, dat een weerloze pasgeborene centraal staat en de heerser van dat moment passeert in importantie.
Maar als zoveel uitleg nodig is, werkt dit verhaal dan nog wel? Verliest het niet elke keer dat het verteld wordt zonder duiding, aan bevrijdende kracht? Horen mensen het niet juist graag als cliché, als bevestiging dat er tenminste nog dingen bij het oude blijven, zoals ze waren en altijd zullen zijn?
Levensverhalen
De kritiek van Laura op het bijbelverhaal vind ik waardevol. Het zet aan het denken en dat helpt om het verhaal opnieuw te vertellen en over te brengen. Pijnlijk vind ik haar reactie op de mensen in het verpleeghuis. Zelf ervaar ik het huis als een warme plek en de ontmoeting met de ouderen als bron van inspiratie, relativering en wijsheid.
Niet elke oudere is wijs, toch hebben ze allemaal iets van levenservaring die waardevol is. Zelf ben ik ook niet meer de jongste, en ik vind het boeiend om met Laura in gesprek te zijn over het leven. Die ontmoeting gun ik Laura en de bewoners ook. Ik denk dat zij veel te vertellen hebben, ook naar aanleiding van dit verhaal.
Hoe zijn zij omgegaan met aangereikte rollen en verwachtingen? Wat heeft hen geholpen hun eigenheid te vinden en eigen weg te volgen? Wat is er terechtgekomen van hun idealen? En hoe zijn zij omgegaan met wat zij niet kozen, maar wat hen overkwam? Want het leven is toch vooral wat je overkomt terwijl je andere plannen aan het maken bent.
De rollen
En zo geldt dat ook voor ons, met onze voorbereiding voor de kerstviering. Want er komt helemaal geen viering; tien dagen voor kerst worden alle samenkomsten afgelast omdat de besmettingen weer oplopen. Voor Laura een opluchting en voor alle anderen een teleurstelling.
Iemand komt met het idee om het kerstverhaal op te nemen, of er zelfs een filmpje van te maken. Ik aarzel, want het lijkt me technisch ondoenlijk op deze termijn. Maar Laura is enthousiast. Ze ziet het helemaal voor zich, heeft voorbeelden op internet gevonden en haar ervaring met drama en filmpjes maken zet ze graag in. Een regisseur / scenarist hebben we in haar persoon in huis, nu nog spelers en vertellers. De rol van Jozef is niet moeilijk in te vullen. Meerdere collega’s bieden spontaan hun medewerking aan. Laura maakt de keuze: een knappe verpleegkundige met een niet-westerse achtergrond.
Giechelend plakken ze snorren en baarden op hun gezicht
Even tranen bij een andere gegadigde: ‘Dat mijn man en ik geen kinderen hebben, dat vind ik zo verdrietig. Ik was zo graag vader geweest, ook al was het maar voor even in zo’n filmpje.’ Bijzonder hoe hij alsnog meedoet, maar dan als herder.
Andere herders zijn zijn twee naaste, vrouwelijke collega’s die hun kans grijpen om te experimenteren met genderrollen. Giechelend plakken ze de snorren en baarden op hun gezicht, en in de film stelen ze de show met hun carnavaleske grapjes.
‘Wat, ik een engel, hoe dan?’ De huishoudelijk medewerker schrikt als we haar vragen voor de rol van aartsengel Gabriel. Met haar rijzige gestalte, prachtige krullen en klassieke gezicht lijkt ze ons daarvoor geknipt. Ze vindt het goed, als ze maar niks hoeft te zeggen in de film. En dat kunnen we beloven. Want de tekst van onze film wordt ingesproken door bewoners op de afdeling somatiek.
Stem geven
Zij vertellen het hele verhaal. Dat heeft nog heel wat voeten in de aarde. Een bewoner, aangedaan in spraak door een herseninfarct, steekt meteen zijn vinger op als we vrijwilligers vragen. Hij doet altijd graag een woordje in de viering, dus dit past helemaal bij hem. Tot hij de opname hoort en voor het eerst beseft hoe slecht verstaanbaar hij geworden is. Maar opgeven wil hij niet. Hij oefent eindeloos op zijn verzen en meerdere keren maken we er een opname van. Tevreden is hij niet over de laatste versie. Maar wij horen hem duidelijk de waarheid zeggen: ‘Want voor God is niets onmogelijk.’
Een andere voorlezer is volkomen helder en vaardig, terwijl ze al 96 is. Toch is ze aangedaan, maar dan in haar familieleven. Haar kinderen wonen ver weg, en een van hen wil al jaren helemaal geen contact meer met haar. Ze kan zich niet herinneren wanneer haar gezin voor het laatst bij elkaar was. En het kerstverhaal voorlezen, dat deed ze nog langer geleden voor het laatst.
Nu leent ze ons graag haar stem. Want: ‘Zo duidelijk voorlezen, dat kan bijna niemand hier.’ Het zal haar laatste kerst worden, maar dat weten we dan nog niet. Haar dochter stuurt het filmpje rond in de familie. Haar stem is voor altijd bewaard voor wie haar missen zal.
Echte vleugels
Tussen de bedrijven door gaat Laura aan de slag met de attributen die nodig zijn om de spelers herkenbaar te maken. Met eenvoudige spullen, dekens, riemen, een jurk uit haar eigen kast weet ze alle personages treffend te kleden. Alleen die engelen, die hebben echte vleugels nodig.
‘Bezoek van een engel, op mijn leeftijd nog’
Op een ochtend loopt ze door de gang met de vleugels uit een carnavalswinkel in een tas op haar rug. Dat trekt de aandacht, bewoners maken contact, vragen naar de bedoeling. Dat breekt het ijs en Laura krijgt er schik in.
Op de dag voor kerst bezoekt ze de afdelingen voor mensen met dementie. In haar engelenjurk met vleugels verschijnt ze en iedereen vindt het heel normaal. ‘Wie had dat gedacht, bezoek van een engel, op mijn leeftijd nog,’ verzucht iemand. Het kerstverhaal hoeft Laura niet te vertellen, de mensen op de dementieafdeling vertellen het haar.
En dan is er ook nog de film, die ze regisseert en monteert. Alleen voor de publicatie schrikt ze terug. Zelf speelt ze de rol van Maria. En zo’n filmpje op internet, dat blijft voor eeuwig circuleren. Wil ik wel zo gezien worden, is het goed genoeg? ‘Jij beslist,’ zeg ik, ‘het was jouw stageopdracht. Maar het is meer dan goed, om trots op te zijn. Laat het maar gewoon gebeuren.’
En zo ziet onze kerstfilm het licht.
Beate Rose is theoloog / exegeet, predikant in de PKN en werkt als geestelijk verzorger in de psychiatrie.